Operation Manual

54 Servicehandboek IW 1209.0W / IWT
Aleen voor intern gebruik
Na de keuze van het droogprogramma en het instellen van de droogtijd worden door het indrukken van
de hoofdschakelaar (1) de deuropeningsvertrager (2) en vervolgens alle componenten van het apparaat
via het contact (21) van stroom voorzien.
Het hoofdcontrolelampje (3) en het door het timercontact (28) aangestuurde controlelampje drogen (16)
branden onmiddellijk.
De droog-kringloop en de klokmotor (11) worden door het drukschakelaarcontact (4), in de stand leeg,
het timercontact (22) en het klokcontact (23) van stroom voorzien; de bewaking gebeurt door de ther-
mostaat met handmatige reset (5).
Een weerstandelement (9) wordt door het klokcontact (24) van stroom voorzien; het andere element (8)
wordt door de thermostaat drogen (7) bewaakt.
De veiligheidsthermostaat (10) en het klokcontact (25) vervolledigen de kringloop drogen.
Samen met de verwarmingsweerstanden drogen worden de ventilatormotor (12), het condenswater-
elektroventiel (13), de thermostop-elektromagneet (14) en de klokmotor (11) van stroom voorzien. De
timermotor wordt door het contact (29) van stroom voorzien, dat eveneens spanning aan de elektroni-
sche snelheidscontrole van de motor (20) afgeeft; de werking van de motor wordt door de verschillende
snelheidsregelaar-contacten alsook de poolomschakelaar (31-32) geregeld.
De loogpomp wordt door het timercontact (30) van stroom voorzien.
De timer blijft in de droogstand, daar hij door de thermostop-spoel (14) geblokkeerd blijft.
Voor het krachtig drogen worden beide verwarmingsweerstandelementen ingeschakeld. Bij het zachte
drogen wordt door het geopende contact (24) van de klok een verwarmingsweerstandelement (9)
uitgesloten. Het vermogen van elk verwarmingsweerstandelement bedraagt 700W.
De normalerwijs gesloten thermostaat drogen (7) wordt zo ingesteld dat het contact bij 106°C opent en
bij 90°C sluit. Hij dient voor de warmteregeling tijdens het drogen, vooral als te lange droogtijden door
de gebruiker werden ingesteld in het geval van een te hoge aansluitspanning.
De normalerwijs gesloten veiligheidsthermostaat (10) wordt bij 98°C ingeschakeld en bij 75°C
uitgeschakeld. Hij wordt op een grotere afstand van de verwarmingsweerstand aangebracht als de
thermostaat drogen en grijpt in bij storingen aan onderdelen van de ventilatormotor, bij een defecte
drijfriem, uitval van de thermostaat drogen (7), gesloten wateraansluiting enz.
8-10 minuten voor afloop van het droogprogramma opent de klok het contact (25) en onderbreekt ze de
stroomtoevoer naar de verwarmingsweerstanden. De ventilator blijft tijdens de afkoelfase in werking.
Als de klok het programma-einde (Stop) bereikt, worden de contacten (23) geopend en wordt zo de
stroomtoevoer van de thermostop-spoel onderbroken; de timer wordt binnen 2 minuten in stop-stand ge-
bracht.
De thermostaat met handmatige reset (5) grijpt slechts in in geval van een storing van de
veiligheidsthermostaat (10) of een storing van de ventilatoronderdelen.
De normalerwijs gesloten thermostaat wordt bij 150°C ingeschakeld en onderbreekt de stroomtoevoer
van de droogkringloop en van de thermostop-elektromagneet van de timer, die naar de stop-stand
schakelt.
Als het automatisch drogen direct na het wasprogramma wordt gewenst, moet de toets automatisch
drogen (15) worden ingedrukt; deze zorgt door het klokcontact (26) en het timercontact (28) voor een
automatische uitschakeling van de programmastop vóór het drogen.