Operation Manual

76
Hoofdstuk 9
Foto-oriëntatie is
onnauwkeurig.
De camera werd
gedraaid of opgetild
toen de foto werd
gemaakt.
Stel de oriëntatie-sensor in
(pagina 38).
De sluiterknop
werkt niet.
De camera staat niet
aan.
Zet de camera aan (pagina 7).
De camera is bezig met
het verwerken van een
foto; het klaar-lichtje
(naast de zoeker)
knippert.
Wacht tot het lichtje niet meer
knippert en maak daarna de
volgende foto.
De kaart of het interne
geheugen is vol.
Breng foto’s naar uw computer
over (pagina 69), verwijder foto’s
uit de camera (pagina 45), wijzig
de opslaglocatie (pagina 12) of
plaats een kaart met vrij geheugen
(pagina 11).
Er ontbreekt een
deel van de foto.
Er bevond zich iets
voor de lens toen de
foto werd gemaakt.
Houd tijdens het fotograferen geen
handen, vingers of andere
voorwerpen voor de lens.
Uw oog of de foto
bevond zich niet goed
in het midden van de
zoeker of het
LCD-scherm.
Laat ruimte rond een onderwerp
vrij wanneer u het beeld in het
midden van de zoeker of het
LCD-scherm probeert te plaatsen.
Camera
Probleem Oorzaak Oplossing