Operation Manual

11
4. CONTROLE VOORAFGAAND AAN ELKE RIT
(1) CONTROLE VOORAF
Neem de goede gewoonte aan om uw scooter te controleren voordat u gaat
rijden.
Om schade en ongelukken te voorkomen, is het absoluut noodzakelijk dat u
de scooter controleert voordat u gaat rijden.
(2) CONTROLE VAN HET OLIEPEIL/ OLIEVERVERSING
Zet de scooter op de middenstandaard. Neem de oliepeilstok uit de tank en
veeg hem schoon.
Steek de oliepeilstok rechtstreeks in de motorolie (niet inschroeven).
Neem de peilstok uit en controleer het oliepeil. Als het oliepeil het streepje
voor minimumpeil nadert, dient u motorolie tot het streepje voor
maximumpeil bij te vullen.
LET OP!
Zorg dat u controle en onderhoud uitvoert nadat uw nieuwe scooter
de eerste 500 km heeft gereden.
WAARSCHUWING!
Controleer het oliepeil elke 1000 km.
De temperatuur van de motor en de uitlaat kan zeer hoog worden.
Zorg dat u zich niet brandt als u het oliepeil controleert.
Als de scooter met onvol doende motorolie rijdt, zal de motor snel
defect raken.