Copyright Dit is een uitgave van KPN Telecom B.V., Nederland, november 1999 ©KPN N.V. Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder toestemming van KPN Telecom. KPN Telecom behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaand bericht. KPN Telecom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsel die het gevolg is van verkeerd gebruik of gebruik dat niet in overeenstemming is met de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Inhoud Inhoud 1 Inleiding .............................................................................................................................. 6 1.1 1.2 1.3 Over het basisstation AirVox 100 ISDN ................................................................................... 6 Over deze gebruiksaanwijzing ................................................................................................. 6 Voordat u het basisstation installeert en in gebruik neemt .............................
Inhoud 9 Telefoneren met GAP-telefoons ........................................................................21 9.1 9.2 9.3 9.4 Gesprek voeren ......................................................................................................................21 Gesprek beantwoorden ..........................................................................................................21 Gesprek doorverbinden ..........................................................................................
Inhoud 16 Wetenswaardigheden over de DECT-technologie ................................. 38 16.1 16.2 16.3 16.4 Wat is DECT? ......................................................................................................................... 38 Componenten van een DECT-radiosysteem ......................................................................... 38 Bereik en ontvangst ...............................................................................................................
Inleiding 1 Inleiding 1.1 Over het basisstation AirVox 100 ISDN Met het radiosysteem AirVox (basisstation AirVox 100 ISDN en ISA-kaart AirVox ISA of PCMCIA-kaart AirVox PCMCIA) surft u op het Internet, wisselt u gegevens uit of verstuurt en ontvangt u e-mails en dit alles zonder kabel en met de beproefde ISDN-kwaliteit.
1 Inleiding Tekens en symbolen In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende tekens en symbolen gebruikt: p a i Bij handelingen die uit meer dan één stap bestaan, zijn de afzonderlijke stappen doorgenummerd. Bij handelingen die slechts uit één stap bestaan, staat vóór de tekst een p -pijl. Bij sommige stappen wordt het resultaat van de handeling aangegeven. Dergelijke resultaataanduidingen zijn te herkennen aan de a -pijl aan het begin van de regel. Aanwijzingen worden met "i" aangeduid.
Inhoud van de verpakking 2 Inhoud van de verpakking Inhoud van de verpakking voor het basisstation AirVox 100 ISDN k k k k k k Basisstation AirVox 100 ISDN ISDN-aansluitsnoer Adapter FW 6399 voor de aansluiting op 230V 2 schroeven en 2 pluggen (voor wandmontage) Gebruiksaanwijzing Beknopte gebruiksaanwijzing Basisstation AirVox 100 ISDN Basisstation ISDNaansluitsnoer Adapter FW 6399 Schroeven en pluggen Gebruiksaanwijzing en beknopte gebruiksaanwijzing Softwareversie Het versienummer van de op het
2 Inhoud van de verpakking i Om een pc of laptop via de ISA-kaart AirVox ISA of via de PCMCIA-kaart AirVox PCMCIA bij het basisstation AirVox 100 ISDN te kunnen aanmelden, moeten de softwareversies van het basisstation en van de op de computer geïnstalleerde AirVox-software onderling compatibel zijn: k Bij de softwareversies van het basisstation en de AirVox-software moeten de cijfers vóór de punt en het eerste cijfer achter de punt hetzelfde zijn.
Overzicht van de behuizing 3 Overzicht van de behuizing Antennebeugel 1 Antennebeugel 2 Aansluitstrook met aansluitpunten 3.1 Antennebeugel De antennebeugels van het basisstation AirVox 100 ISDN zijn voorzien van lichtgevende controlelampjes en duiden aan dat het basisstation operationeel is (hoofdstuk 6, "Aanduiding dat het basisstation gereed is voor gebruik"). 3.2 Aansluitpunten De aansluitstrook van het basisstation AirVox 100 ISDN bevat vier aansluitpunten.
Veiligheid en waarschuwingen 4 Veiligheid en waarschuwingen Het basisstation AirVox 100 ISDN bestaat uit uiterst precieze, elektronische componenten. Gebruik het apparaat daarom met de grootste zorgvuldigheid. 4.1 Stroomvoorziening Door de aansluiting op een ongeschikte adapter raakt het basisstation beschadigd: k Gebruik alleen de meegeleverde adapter FW 6399. k Sluit de adapter alleen aan op een stopcontact met 230V 50Hz. 4.
