Operation Manual
2-3
Registreren van bestemmingen > Registreren van bestemmingen in het adresboek
4
Voer de bestemmingsnaam in.
Er kunnen maximaal 32 karakters ingevoerd worden.
Voor informatie over het invoeren van karakters, raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 10-2.
5
Voer het adresnummer in.
Druk op [+], [-] of de cijfertoetsen om het adresnummer (1 tot 250) in te voeren.
Het adresnummer is de ID voor een bestemming. U kunt een beschikbaar nummer kiezen uit
de 200 nummers voor contactpersonen en de 50 nummers voor groepen.
Als u “000” invoert als adresnummer, dan wordt het adres onder het laagst beschikbare
nummer geregistreerd.
6
Voer het faxnummer in.
Voer het faxnummer van het ontvangstsysteem in met de cijfertoetsen.
Er kunnen maximaal 32 cijfers ingevoerd worden voor het faxnummer van het ontvangstsysteem.
Toets Beschrijving
Pauze Door deze toets in te drukken wordt een wachttijd van ongeveer 3 seconden
ingelast tijdens het kiezen van het nummer. Als u bijvoorbeeld het
ontvangstsysteem opbelt vanaf een externe lijn, dan kunt u deze methode
gebruiken om een pauze in te lassen voor het kiezen van het nummer
verdergaat nadat u een bepaald nummer belt.
Spatie Invoegen van een spatie.
Verplaatsen van de cursor.
Backspace Druk om een faxnummer te corrigeren op [Backspace] op het aanraakscherm en
verwijder de cijfers één voor één voor u het faxnummer opnieuw invoert. Om het
nummer helemaal te verwijderen, drukt u op de toets Wissen op het
bedieningspaneel.
1
2
GB0057_11
Adresnummer
10:10Gereed voor verzenden.
(000 - 250)
Annuleren
OK
Voeg toe - Bevestiging
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
FTP
< Terug
2/2
Opslaan
Adresnummer Auto
1
3
2
GB0078_02
GB0217_01
Voeg toe - Bevestiging
Sales department 1
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Adresnummer
FAX
Naam
Auto
< Terug
1/2
Opslaan
E-mailadres
FAX
10:10Gereed voor verzenden.
Detailinstell.
instellingen
Backspace
Annuleren OK
Pauze Spatie
Subadres
3
2
1
GB0078_02
GB0075_02










