Operation Manual
8
SIMBA
PTNONLITGBFRFIESDKDE
9
SIMBA
PTNONLITGBFRFIESDKDE
21
3
5
76
4
1 Uitpakken en monteren
1.1 Vóór het eerste gebruik
Levensgevaar!
• Houd plastic verpakkingsmaterialen buiten
bereik van kinderen in verband met verstik-
kingsgevaar.
• Let op met kleine onderdelen. Uw kind kan
deze inslikken met kans op verstikking.
• Plaats geen losse voorwerpen in de buggy.
Waarschuwing!
• Controleer uw product vóór gebruik op be-
schadigingen, loszittende- of ontbrekende
onderdelen, scherpe randen en/of uitsteeksels.
• Plaatsnooitmeerdanhetmaximaaltoegestane
gewicht in de buggy (zie p. 14 ‘technische
specificaties’).
Voorzichtig!
• Verwijder logo’s of stickers niet om beschadiging
te voorkomen. Sommige logo’s en stickers zijn
wettelijk verplicht.
Tip
• Vanuit milieuoogpunt adviseren wij verpakkings-
materiaal gescheiden in te leveren bij uw
gemeentelijke afvalinzamelingspunt.
1. Neem de buggy en de kap uit de doos.
2. Verwijder al het verpakkingsmateriaal en gooi dit
direct weg.
3. Controleerofdebuggycompleetisaandehand
van de productbeschrijving (zie p. 7).
1.2 Uitvouwen
Waarschuwing!
• Wees voorzichtig met scharende delen wanneer
u de buggy uitvouwt, opvouwt of verstelt. Pas op
voor beknellen van vingers of handen van uzelf
of uw kind.
De buggy is opgevouwen.
1. Pak de buggy vast bij de duwers (de wielen
rusten op de grond, de 1e vergrendeling bevindt
zich aan de kant waar u staat, zie fig. 1).
2. Ontgrendel de transportvergrendeling met uw
linkerhand (zie fig. 2).
3. Duw met uw voet de 1e vergrendeling naar
beneden (zie fig. 3).
Het frame rust nu in rechte lijn in de frame-
vergrendeling (zie fig. 4).
1.3 Kap plaatsen
De buggy is uitgevouwen.
1. Klik de kunststof klemmen van de kap op het frame
zodat de brede kant van het sleutelgat over het
kapbevestigingspunt op het frame valt (zie fig. 5).
2. Schuif beide kunststof klemmen naar beneden
op het frame, zodat het pinnetje van het
kapbevestigingspunt vastklikt in de smalle kant
van het sleutelgat (zie fig. 6).
3. Duw beide kapspanners op de kap naar beneden
(zie fig. 6).
4. Bevestig het klittenband van de kap aan het
klittenband op de buggy (zie fig. 7).
2 Rijden met de buggy
Levensgevaar!
• Plaats de buggy nooit in de buurt van kachels,
open vuur of andere hittebronnen in verband
met brandgevaar.
• Houd de buggy uit de buurt van loshangende
snoeren, draden en koorden in verband met
kans op vallende voorwerpen, wurging en
verstikking.
Waarschuwing!
• Vervoernooitmeerdanéénkindindebuggy,de
maximale belasting is 18 kg.
•
Gebruik uitsluitend accessoires geleverd door
Koelstra BV. Andere accessoires zijn niet ontworpen
voor Koelstra producten en kunnen uw buggy
zwaar belasten en uit evenwicht brengen.
• Gebruikgeentweedekindzitjes.
• Laat uw kind niet op de stangen tussen de
wielen staan. Dit is gevaarlijk voor uw kind en zal
de buggy beschadigen.
• Plaatsnooiteenextrakindopdebeensteunvan
de buggy.
• Haaluwkinduitdebuggybijgebruikvan(rol)
trappen, liften en steile hellingen.
• Laatuw kind nooit staan in de buggy,gebruik
altijd de 5-puntsveiligheidsgordel.
• Tildebuggynietopalsuwkinderinzit.
• Laatuwkindnooitzondertoezichtinofmetde
buggy achter.
• Hang geen tassen of andere lasten aan de
duwers, dit benadeelt de stabiliteit en
duurzaamheid van de buggy en kan kantelen
van de buggy veroorzaken.
• Wees extra voorzichtig bij treinstations of auto-
wegen. Wind veroorzaakt door trein of auto kan de
buggy in beweging brengen.
• Jog,skate of skeeler niet achter de buggy om
gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Aluminium-,metaal-enkunststofdelenkunnen
in de zon zeer heet worden. Voorkom dat u of uw
kind zich brandt aan hete onderdelen.
Voorzichtig!
• Rijdaltijdmetvierwielentegelijk,ook alsude
buggy een stoeprand op- of afrijdt. Het frame is
sterk, maar zal sneller verzwakken als u gebruik
maakt van slechts twee wielen.
• Gebruik de buggy niet als bagagewagen,
overbelasting van de buggy kan tot schade leiden.
• Legnooitproductenopdekap.
• Controleeraltijdofallewielengoedgemonteerd
zijn, dit is o.a. belangrijk voor de remwerking.
Let op!
• Houddekapopdebuggyaltijdinuitgevouwen
stand om de gevoelige huid van uw kind te
beschermen. Als u geen kap wenst te gebruiken,
monteer dan een parasol.
• Controleer voor elk gebruik of alle vergren-
delingen zijn gesloten in verband met knelgevaar
en ongewenst opvouwen.
• Controleer of ritsen en drukknopen goed
gesloten en/of bevestigd zijn.
2.1 Rugleuning instellen (zie fig. 8)
Let op!
• Verstel de rugleuning nooit als uw kind in de
buggy zit of ligt.
De buggy is uitgevouwen.
1. Duw beide rugleuningverstellers omhoog.
2. Duw de rugleuning achterover.
3. Trek de rugleuning omhoog om deze in de
gewenste stand te zetten.
De rugleuning heeft 4 standen.
2.2 Beensteun instellen (zie fig. 9)
De buggy is uitgevouwen, de beensteun staat in
horizontale stand.
1. Houd de beensteunverstellers aan beide zijden
van de beensteun ingedrukt en duw de
beensteun naar beneden.
2. Trek de beensteun weer omhoog om deze in
horizontale stand te zetten.
De beensteun heeft 2 standen: horizontaal en
verticaal.
2.3 5-Puntsveiligheidsgordel gebruiken
Voorzichtig!
• Gebruikalleen de 5-puntsveiligheidsgordel die
meegeleverd is met de buggy.
• Zet uw kind altijd vast in de 5-puntsveilig-
heidsgordel (ook als uw kind zelfstandig kan
zitten).
Let op!
• Steldehoogtevande5-puntsveiligheidsgordel
altijd in op de grootte van uw kind. Hoe groter
uw kind, hoe hoger de schoudergordel in de
zitting geplaatst dient te worden.
• Steldelengtevande 5-puntsveiligheidsgordel
altijd in op de grootte van uw kind. Gebruik
hiervoor de schuifgespen aan de 5-punts-
veiligheidsgordel.
• Voorkom dat de banden van de 5-punts-
veiligheidsgordel gedraaid zijn.
Tip
• De5-puntsveiligheidsgordelheeftD-ringenaan
de heupgordels. Hieraan kan indien gewenst een
extra gordelset of tuigje bevestigd worden.
1
2
3
4
8
9








