Operation Manual
2
18
DEEL 3 - GAAN RIJDEN
Controle voorafgaand aan elke rit
Voor uw veiligheid is het zeer belangrijk dat u de
moeite neemt om telkens voordat u gaat rijden om
uw scooter heen te lopen en de toestand ervan te
controleren. Als u een probleem ontdekt, zorg dan
dat u dit meteen verhelpt of dat u dit laat verhelpen
door uw erkende KYMCO-dealer.
Als u uw scooter niet op de juiste wijze onderhoudt
of als u nalaat een probleem te verhelpen voordat u
gaat rijden, dan kan dit een ongeluk veroorzaken
waarbij u ernstig of dodelijk gewond kunt raken.
2. Benzinepeil: Vul de benzinetank zo nodig
bij. Controleer of er nergens benzine lekt.
3. Voor en achterremmen: Controleer de
werking van de remmen. Controleer of er
nergens remvloeistof lekt.
4. Banden: Controleer de toestand en de
spanning van de banden.
5. Gashendel: Controleer of de gashendel
soepel werkt en dat deze volledig sluit bij
alle standen van het stuur.
6. Lichten en klaxon: Controleer of de
koplamp, het achter-/remlicht, de
richtingaanwijzers, indicatielampjes en de
klaxon goed werken.
7. Stuur: Controleer de toestand van het stuur
en of het soepel kan draaien.
Voer altijd vóór elke rit een controle uit.
1. Controle van het motoroliepeil: Controleer
of het oliepeillampje uitgaat na het starten
van de motor. U weet dan dat er voldoende
tweetakt motorolie in de tank zit. Als het
lampje blijft branden, dan dient u olie bij te
vullen. Controleer of er nergens olie lekt.
WAARSCHUWING!