Operation Manual
Servicehandboek IW 1209.0W / IWT 1259.0W 71
Aleen voor intern gebruik
12. INLEIDING
Het doel van deze documentatie is een functiebeschrijving van het alarmweergave-, diagnose- en test-
programmasysteem van elektronische apparaten (wasmachines, was/droogcombinaties) met MULTI-
PANEL-uitvoering (versie MWM 1.5) te leveren.
In deze documentatie wordt het controlesysteem voor alarmmeldingen, diagnose- en testprogramma’s
beschreven.
Opbouw van het systeem
Een van de principiële eigenschappen van dit systeem is dat het voor de eindverbruiker transparant is,
d.w.z. dat de klant geen toegang tot de diagnoseprogramma’s heeft en dat bij het optreden van een
bedrijfsstoring of een alarmmelding, met uitzondering van een paar gevallen, geen code of geen
informatie zichtbaar wordt getoond.
In de microprocessor EEPROM worden alle gegevens die met de verschillende opgetreden alarmmel-
dingen samenhangen als volgt bewaard:
alarmcode
aantal opgetreden alarmmeldingen (sinds de laatste systeem-reset)
In de EEPROM worden bovendien ook de laatst in het apparaat opgetreden alarmmelding, de fase resp.
subfase waarin deze is gebeurd en het aantal door het apparaat uitgevoerde volledige programmacycli
(wassen en drogen, echter zonder korte cycli zoals spoelen, afpompen, centrifugeren, inweken enz.)
bewaard.
Het testsysteem maakt een snelle werkingscontrole van de verschillende componenten van het
apparaat mogelijk en biedt een grote hulp bij het identificeren en repareren van defecten.
Toegang tot het systeem
De toegang tot het systeem is alleen door de keuze van de overeenkomstige modus d.m.v. een speciale
instelprocedure mogelijk.
Het verlaten van het testprogramma na het beëindigen van het diagnose- of testprogramma gebeurt
door het apparaat gewoon uit te schakelen.
Als het apparaat weer wordt ingeschakeld, bevindt het zich in de normale bedrijfsmodus.
Aflezen van de alarmmeldingen
Bij eventuele storingen kan de servicetechnicus met behulp van de alarmtabel alle alarmmeldingen die
tijdens de levensduur van het apparaat zijn opgetreden herkennen en controleren. Aan de hand van
deze informatie, samen met de verklaringen van de klant, is het mogelijk de defecte component of het
defecte onderdeel ondubbelzinnig te identificeren.
Om dit proces uit te voeren, via de speciale instelprocedure de bedrijfsmodus „ALARMMELDINGEN
AFLEZEN” kiezen.