Operation Manual

Scanfuncties
5-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Custom Settings (Custom instellingen)
Klik op de toets Custom Settings om een dialoogvenster te openen, waarin u uw
scaninstellingen en configuratie-instellingen kunt opslaan. Er zijn twee tabbladen:
Scan Settings (Scaninstellingen) en Configuration Settings (Configuratie-
instellingen).
Scan Settings (Scaninstellingen)
Met het tabblad Scan Settings (Scaninstellingen) kunt u de scaninstellingen van uw
toepassing in een bestand opslaan, een bestaand bestand laden of een bestaand
bestand verwijderen.
Een bestand met
scaninstellingen
opslaan
Typ in het tekstvak File Name (Bestandsnaam) een
naam voor uw instellingen en klik op Save (Opslaan). Uw
instellingen worden opgeslagen en de bestandsnaam
verschijnt in de lijst.
Een bestand met
scaninstellingen
gebruiken
U kunt een bestaand instellingenbestand gebruiken. Klik
met de rechtermuisknop op de instellingen die u wilt
gebruiken en klik op Load (Laden). De instellingen in het
bestand worden automatisch in het dialoogvenster met
scanfuncties gespecificeerd.
Een bestand met
scaninstellingen
verwijderen
Klik met uw rechtermuisknop op een bestandsnaam en
druk via het toetsenbord van uw computer op [Delete]
(verwijderen) om het bestand te verwijderen. U kunt het
standaardbestand voor scaninstellingen default.av2 niet
verwijderen.