Veiligheid en waarschuwingen Noteer de PIN basisstation. Zonder deze code kunt u het basisstation niet meer beheren. Als u de PIN basisstation vergeten bent, kan deze alleen worden gewijzigd via het verkooppunt. Daar zijn kosten aan verbonden. k Noteer wijzigingen van de PIN basisstation in de daarvoor bestemde velden aan de binnenkant van de omslag achterin van deze gebruiksaanwijzing. Hoe u de PIN basisstation vanaf een aangemelde GAP-telefoon kunt wijzigen vindt u in hoofdstuk 12.2.
AirVox 100 ISDN aansluiten 5 AirVox 100 ISDN aansluiten Voor de installatie van het basisstation AirVox 100 ISDN hebt u een 230V-stopcontact en een ISDN2-aansluiting (EURO-ISDN) nodig. Neem bij de installatie de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 4 in acht. U kunt het basisstation zonder montage opstellen of aan de wand monteren. i 5.1 Bij de wandmontage hebt u een betere ontvangst.
AirVox 100 ISDN aansluiten 3. Draai de meegeleverde schroeven er zover in, dat zij nog 5 mm uit de wand steken. 4. Hang het basisstation op aan de twee schroeven. De schroefkoppen moeten helemaal in de sleuven aan de achterkant van het basisstation steken. 5.3 Verbindingskabels aansluiten 2 1 PAR SER ISDN PWR Aansluitsnoer adapter FW 6399 ISDN-aansluitsnoer Aansluiten op het 230V-elektriciteitsnet 1.
Aanduiding dat het basisstation gereed is voor gebruik 6 Aanduiding dat het basisstation gereed is voor gebruik De twee brandende antennebeugels duiden aan dat het basisstation AirVox 100 ISDN operationeel is. Antennebeugel 1 Antennebeugel 2 Antennebeugel 1 geeft aan, of het basisstation in de ruststand of in de aanmeldmodus staat of dat de stroomvoorziening onderbroken is. Antennebeugel 2 geeft aan, of er een ISDN-verbinding tot stand is gebracht.
Informatie vooraf voor het gebruik van GAP-telefoons 7 Informatie vooraf voor het gebruik van GAP-telefoons Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het gebruik van GAP-telefoons met het basisstation AirVox 100 ISDN. U kunt elke draadloze telefoon die aan de DECT-norm GAP voldoet, bij het basisstation aanmelden en via het basisstation met het ISDN-net verbinden. Daarbij staan echter uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing beschreven functies ter beschikking.
Informatie vooraf voor het gebruik van GAP-telefoons GAP-telefoonmodel Bijzonderheden Hagenuk Clou Na de invoer van de PIN basisstation moet de handset worden gereset. Bijzonderheden bij display-aanduidingen. Hagenuk Pico Geen bijzonderheden bekend. Idaho Internetf@x Niet gebruiken in combinatie met de AirVox 100 ISDN. Bij de DECT-optie van de Idaho Internetf@x blijft tijdens het intoetsen van een telefoonnummer de kiestoon hoorbaar. Kathrein KT 940 Geen bijzonderheden bekend.
Informatie vooraf voor het gebruik van GAP-telefoons 7.4 Binnenkomende gesprekken weergeven Bij binnenkomende externe gesprekken beginnen maximaal twee bij het basisstation AirVox 100 ISDN aangemelde GAP-telefoons te rinkelen. Standaard zijn dit de twee GAP-telefoons die niet bezet zijn met het laagste interne telefoonnummer. Voor elk van uw externe telefoonnummers (MSN) kunt u echter hiervan afwijken.
Aan- en afmelden van GAP-telefoons 8 Aan- en afmelden van GAP-telefoons Dit hoofdstuk bevat informatie over het aan- en afmelden van GAP-telefoons bij het basisstation AirVox 100 ISDN. i 8.1 U moet uw GAP-telefoons bij het basisstation aanmelden, om deze met het basisstation te kunnen gebruiken. GAP-telefoon aanmelden Bij het basisstation AirVox 100 ISDN kunnen maximaal zes GAP-telefoons worden aangemeld.
Aan- en afmelden van GAP-telefoons Aanmeldmodus van het basisstation inschakelen: p Trek de adapter (voeding) van het basisstation eruit en steek de adapter er weer in, - of p schakel de aanmeldmodus in vanaf een aangemelde GAP-telefoon (hoofdstuk 12.1), - of p schakel de aanmeldmodus vanaf een aangemelde computer in (hoofdstuk 11.1 in de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende computerinsteekkaart). a Antennebeugel 1 knippert. De aanmeldmodus van het basisstation is ingeschakeld.
