Operation Manual

39
Hoofdstuk 2
Better (beter) (2,1 MP)—voor
het afdrukken van foto's tot een formaat van
(20 x 25 cm); foto's hebben een
gemiddelde resolutie en een geringere
bestandsgrootte.
verschijnt in het statusgebied.
Good (goed) (1,1 MP)—voor het
verzenden van e-mail, internet of voor
weergave op het scherm; de foto's hebben
de laagste resolutie en de geringste
bestandsgrootte.
verschijnt in het statusgebied.
4 Druk op de knop OK.
5 Druk op de Menu-knop om het menu te sluiten.
De instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
Kleurmodus instellen
Gebruik Color Mode (kleurmodus) om de kleurtinten en -stemmingen in te
stellen.
1 Druk in een willekeurige fotomodus op de zelfontspannerknop.
2 Druk op om Color Mode (kleurmodus) te markeren en druk
vervolgens op de knop OK.
3 Druk op om een optie te markeren
en druk vervolgens op de knop OK.
Color (kleur) (standaard)—voor het
maken van kleurenfoto's.
Black & White (zwart-wit)—voor het
maken van zwartwitfoto's.
Sepia—voor het maken van roodbruine,
klassiek ogende foto's.