Operation Manual

De geavanceerde functies gebruiken
22 www.kodak.com/go/easysharecenter
Hogere f-getallen geven een kleinere lensopening aan; het onderwerp blijft hierdoor
scherp. Deze getallen zijn zeer geschikt voor landschappen en omstandigheden met
veel licht.
Sluitersnelheid – hiermee regelt u hoe lang de sluiter geopend blijft.
Belichtingscompensatie – hiermee past u de belichting aan, geschikt voor opnamen
met tegenlicht of niet-gangbare opnamen. Als de foto te licht is, dient u een lagere
instelling te kiezen. Als de foto te donker is, dient u een hogere instelling te kiezen.
ISO-snelheidhiermee stelt u de lichtgevoeligheid van de camera in. Een hogere
ISO-snelheid betekent een grotere gevoeligheid. (ISO 3200 en 6400 zijn alleen
beschikbaar bij een fotoformaat van 3,1
MP en kleiner in de modi P en M.)
OPMERKING: Een hogere ISO-snelheid kan ongewenste korreligheid of ruis veroorzaken in een foto.
Scherpstelmodus – hiermee selecteert u een groot of specifiek gebied waarop u wilt
scherpstellen.
Scherpstelmodus Beschrijving
Normale AF
Scherpstelling voor het maken van gewone foto's.
Macro
Scherpte en details in foto's van dichtbij. Gebruik indien mogelijk het
beschikbare licht in plaats van de flitser. De camera bepaalt automatisch
het scherptebereik afhankelijk van de zoompositie. De afstanden voor het
maken van foto's van dichtbij zijn:
Groothoek: 0,2 m - 0,7 m
Telefoto: 0,5 m - 1,0 m
Oneindig
Verre onderwerpen. De zoekermarkeringen voor automatisch
scherpstellen zijn niet beschikbaar.