Operation Manual
17 www.kodak.com/go/support
Foto's en video's maken
NL
De modi P, A, S, M en C gebruiken
Diafragma – ook wel f-stop genoemd, bepaalt de grootte van de lensopening.
(Dit bepaalt ook de scherptediepte.) Zowel de hoogste als de laagste diafragma-
instelling kunnen worden beïnvloed door de optische zoom.
Sluitersnelheid – hiermee regelt u hoe lang de sluiter geopend blijft. Een pictogram
met een bibberende hand waarschuwt dat de sluitersnelheid laag is. (Gebruik
een statief als u wilt voorkomen dat de camera beweegt.)
Exposure Compensation (belichtingscompensatie) – hiermee controleert u
hoeveel licht in de camera valt. Verhoog of verlaag de lichtinval tot maximaal 2 BW
in stappen van 0,3 BW. Als de foto te licht is, dient u een lagere instelling te kiezen.
Als de foto te donker is, dient u een hogere instelling te kiezen.
Flitsercompensatie – hiermee bepaalt u de helderheid van de flitser (helderder:
+0,5, +1,0; minder helder: -0,5, -1,0). U dient zich binnen het flitsbereik te bevinden.
Niet beschikbaar als de flitserinstelling op Off (uit) staat.
Diafragma (f) Scherptediepte
Groter f-getal
(kleinere lensopening)
Zowel de voorgrond als de achtergrond is scherp. Geschikt voor
panorama's en goed verlichte omstandigheden.
Kleiner f-getal
(grotere lensopening)
De voorgrond is scherp en de achtergrond vaag. Geschikt voor
portretten en omstandigheden met weinig licht.
Diafragma
Sluitersnelheid
ISO
Flitsercompensatie
Belichtingscompensatie










