Deze gebruikshandleiding dient te allen tijde bij het voertuig te blijven. GDINK 50 Lees, alvorens de scooter te gebruiken, de handleiding zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Gebruikshandleiding © 2013 KYMCO. Alle rechten voorbehouden. www.kymco.
WAARSCHUWING! De kwailteit van de benzine kan achteruitgaan als deze of het voertuig zelf lange tijd achtereen niet gebruikt wordt. Hierdoor kunnen startproblemen optreden. Tank vaker bij indien u onder zware omstandigheden rijdt: klimaat, terrein, hoge snelheid, vaak starten en stoppen of een extreme rijstijl. Zorg dat ontvlambare materialen zoals droge bladeren of glas niet in aanraking met het uitlaat systeem kunnen komen als u de scooter parkeert.
Lees deze handleiding zorgvuldig door door. Deze gebruikershandleidingzorgvuldig bevat belangrijke informatie met betrekking tot veiligheid, bediening en onderhoud van uw KYMCO GDINK 50 scooter. Wie deze scooter gaat gebruiken, dient eerst de inhoud van deze handleiding tot in de details gelezen en begrepen te hebben. Voor uw eigen veiligheid dient u alle waarschuwingen in deze gebruikershandleiding en de labels die op uw scooter staan, te begrijpen en op te volgen.
Identificatienummers 1 A. FR AM EN UM M ER 2 OFTEWEL 3 VOERTUI GIDENTI FIC ATI E NUM M ER (VIN) B. MOTORNUMMER Noteer beide nummers in de daarvoor bestemde vakjes hierboven. Het VIN vindt u op twee plaatsen: (1) en (3). Het motornummer vindt u op plaats (2). Beide nummers heeft u nodig als u reserve onderdelen bestelt bij uw KYMCOdealer of als uw scooter gestolen is.
INHOUDSOPGAVE DEEL 1 - VEILIGHEID Woord vooraf ....en inleiding veiligheid ....................... 1 Veiligheid van de scooter.................................... 2 3 Accessoires en veranderingen............................ 4 Plaats van de onderdelen en instrumenten.......... 5 7 DEEL 4 - ONDERHOUD Onderhoudsschema ................................... Motorolie .................................................... Verversing van de versnellingsbakolie ....... Vervanging van het luchtfilter............
DEEL 1: WOORD VOORAF & INLEIDING VEILIGHEID Dank u voor uw aanschaf van deze KYMCO G-DINK 50 scooter en welkom als KYMCO-scooterrijder. Wij raden u aan om deze handleiding grondig door te nemen, zodat u volledig vertrouwd bent met de juiste bediening van uw scooter en met de kenmerken, de mogelijkheden en de beperkingen ervan, voordat u gaat rijden. 1 Om verzekerd te zijn van een probleemloze levensduur van uw scooter, dient u deze de juiste zorg en het juiste onderhoud te geven.
SCOOTERVEILIGHEID DEEL 1 Zorg dat uw scooter veilig blijft. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE WOORD VOORAF & INLEIDING Om veilig te rijden is het belangrijk dat u elke keer als u gaat U kunt van uw scooter jarenlang profijt hebben als u de rijden uw scooter controleert en alle aanbevolen onderhoud verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen veiligheid en begrijpt Dank u voor uwM.B.T.VEILIGHEID aanschaf van deze KYMCO G-DINK 50 scooter en welkom als KYMCO scooterrijder. uitvoert.
SCOOTERVEILIGHEID BESCHERMENDE KLEDING 1 Voor uw veiligheid dient u tijdens het rijden altijd een goedgekeurde motor- of scooterhelm te dragen, alsmede oogbescherming, laarzen, handschoenen, een lange broek en een shirt of jack met lange mouwen. 3 2 4 H e lm e n b e s c h e rm in g Uw helm is het belangrijkste onderdeel van uw rijuitrusting omdat het de beste bescherming biedt tegen verwondingen aan het hoofd. Uw helm dient goed om uw hoofd te passen en stevig vast te zitten.
