Operation Manual

INHOUDSOPGAVE
A
1. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR VEILIG RIJDEN ........ 1
2. ONDERDELEN ............................................................... 3
3. BEDIENINGSINSTRUCTIES ........................................... 5
(1) CONTACTSCHAKELAAR / STUURSLOT ....................... 5
(2) ELEKTRISCHE STARTKNOP ................................... 6
(3) LICHTSCHAKELAAR ................................................... 6
(4) DIMSCHAKELAAR/SIGNAALSCHAKELAAR ................. 7
(5) KLAXON/RICHTINGAANWIJZER-SCHAKELAAR .......... 7
(6) BUDDYSLOT/HELMBAK ............................................ 8
(7) HELMHAAKJES .......................................................... 8
(8) DASHBOARD ............................................................. 9
4. CONTROLE VOORAFGAAND AAN ELKE RIT .............. 11
(1) CONTROLE VOORAF .................................................. 11
(2) CONTROLE VAN HET OLIEPEIL/ OLIEVERVERSING..... 11
(3) CONTROLE VAN DE REMMEN ................................... 12
(4) BANDENINSPECTIE ................................................... 12
(5) CONTROLE VAN HET BENZINEPEIL/BIJTANKEN ...... 14
(6) STUUR .................................................................... 15
(7) CONTROLE VAN HET DASHBOARD.......................... 15
(8) VRIJE SLAG VAN DE REMHEVELS: CONTROLE EN
AFSTELLING .................................................................... 16
(9) CONTROLE VAN DE REMSCHOENEN ....................... 16
(10) CONTROLE VAN DE KLAXON/LICHTEN .................... 17
(11) CONTROLE VAN DE VOOR- EN
ACHTERSCHOKBREKERS ................................................. 18
(12) CONTROLE VAN HET REMVERMOGEN ................... 18
(13) CONTROLE VAN DE HOEK VAN DE
ACHTERUITKIJKSPIEGEL ................................................. 18
(14) CONTROLE VAN DE NUMMERPLAAT ...................... 18
(15) CONTROLE VAN DE REFLECTOR .............................. 18
(16) CONTROLE VAN DEFECTE ONDERDELEN ................ 18
(17) CONTROLE VAN DE SMEERPUNTEN ....................... 18
5. METHODEN OM DE MOTOR TE STARTEN .................... 19
(1) ZET DE CONTACTSCHAKELAAR AAN ....................... 19