Operation Manual
Meer camerafuncties
www.kodak.com/go/support
27
NL
Opnamemodi
Gebruik deze modus: Voor het volgende:
Auto
(automatisch)
Alledaagse opnamen – biedt een uitstekend evenwicht tussen
kwaliteit en gebruiksgemak.
Scene (scène) Eenvoudig richten en foto's maken als u foto's maakt in
uitzonderlijke omstandigheden, waaronder de kleurmodi voor
zwart-wit en sepia. (Zie pagina 28 voor SCN-modi.)
Portrait
(portret)
Portretfoto's van mensen. Met telefoto kunt u de achtergrond
extra onduidelijk maken.
Sport Bewegende onderwerpen. De sluitertijd is kort.
Landscape
(panorama)
Verre onderwerpen. De flitser gaat niet af tenzij u deze aanzet. De
zoekermarkeringen voor automatisch scherpstellen (pagina 7)
zijn niet beschikbaar in deze modus.
Close-up Onderwerpen met een afstand van 13 cm - 70 cm van de lens bij
groothoek; 22 cm - 70 cm bij telefoto. Gebruik indien mogelijk het
beschikbare licht in plaats van de flitser. Gebruik het LCD-scherm
om het onderwerp in beeld te brengen.
Video Het opnemen van bewegende beelden met geluid (zie pagina 5).
Kies de modus die het meest geschikt is voor uw
onderwerpen en omgeving.