ACCESSOIRES EN VERANDERINGEN 1 Er is een grote verscheidendheid aan accessoires voor scooters in de handel verkrijgbaar. KYMCO kan geen directe invloed uitoefenen op de kwaliteit of geschiktheid van de accessoires die u zou willen aanschaffen. Het toevoegen van ongeschikte accessoires aan uw scooter kan onveilige situaties opleveren.
PLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN 1 Remhevel achter 5 2 Koplamp 1 3 Linker richtingaanwijzer 4 Jiffy 1 3 7 2 5 Buddyseat 6 6 Luchtfilter 7 Achterlicht, remlicht 8 Kickstartpedaal 8 LET OP: Uw scooter kan er iets anders uitzien dan de in deze handleiding afgebeelde scooter.
PPLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN NDERDELEN EN INSTRUMENTEN 13 10 9 1 11 Uitlaat 10 Motorolievuldop 11 Benzinevuldop 12 Voetsteun voor passagier passagier 14 13 Accu en zekering (onder buddyseat) buddyseat) Windscherm 14 15 Richtingaanwijzer achter 16 Reflector 15 16 9 12 LET OP: Uw scooter kan er iets anders uitzien dan de in deze handleiding afgebeelde scooter.
PLAATS VAN ONDERDELEN EN INSTRUMENTEN 17 11 Richtingaanwijzer voor 19 18 Koplamp 20 19 Voorremhevel 20 Rechter richtingaanwijzer 17 18 LET OP: Uw scooter kan er iets anders uitzien dan de in deze handleiding afgebeelde scooter.
MEMO 8
DEEL 2 - INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING CONTACTSCHAKELAAR Bediening en functies van de contactschakelaar: “ - “-stand: Alle elektrische circuits zijn verbroken. De motor kan niet starten of draaien. “ 2 ”stand: De contactschakelaar staat aan, het elektrisch circuit is gesloten en de motor kan nu worden gestart. In deze stand kan de sleutel niet uit het contactslot gehaald worden. “ ”stand: Om het stuur te vergendelen, dient u het eerst geheel naar links te draaien.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Kilometerteller / Tripmeter: Druk op de "MODE" –knop om te schakelen tussen het totale aantal gereden kilometers (ODO) en het aantal gereden kilometers per rit (TRIP). MODE Druk gedurende twee seconden op de “ADJ”-knop totdat ODO, TRIP(A,B) of SERVICE op het display verschijnt. Druk de “ADJ” en de “MODE” –knop tegelijkertijd in terwijl 2 de TRIP modus is geactiveerd. Het getal staat nu weer op nul.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Klok: Geeft de tijd aan (in uren en minuten) als de contactsleutel in de "ON”-stand staat. 2 Indicatielampje voor laag oliepeil: Gaat branden als de contactsleutel in de “ON”-stand wordt gezet. Als het lampje blijft branden, dan betekent dit dat het peil van de tweetakt motorolie te laag is en dat er olie moet worden bijgevuld.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING 5. Om de minuten in te stellen, drukt u op de MODE-knop totdat Multifunctioneel display – Digitaal klokje 2 Het klokje geeft de tijd aan in uren en minuten als het contact aanstaat. Om het klokje met de hand in te stellen: 1. Zet het contact aan; 2. Druk op de ADJ-knop en houdt deze gedurende twee seconden ingedrukt om de ODO-modus te kiezen. de cijfers voor de minuten gaan knipperen. 6. Druk vervolgens op de ADJ-knop totdat het correcte aantal minuten verschijnt.
