Operation Manual

Servicehandboek IW 1209.0W / IWT 1259.0W 31
Aleen voor intern gebruik
5.6 Motortoerentalcontrole
1. besturingselektronica
2. motor
De motortoerentalbewaking gebeurt via fasensmoorregeling d.m.v. de TY4 triac.
De gelijkricher (GR2) zet de wisselstroom om in gelijkstroom om de motor van stroom te voorzien.
De omklemmingen tussen de wikkelingen van de motor (M) en de stator (ST), die nodig zijn om de
looprichting van de motor te wisselen, gebeuren door een relais (K1) dat op de besturingselektronica is
aangebracht.
Bij het overschrijden van 1000 tpm geeft de besturingselektronica d.m.v. het relais K4 slechts de helft
van de statorwikkeling (ST1) door.
Het motortoerental wordt permanent gecontroleerd door een signaal dat door de tachometergenerator
(G) aan de microprocessor wordt doorgestuurd.
De duur en het toerental worden op basis van het ingestelde programma door de besturingselektronica
bepaald.