Operation Manual

Foto's en video's maken
16
NL
Modi P, A, S, M en C
Diafragma—ook wel f-stop genoemd,
bepaalt de lensopening, die weer de
scherptediepte bepaalt.
Grotere diafragma-instellingen (hoger
f-nummer) stellen zowel de voorgrond als de
achtergrond scherp en zijn geschikt voor
landschappen en omstandigheden met goede
verlichting. Kleinere diafragma-instellingen
stellen het onderwerp scherp (de achtergrond
wordt wazig) en zijn geschikt voor
portretfoto's en omstandigheden met weinig
licht. Zowel de hoogste als de laagste
diafragma-instelling kunnen worden
beïnvloed door de optische zoom.
Sluitersnelheid—bepaalt hoe lang de sluiter open blijft. Een pictogram
met een bibberende hand waarschuwt dat de sluitersnelheid laag ligt.
(Plaats de camera op een statief als u fotografeert met lage
sluitersnelheden.)
Belichtingscompensatie—bepaalt hoeveel licht de camera binnenkomt
en is handig voor opnamen met tegenlicht. Als de foto te licht is, dient u
een lagere instelling te kiezen. Als de foto te donker is, dient u een hogere
instelling te kiezen.
Self Portrait
(zelfportret)
Close-ups van uzelf.
Party Mensen binnenshuis.
Children
(kinderen)
Foto's van spelende kinderen bij helder licht.
Backlight
(achter-
grondlicht)
Onderwerpen die zich in de schaduw bevinden of in
tegenlicht (wanneer het licht achter het onderwerp staat).
Gebruik deze
SCN-modus
Voor het volgende:
Dia-
Sluiter-
Belichtings-
Keuze-
ISO
compensatie
Flitser-
compensatie
snelheid
fragma
instelling