INST INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Rechter stuurschakelaar Lichtschakelaar in " " stand: Het grootlicht en het achterlicht branden. -stand: position and taillight (running lamps) will Het stadslicht enlight het achterlicht (MVO*) branden. “The ” be lit. “ 2 ”stand: Het koplicht en het achterlicht branden niet. Elektrische startknop " " stand: Druk op de elektrische-startknop om de startmotor te activeren.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Linker stuurschakelaar Richtingaanwijzerschakelaar 3: 5 Gebruik een richtingaanwijzer om aan uw medeweggebruikers kenbaar te maken dat u van plan bent om van rijrichting te veranderen. Het richtingaanwijzer-indicatielampje op het dashboard gaat knipperen om de bestuurder eraan te herinneren dat een richtingaanwijzer aanstaat. " " 2 " voor links afslaan. " voor rechts afslaan.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Controle van het benzinepeil / bijvullen Als het indicatielampje voor laag benzinepeil begint te knipperen, tank dan zo snel mogelijk bij met EURO 95 (loodvrije) benzine. 1 Benzinetankvuldop: Benzine bijtanken dient u als volgt te doen: 1. Druk op het kapje op de benzinedop en trek het van de dop. 2. Gebruik de contactsleutel om de benzinedop te ontgrendelen. 3. Draai hiertoe de contactsleutel met de klok mee. 4.
INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Buddyseat Buddyseat van het slot halen halen. Met de contactsleutel in de ” "-stand (de motor draait), drukt u de sleutel in het slot en draait u hem tegen de klok in van de “ "- in de " "-stand. 2 Met de contactsleutel in de “ ”-stand (de motor draait niet), draait u de sleutel tegen de klok in van de " "- in de " "-stand. Til het achterste gedeelte van de buddyseat op.
RSCHUWING! INSTRUMENTEN: KENMERKEN EN BEDIENING Ophanging Elke schokbreker van uw scooter heeft vijf veervoor spanningsstanden voor verschillende beladings- of rij-omstandigheden. Gebruik een noksleutel om de veervoorspanning van de achterschokbreker te verstellen. Stand 1 is voor lichte belading en lichte rijomstandgiheden. De standen 2 t/m 5 geven een oplopende veervoorspanning voor stijvere achterophanging en kunnen gebruikt worden naarmate de scooter zwaarder wordt beladen.
DEEL 3 - GAAN RIJDEN Controle voorafgaand aan elke rit Voor uw veiligheid is het zeer belangrijk dat u de moeite neemt om telkens voordat u gaat rijden om uw scooter heen te lopen en de toestand ervan te controleren. Als u een probleem ontdekt, zorg dan dat u dit meteen verhelpt of dat u dit laat verhelpen door uw erkende KYMCO-dealer. 2 2. Benzinepeil: Vul de benzinetank zo nodig bij. Controleer of er nergens benzine lekt. 3. Voor en achterremmen: Controleer de werking van de remmen.
GAAN RIJDEN De motor starten Volg altijd de juiste startprocedure zoals die hier en op de volgende pagina's wordt beschreven. PAS OP! Om de katalysator in het uitlaatsysteem van uw scooter te ontzien, dient u uitsluitend loodvrije benzine te gebruiken en de motor niet langdurig stationair te laten draaien. 3 PAS OP! Om schade aan de startmotor te voorkomen, dient u deze niet langer dan vijf seconden per keer te gebruiken.
GAAN RIJDEN 3. Haal de linkerremhevel (achterrem) aan. LET OP: De elektrische startmotor werkt alleen terwijl de linkerremhevel (achterrem) of de rechterremhevel (voorrem) tegelijkertijd met het indrukken van de startknop wordt aangehaald. 4. Terwijl u de gashendel gesloten houdt, drukt u op de startknop . . Laat de knop los zodra de motor start. 3 PAS OP! Als u de motor laat draaien terwijl het oliepeil te laag is, dan kan dit de motor ernstig beschadigen. 5.
GAAN RIJDEN WAARSCHUWING! Zodra de motor start, kan het achterwiel snel gaan draaien.Om verwondingen te voorkomen, dient u uw lichaam en kleding uit de buurt van het achterwiel te houden. PAS OP! Druk nooit op de startknop terwijl m o t o r l o o p t . D a t z o u d e m o t o r e n de Terwijl u de achterremhevel aanhaalt trapt u op het kickstartpedaal zonder de gashendel open te draaien. de s t a r tm o t o r k u n n e n b e s c h a d i g e n .
