Operation Manual
A-61627_nl december 2011 2-19
Optie Zwart-wit aanpassen Zwart-wit aanpassen — hiermee kunt u de waarden voor Contrast en
Drempel aanpassen. Deze optie is alleen beschikbaar als u bij Scannen
als Zwart-wit hebt geselecteerd.
• Wanneer u Best (iThresholding) op het scherm Scannen als hebt
geselecteerd, kunt u alleen de waarde voor Contrast wijzigen.
• Wanneer u Normaal (ATP) hebt geselecteerd, kunt u zowel de
waarde voor Contrast als de waarde voor Drempel wijzigen.
Contrast ⎯ past het verschil tussen zwart en wit aan, waardoor een
beeld scherper of zachter wordt. Bij een instelling met laag contrast is
het verschil tussen zwart en wit klein, waardoor het beeld zachter wordt.
Bij een instelling met hoog contrast is het verschil tussen zwart en wit
groot, waardoor het beeld scherper wordt. Selecteer een contrastwaarde
tussen 1 en 100. De standaardwaarde is 50.
Drempel — hiermee zet u een beeld in grijstinten om in een zwart-wit
beeld. De drempelwaarden lopen van 0 tot 255. De standaardwaarde is
90. Een lagere drempelwaarde produceert een lichter beeld en u kunt
dit gebruiken om achtergronden en nauwelijks zichtbare, onnodige
informatie te temperen. Met een hoge drempelwaarde wordt een donkere
afbeelding geproduceerd. Een hoge drempelwaarde kan worden gebruikt
om vage afbeeldingen duidelijker te maken.
1. Wanneer u Contrast of Drempel selecteert, wordt het scherm Contrast
(of Drempel) weergegeven.
2. Gebruik de pijl omhoog en pijl omlaag om de waarde aan te passen
en klik vervolgens op de knop links van de waarde om de nieuwe
waarde op te slaan.