Telefoneren met GAP-telefoons 9 Telefoneren met GAP-telefoons Dit hoofdstuk gaat over het telefoneren met bij het basisstation AirVox 100 ISDN aangemelde GAP-telefoons. 9.1 Gesprek voeren Via het basisstation AirVox 100 ISDN kunnen externe en interne gesprekken worden gevoerd. Interne gesprekken zijn gesprekken met GAP-telefoons die bij hetzelfde basisstation zijn aangemeld.
Telefoneren met GAP-telefoons 9.3 Gesprek doorverbinden Interne en externe gesprekken kunt u naar een bij hetzelfde basisstation AirVox 100 ISDN aangemelde GAP-telefoon doorverbinden. Als de GAP-telefoon, waarnaar het gesprek moet worden doorverbonden, bezet is, wordt u direct weer met uw gesprekspartner verbonden. Dat gebeurt ook, als u een ongeldig of een niet toegewezen telefoonnummer hebt ingetoetst.
Telefoneren met GAP-telefoons i Het is niet mogelijk een driegesprek te voeren. Dit betekent dat u geen derde gesprekspartner aan het gesprek kunt laten deelnemen. Extra interne verbinding tot stand brengen (intern overleg plegen): 1. Druk op _. a De huidige verbinding wordt in de wachtstand gezet. 2. Toets een intern telefoonnummer in ( ... ). a De extra verbinding wordt tot stand gebracht. Als niet wordt opgenomen: p Druk op U. a De in de wachtstand gezette verbinding wordt weer hersteld.
Beheer van GAP-telefoons 10 Beheer van GAP-telefoons In dit hoofdstuk worden de functies voor het beheer van bij het basisstation AirVox 100 ISDN aangemelde GAP-telefoons beschreven. i Informatie over het aan- en afmelden van GAP-telefoons vindt u in hoofdstuk 8. Informatie over het toewijzen van GAP-telefoons aan externe telefoonnummers (MSN) vindt u in hoofdstuk 11.
Beheer van GAP-telefoons 5. Druk op . a Netlijnautorisatie van de GAP-telefoon is vastgelegd. 6. Leg de hoorn neer. 10.3 Weergave van het externe telefoonnummer bij de gebelde telefoon onderdrukken (CLIR) Bij uitgaande externe gesprekken verschijnt uw externe telefoonnummer (MSN) op de telefoon van uw gesprekspartner (CLIP). U kunt de weergave van uw MSN op de telefoon van uw gesprekspartner onderdrukken. De onderdrukking van de nummerweergave kunt u voor elke MSN apart vastleggen.
Externe telefoonnummers (MSN) aan GAP-telefoons toewijzen 11 Externe telefoonnummers (MSN) aan GAP-telefoons toewijzen Dit hoofdstuk gaat over het toewijzen van telefoonnummers (MSN‘s) aan GAPtelefoons die bij het basisstation AirVox 100 ISDN zijn aangemeld.
Externe telefoonnummers (MSN) aan GAP-telefoons toewijzen i De toewijzing van GAP-telefoons beheert u aanzienlijk makkelijker en overzichtelijker vanaf uw bij het basisstation aangemelde computer. Meer hierover vindt u in hoofdstuk 12 van de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende computerinsteekkaart, AirVox ISA of AirVox PCMCIA. Bij de computer worden de MSN-geheugenplaatsen 1–5 door de letters A–E weergegeven. 11.
Externe telefoonnummers (MSN) aan GAP-telefoons toewijzen 8. Druk op . a Het MSN is opgeslagen. Als de MSN-geheugenplaats niet bezet is, is het MSN aan alle bij het basisstation aangemelde GAP-telefoons toegewezen. 9. Leg de hoorn neer. 11.2 Opgeslagen MSN weergeven (:) Voor deze functie moet de GAP-telefoon over een display beschikken. 1. Toets _ 061 in (MSN: Multiple Subscriber Number). 2. Toets de cijfers van de PIN basisstation in. 3.
Externe telefoonnummers (MSN) aan GAP-telefoons toewijzen 6. Druk op . f Verschijnt op het display van de GAP-telefoon een hekje (#)? De gekozen MSN-geheugenplaats is ongeldig. p Leg de hoorn neer en begin opnieuw bij stap 1. 7. Toets de interne telefoonnummers van alle GAP-telefoons in, waaraan het MSN moet worden toegewezen ( ... ). 8. Druk op . a Nieuwe MSN-toewijzing is opgeslagen. 9. Leg de hoorn neer. 11.