MEMO 22
DEEL 4 - ONDERHOUD Het belang van onderhoud U dient te allen tijde uw scooter goed te onderhouden. Dit is van essentieel belang als u veilig, zuinig en probleemloos wilt rijden. Goed onderhoud draagt ook bij aan een beperking van de luchtvervuiling en een optimaal zuinig benzineverbruik. De volgende pagina's van deze gebruikershandleiding zullen u helpen om uw scooter op de juiste wijze te onderhouden. Het onderhoudsschema geeft aan op welke momenten u dit onderhoud dient uit te voeren.
ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA Voer op elk in het onderhoudsschema voorgeschreven moment een controle uit voordat u gaat rijden. Het moment voor een Pagina18 nieuwe onderhoudsbeurt wordt bepaald door ofwel de gereden afstand (aangegeven door de kilometerteller), ofwel - als het aantal kilometers nog niet gereden is - , door de verstreken tijd. Beide worden aangegeven in het onderhoudsschema.
ONDERHOUD Kilometers Onderdeel Motorolie* 300 1000 3000 5000 7000 9000 11000 Controle voorafgaand aan elke rit Bijvullen zodra motorolieindicatielampje gaat branden Zie pagina 26 27 26 Versnellingsbakolie* V - V - V - V - Bougie* R C R V R C V - 29 Carburateur** C - DEALER V-snaar** - Luchtfilter* R Accu* C - C - R C C - C C C C - C C - - R C C C R 29 - 28 - 33 C 27 DEALER 28 33 30 Benzinefilter** - - - - V - - - Remsysteem**
ONDERHOUD Controleren en bijvullen van de motorolie 3. Verwijder de vuldop en vul tweetakt injectieolie bij tot het indicatiestreepje voor maximum oliepeil . LET OP: Zet uw scooter op de middenstandaard op een vlakke ondergrond. 1. Als het oliepeilindicatielampje blijft branden nadat de motor is gestart, dan betekent dit dat het oliepeil te laag is en dat er onmiddellijk olie moet worden bijgetankt. PAS OP ! PAS OP! Laat de motor nooit draaien als het indicatielampje voor laag oliepeil brandt.
ONDERHOUD Verversen van de versnellingsbakolie 1. Plaats de scooter op de middenstandaard. 2.. Verwijder de aftapplug voor de versnellingsbakolie. 3. Verwijder de olievulplug uit de versnellingsbak. Vervolgens draait u het achterwiel langzaam rond Vervolgens om de olie af te tappen. 4. Vul de versnellingsbak bij met de aanbevolen olie tot de hieronder aangegeven hoeveelheid. Type versnellingsbakolie: Olie-inhoud versnellingsbak: 0.12 L Olie verversen: 0.11 L 5.
ONDERHOUD Luchtfilterelement : Het luchtfilterelement dient regelmatig een onderhoudsbeurt te krijgen door een erkende KYMCO-dealer, tenzij uzelf over het juiste gereedschap en de juiste onderhoudsgegevens beschikt en technisch bevoegd bent om dit onderhoud uit te voeren. Laat vaker onderhoud plegen als uw scooter in een ongewoon natte of stoffige omgeving rijdt..
ONDERHOUD Bougie Verwijder de koolaanslag van de bougie met een kleine staalborstel of een bougiestraler. Na reiniging (of als u een nieuwe bougie plaatst) dient u de elektrodenafstand tot de aangegeven waarde af te stellen met een voelermaatje. De bougie dient volgens het onderhoudsschema vervangen te worden. Telkens wanneer u koolaanslag verwijdert, kijk dan goed naar de kleur van het uiteinde van het porselein. Aan deze kleur kunt u zien of de standaard bougie wel of niet geschikt is voor uw rijstijl.
ONDERHOUD Controle van voor en achterrem Controle van de remvloeistof Controleer, terwijl de scooter rechtop staat, het remvloeistofpeil in de voor en de achterrem Het peil dient zich boven het indicatiemerkje voor laag oliepeil ("L") te bevinden. Als het peil zich op of onder dit merkje bevindt, dan dient u de remblokken te controleren op slijtage. LET OP: Zorg dat er nergens remvloeistof lekt. Controleer ook de slangen en klemmen 4 op scheuren en slijtage.
