Operation Manual
87
Temperatuurvoeler en
binnentemperatuurfunctie
De temperatuurvoeler meet de temperatuur binnenin het product dat
wordt gebraden. Wanneer de door de temperatuurvoeler waargenomen
temperatuur een bepaalde waarde heeft bereikt, is het braadstuk klaar: niet
te droog, niet te ongaar, maar “perfect” gebraden.
Het braadproces wordt verdergezet totdat de temperatuur binnenin
het braadstuk de gewenste temperatuur heeft bereikt. Daarom hoeft
deze niet te worden ingesteld. De duur kan variëren afhankelijk van de
grootte en het type vlees, van de braadtemperatuur en van de geselec-
teerde bakfunctie.
De temperatuurvoeler kan met alle bakfuncties gebruikt worden.
De juiste manier om de temperatuurvoeler aan
te brengen
Steek de punt van de temperatuurvoeler horizontaal tot in het midden
van het voedsel dat wordt gebraden.
Steek de temperatuurvoeler altijd tot aan het handvat erin.
De punt mag niet in de buurt van vet of botten noch in een open ruimte
(bijv. bij gevogelte) komen te zitten.
Ook wanneer het om gevogelte gaat moet men erop letten dat de tem-
peratuurvoeler zodanig in het product wordt gestoken dat deze niet in
contact komt met een bot.
Gebruik van de temperatuurvoeler
Doe het klaargemaakte braadproduct met de temperatuurvoeler erin
gestoken in de oven.
Doe de stekker van de tempe-
ratuurvoeler in het aansluit-
punt dat zich linksboven
aan de zijwand van de oven
bevindt.
Bij het aansluiten van de temperatuur-
voeler verschijnt het symbool op
het scherm en knippert de door de oven
voor het braden aanbevolen tempera-
tuurwaarde.
Als u de aanbevolen temperatuur wilt wijzigen, toets dan de symbolen
en in. Druk vervolgens op het symbool .
Selecteer ten slotte een bakfunctie of bakrecept.
Tijdens de bereiding verschijnt op het
scherm het symbool en de op dat
moment door de temperatuurvoeler
gemeten temperatuur afgewisseld met
de geselecteerde temperatuur.
Wanneer de binnenkant van het braadproduct de door u geselecteerde
temperatuur heeft bereikt, gaat de oven uit, weerklinkt enkele ogen-
blikken een geluidssignaal en knippert het symbool
.
Toets het symbool in om het geluidssignaal uit te schakelen. Het
braadproduct is naar uw smaak bereid en klaar om geserveerd te worden.
Als u tijdens het bakken de temperatuur van de temperatuurvoeler wilt
veranderen, dan hoeft u slechts het symbool
in te toetsen. Hierna
kunt u met de symbolen en de geselecteerde temperatuur
wijzigen. Tenslotte hoort u na het intoetsen van het symbool 2
opeenvolgende pieptonen als bevestiging van de wijziging.
Richtwaarden voor het braden met temperatuurvoeler
Gerecht
Rundvlees
Rosbief/runderhaas rood 40-45
Rosbief/ runderhaas weinig doorbakken 50-55
Rosbief/runderhaas goed doorbakken 60-65
Gestoofd rundvlees 80-85
Varkensvlees
Varkenshaas 65-70
Gestoofd varkensvlees / ham 80-85
Halskarbonade/schenkel 80-85
Karbonades, fi let 75-80
Karbonades met bot 70
Koteletjes 65-70
Gebraden gehakt 70-75
Kalfsvlees
Rundvlees 70-75
Gestoofde kalfsniertjes 75-80
Kalfsschenkel 80-85
Wild
Wild 75-80
Filet 60-70
Filet 40-45
Haas weinig doorbakken 50-55
Haas goed doorbakken 60-65
Gestoofd lamsvlees 80-85
Gevuld vlees 70-75
Gevogelte 85-90
Vis 70-80
Temperatuur van de
binnenkant in ºC