Beheer van het basisstation vanaf de GAP-telefoon 12 Beheer van het basisstation vanaf de GAP-telefoon In dit hoofdstuk worden alle functies beschreven, die voor het beheer van het basisstation AirVox 100 ISDN vanaf een GAP-telefoon kunnen worden opgeroepen. De GAP-telefoon moet bij het basisstation aangemeld zijn. i Om alle functies te kunnen oproepen, moet u het basisstation AirVox 100 ISDN vanaf een bij het basisstation aangemelde computer beheren.
Beheer van het basisstation vanaf de GAP-telefoon 3. Bevestig de invoer (per telefoon verschillend, vaak: OK-toets of ). 4. Toets in. a Antennebeugel 1 brandt continu. De aanmeldmodus van het basisstation is uitgeschakeld. 5. Leg de hoorn neer. 12.2 PIN basisstation wijzigen (:) De PIN basisstation is noodzakelijk, om draadloze apparaten (GAP-telefoons en computers) bij het basisstation AirVox 100 ISDN te kunnen aanmelden en om systeeminstellingen van het basisstation te kunnen wijzigen.
Beheer van het basisstation vanaf de GAP-telefoon 12.3 Standaardinstellingen van het basisstation herstellen Deze functie herstelt de oorspronkelijke, bij de levering ingestelde standaardinstellingen van het basisstation AirVox 100 ISDN geheel of gedeeltelijk.
Tips bij problemen 13 Tips bij problemen Controleer bij functionele storingen eerst de mogelijk oorzaken van de storing in de onderstaande storingstabellen. i Hulp bij functionele storingen in verband met het gebruik van de computerinsteekkaarten AirVox ISA en AirVox PCMCIA vindt u in hoofdstuk 14 van de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende insteekkaart. 13.
Tips bij problemen Mogelijke oorzaak Oplossing Bij externe gesprekken: basisstation Basisstation met ISDN-aansluiting verbinden niet op ISDN-net aangesloten Bij externe gesprekken: basisstation AirVox is met grotere prioriteit voor het gebruik op aan nevenaansluiting aangesloten het ISDN-kastje van een ISDN-basisaansluiting (NT1) bedoeld. Bij nevenaansluitingen kunnen problemen ontstaan. 13.
Onderhoud 14 Onderhoud Regelmatig onderhoud aan het basisstation AirVox 100 ISDN is niet nodig. Neem bij het reinigen van de behuizing en bij noodzakelijke reparaties de aanwijzingen in dit hoofdstuk in acht. 14.1 Reiniging Verkeerde reinigingsmiddelen beschadigen het basisstation: k Reinig de behuizing van het basisstation met een vochtige of antistatische doek. k Gebruik geen droge doeken (dit veroorzaakt statische elektriciteit). 14.
Technische gegevens 15 Technische gegevens 15.1 Maximumaantal draadloze apparaten Bij het basisstation AirVox 100 ISDN kunnen maximaal zes GAP-telefoons en maximaal zes computers tegelijkertijd aangemeld zijn. Dat zijn dus in totaal twaalf draadloze apparaten. 15.2 Compatibiliteiten DECT ETSI DECT ETS 300 175 FP (standaardinstelling) MMAP ETSI DMAP EN 301 650 Gegevensoverdracht met dienstintegratie ETSI GAP ETS 300 344 Spraak- en telefoondiensten ISDN E-DSS1 (EURO-ISDN) CAPI 1.1/2.
Technische gegevens 15.4 Software-ondersteuning DECT MMAP protocol-stack (gegevens) GAP protocol-stack (spraak / telefonie) ISDN Dual CAPI 1.1/2.0 D-kanaal: E-DSS1 B-kanaal: X.75, HDLC, V.120, T70/90-NL SETUP Bescherming Configuratie via draadloze DECT/GAP-telefoons of een configuratieprogramma (computer) Volledige codering van de overgedragen spraak/gegevens Challenge/Response-bevestiging van de gebruiker 15.
Wetenswaardigheden over de DECT-technologie 16 Wetenswaardigheden over de DECTtechnologie Dat AirVox in staat is, om spraak en data met ISDN-kwaliteit draadloos over te dragen, komt door de DECT-technologie en de twee ETSI-standaarden GAP (ETSI standaard EN 300 444) en MMAP/DMAP (ETSI standaard EN 301 650). 16.1 Wat is DECT? DECT is de afkorting van Digital Enhanced Cordless Telecommunication en betekent digitale, verbeterde, draadloze telecommunicatie.
