Operation Manual
Afdrukfuncties 
6-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Tabblad Lay-out
Tabblad Effect
Een document afdrukken
1
Zorg ervoor dat het benodigde papier in het apparaat is geplaatst.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. Het dialoogvenster 
Afdrukken wordt weergegeven.
3
Selecteer de keuzelijst met printernamen. Alle geïnstalleerde printers staan vermeld. 
Selecteer uw printer.
4
Selecteer de gewenste opties, voer het aantal benodigde exemplaren in en kies 
Sorteren als u meer dan één set wilt afdrukken.
Selecteer OK om met afdrukken te beginnen.
OPMERKING: Als er een papierstoring 
optreedt of het papier op is, verschijnt 
Statusbewaking. Hiermee kunt u de 
printeractiviteiten bewaken en beheren. U kunt 
Statusbewaking verlaten door op Verwijderen 
te klikken, de papierstoring te verhelpen of het 
papier aan te vullen.
N-up
Gebruik deze functie om N-up te selecteren, zodat er 9 
beelden op één vel worden afgedrukt. 
Wanneer u Randen afdrukken kiest, verschijnen de 
paginaranden op elke pagina.
Papierformaat uitvoer
Gebruik deze functie om het beeld tussen 25% en 
400% te vergroten of te verkleinen.
Watermerk
Gebruik deze functie om watermerken te selecteren en 
te bewerken.
Met Nieuw/Toevoegen kunt u een nieuw watermerk 
toevoegen. Met Bewerken kunt u het watermerk 
wijzigen. Met Verwijderen kunt u een watermerk uit de 
lijst halen. 










