Operation Manual

www.kodak.com/go/z1275support en z1285support 21
Meer camerafuncties
Modus P/M – zie pagina 19.
ISO-snelheid – hiermee stelt u de lichtgevoeligheid in. Een hogere ISO-snelheid
betekent een grotere gevoeligheid.
OPMERKING: Een hogere ISO-snelheid kan ongewenste ruis veroorzaken in een foto.
Belichtingscompensatie – hiermee past u de belichting aan. Als de foto te licht is,
dient u een lagere instelling te kiezen. Als de foto te donker is, dient u een hogere
instelling te kiezen.
Sluitersnelheid – hiermee regelt u hoe lang de sluiter geopend blijft.
Diafragma – (ook wel f-stop genoemd) hiermee bepaalt u de lensopening, die weer
de scherptediepte bepaalt.
Lagere f-getallen geven een grotere lensopening aan; deze getallen zijn zeer geschikt voor
portretten en omstandigheden met weinig licht.
Hogere f-getallen geven een kleinere lensopening aan; het onderwerp blijft hierdoor scherp;
deze getallen zijn zeer geschikt voor landschappen en omstandigheden met veel licht.
Scherpstelmodus – hiermee selecteert u een groot of specifiek gebied waarop u wilt
scherpstellen.
Scherpstelmodus Beschrijving
Normale AF
Scherpstelling voor het maken van gewone foto's.
Macro
Scherpte en details in foto's van dichtbij. De camera bepaalt automatisch het
scherptebereik al naargelang de zoompositie.
Oneindig
Verre onderwerpen. De zoekermarkeringen voor automatisch scherpstellen zijn
niet beschikbaar.
Handmatig
Het scherpstellen gebeurt op het midden van het onderwerp. Wanneer het MF-
pictogram wordt weergegeven, drukt u op de OK-knop om de scherpstelindicator
weer te geven. Druk op om de instelling aan te passen.