ONDERHOUD Vrije slag van de achterremhevel: controle en afstelling De remmen dienen de juiste vrije slag te hebben, zodat ze goed werken en niet gaan slepen. Door slepende remmen gaan de remblokken namelijk voortijdig slijten. De vrije slag is zo groot als de afstand tussen een volledig losgelaten remhevel en een volledig aangeknepen remhevel. Voordat u gaat rijden, dient u de vrije slag van de achterremhevel (links) te controleren en zonodig bij te stellen. Vrije slag 4.
ONDERHOUD WAARSCHUWING! Voor een goede remwerking dient de groef in de afstelmoer in het verlengde van de groef in de remarm te liggen. Controleer de dikte van de remblokken en -schoenen. Deze dienen voldoende dik te zijn om goed te kunnen werken. 4 1. Als de slijtage-indicatiegroeven in de voorrem blokken niet meer zichtbaar zijn, dan duidt dit erop dat de remblokken versleten zijn en vervangen dienen te worden. 2.
ONDERHOUD Accu Uw KYMCO-scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije (verzegelde) accu. Hierdoor is het niet nodig om het accuzuurpeil te controleren of gedestilleerd water bij te vullen. LET OP: Als de accu zwak lijkt en/of electrolyten lekt (met als gevolg start- of andere elektrische problemen), neem dan onmiddellijk contact op met uw erkende KYMCO-dealer. WAARSCHUWING! Gebruik nooit een zekering met een amperage dat verschilt van wat voorgeschreven is.
ONDERHOUD Banden WAARSCHUWING! Voorkom een ongeluk als gevolg van slechte banden door de volgende aanwijzingen op te volgen. De banden op uw scooter zijn de verbinding tussen uw scooter en het wegdek. Uw veiligheid en die van uw passagier hangen af van de toestand van de banden. LET OP: Controleer de bandspanning en de profieldiepte van de banden op de in het onderhoudsschema aangegeven momenten.
ONDERHOUD Reiniging van uw scooter 1. Spoel de scooter af met veel koud water om los vuil te verwijderen. 2. Was de scooter met een spons of een zachte doek en koud water. Zorg dat er geen water op de uitlaat- en elektrische delen kan komen. 4. Spoel de scooter na het reinigen met veel schoon water af. Resten van een schoonmaakmiddel kunnen het metaal aantasten. 5. Start de motor en laat deze gedurende enkele m inu ten stationair draaien. 6. Test de remmen voordat u gaat rijden.
EMISSIEREGELSYSTEEM Uitlaatemissie-regelsysteem Deze scooter is uitgerust met een emissieregelsysteem. Hierbij worden nvolledig verbrande koolwaterstoffendoor middel aangezogen verse lucht alsnog verband. Het systeem omvat ook een katalysator in de uitlaat. Het gebruikt geen motorkracht en heeft geen nadelig effect op de bestuurbaarheid van de scooter. Wel reduceert het de hoeveelheid uitlaatgassen.
TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Motor Lengte ....................................................... 2110 mm Type ................................................... tweetakt OHC Breedte...................................................... 775 mm Cilinderinhoud .................................... 49.4 ml Hoogte....................................................... 1255 mm Boring en slag Wielbasis ................................................... 1460 mm Compressieverhouding ..............
KWANG YANG MOTOR CO.,LTD. NO.35 Wan Hsing Street, San Min District Kaohsiung, Taiwan, Republic of China Telephone : 886-7-3822526 FAX : 886-7-3950021 4 38 door KWANG YANG Motor Co., Ltd. Eerste uitgave, juli 2012. Vertaling: Amstel Translations, juni 2013 Alle rechten voorbehouden. Elke verveelvoudiging of elk gebruik zonder de schriftelijke toestemming van KWANG YANG Motor Co., Ltd. en KYMCO BENELUX B.V. is uitdrukkelijk verboden.
MEMO 4 39