Operation Manual

63
Hoofdstuk 9
De foto is vaag. De lens is vuil. Maak de lens schoon
(pagina 86).
Het object was te
dichtbij toen de foto
werd genomen.
Ga verder weg staan zodat er
minstens 0,5 m afstand is
tussen camera en object, of
schakel Close-up in
(pagina 17).
Het object is te ver weg
om goed scherp te
kunnen stellen, ook al
staat de camera in de
Close-up-stand
(pagina 17).
Zet Close-up uit (pagina 17).
Het object of de camera
bewoog tijdens het
maken van de foto.
Houd de camera stil tijdens het
fotograferen.
Het object is zo ver weg,
dat het buiten het bereik
van de flitser valt.
Ga dichter naar het te
fotograferen object toe, zodat
de afstand niet groter is dan
2,4 m.
De diapresentatie
werkt niet op een
extern
videoapparaat.
De instelling voor Video
Out (video-uitgang) is
onjuist.
Wijzig de instelling voor de
video-uitgang van de camera
(NTSC of PAL,
pagina 42).
Het externe apparaat is
niet juist ingesteld.
Raadpleeg de handleiding van
het externe apparaat.
De diapresentatie
werkt niet op het
LCD-scherm.
De camera opent
mogelijk de verkeerde
opslaglocatie.
Controleer welke opslaglocatie
is ingesteld (pagina 10).
Camera
Probleem Oorzaak Oplossing