Wetenswaardigheden over de DECT-technologie Een radioverbinding wordt in gebouwen door muren, plafonds en meubels gedempt en is op grond van reflecties ook aan schommelingen onderhevig. Moderne DECT-radiosystemen zoals AirVox corrigeren dergelijke ontvangststoringen automatisch. AirVox beschikt bovendien over een verbeterde foutencorrectie bij de gegevensoverdracht, zodat gegevens over het algemeen zonder storingen kunnen worden verstuurd en ontvangen. 16.
Verklarende woordenlijst 17 Verklarende woordenlijst Afkorting CLIP Verklaring Calling Line Identification Presentation Weergave van uw eigen telefoonnummer bij de persoon waarmee u een extern gesprek voert. Zie ook CLIR. CLIR Calling Line Identification Restriction Onderdrukking van de weergave van uw eigen telefoonnummer bij de persoon waarmee u een extern gesprek voert. Zie ook CLIP. DECT Digital Enhanced Cordless Telecommunication Digitale radiodienst voor thuis (spraak en data).
Verklarende woordenlijst Afkorting Verklaring NT1 Network Termination Basicrate Access Kastje van de ISDN-basisaansluiting. Stelt de gestandaardiseerde ISDN2-aansluiting met twee communicatie-kanalen voor de aansluiting van randapparatuur ter beschikking. RFPI Radio Fixed Part Identity Wereldwijd eenduidig nummer voor de aanduiding van stationaire DECT-basisstations. Bij AirVox vormt het RFPI-nummer het grootste deel van het serienummer van het basisstation AirVox 100 ISDN. Zie ook IPEI.
Trefwoordenlijst 18 Trefwoordenlijst Aanduiding gereed voor gebruik 6 Aanmelden Aanmeldmodus inschakelen 12.1 GAP-telefoon 8.1 Aanmeldmodus inschakelen 12.1 uitschakelen 12.1 weergeven 6 Aansluitpunten 3.2, 5.3 Aansluitstrook 3.2, 5.3 Adapter 4.1 Afmelden GAP-telefoon 8.2 Gegevens van alle draadloze apparaten wissen 12.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen 4 Antennebeugel 3.1 Aanduiding gereed voor gebruik 6 Basisstation Aanmeldmodus inschakelen, uitschakelen 12.1 PIN basisstation wijzigen 12.
Trefwoordenlijst GAP-telefoon aanmelden 8.1 afmelden 8.1 Beheer 10 Bijzonderheden 7.1 externe telefoonnummers toewijzen 11, 11.3 Gesprek beantwoorden 9.2 Gesprek doorverbinden 9.3 Gesprek voeren 9.1 Informatie vooraf 7 intern overleg plegen 9.4 intern telefoonnummer weergeven 10.1 IPEI-nummer 8.1 Netlijnautorisatie vastleggen 10.2 toegewezen externe telefoonnummers weergeven 11.4 Toets voor interne gesprekken 7 wisselgesprek 9.4 Garantie binnenkant van de omslag voorin Gegevens herstellen 12.
Trefwoordenlijst Montage 5 MSN: zie "Externe telefoonnummers (MSN)" Netlijnautorisatie 10.2 Nummerweergave van de externe telefoonnummers onderdrukken (CLIR) 10.3 Onderhoud 4.4, 14 Ontvangst 16.3 Overleg plegen 9.4 Overzicht van de behuizing 3 Parallelle interface 3.2 PIN basisstation 4.5, 7.5 bevestigen 7.5 Standaardinstelling herstellen 12.3 wijzigen 12.2 Reiniging 4.4, 14.1 Reparaties 4.4, 14.2 Seriële interface 3.2 Software Compatibiliteit 2 Upgrade 3.2 Versie 2 Standaardinstelling herstellen 12.
Trefwoordenlijst Weergeven Aanmeldmodus 6 externe telefoonnummers 11.2 intern telefoonnummer 10.1 Operationele toestand 6 Toewijzing telefoonnummers 11.4 Wisselgesprek 9.
Aantekeningen 46
Serienummer van het basisstation AirVox 100 ISDN Vul hier het serienummer in, zie bij SNr op de achterkant van het basisstation. >>>>>@>>>>>>>@> Het serienummer is samengesteld uit het RFPI-nummer (apparaatnummer van vaste DECTstations) van het basisstation, aangevuld met een ééncijferig controleteken. PIN basisstation Wijzigingen van de PIN basisstation hier noteren. Na verlies van de PIN basisstation kunt u het basisstation AirVox 100 ISDN niet meer beheren.