Operation Manual
18 19
Instellingen fotomodus
1. Houd in de fotomodus de modustoets (10) ingedrukt om naar
het foto-instellingenmenu te gaan.
2. Druk op de modustoets (10) om naar het menu te gaan.
3. Met de modustoets (10) kunt u door de instellingen bladeren
en u kunt ze met de ontspanknop (1) selecteren/wijzigen.
In het foto-instellingenmenu vindt u de volgende opties:
MENU FUNCTIE
Capture mode
(Vastleggingsmodus)
Gebruik deze functie om de camera in de enkele
opname- of timer vertranginsmodus in te stellen.
[Single]/[2s timer]/[5s timer]/[10s timer]
([Enkel]/[2 sec timer]/[5 sec timer]/[10 sec timer])
Resolution (Resolutie) Het wijzigen van de fotoresolutie voor het
nemen van foto's.
[12M]/[10M]/[8M]/[5M]/[3M]/[1,3M]/[VGA]
Quality (Kwaliteit) Selecteer de beeldkwaliteit voor foto's.
U kunt kiezen uit drie opties.
[Super Fine]/[Fine]/[Normal]
([Superjn]/[Fijn]/[Normaal])
Sharpness (Scherpte) Het instellen van de scherpte van de foto.
Het scherpteniveau schrijft voor of de randen van
voorwerpen in de afbeelding meer of minder
zijn te onderscheiden.
[Sharp]/[Normal]/[Soft] ([Scherp]/[Normaal]/[Zacht])
Exposure (Belichting) Stel de waarde voor de belichting handmatig
in of compenseer voor ongebruikelijke
belichtingsomstandigheden.
[-3 EV tot +3 EV]
White balance
(Witbalans)
Pas de witbalans aan de verschillende
lichtbronnen aan.
[Auto]/[Daylight]/[Cloudy]/[Fluorescent]/
[Incandescent] ([Auto]/[Daglicht]/[Bewolkt]/
[Fluorescerend]/[Gloeilamp])
Colour (Kleur) Stel het kleureffect in.
[Standard]/[Sepia]/[Monochrome]/[Vivid]
([Standaard]/[Sepia]/[Monochroom]/[Levendig])
ISO Met het ISO-menu kunt u de het
gevoeligheidsniveau instellen.
[Auto]/[100]/[200]/[400]
Scene mode
(Scènemodus)
U kunt in overeenstemming met het beeld wat u wilt
vastleggen de scene mode (scènemodus) kiezen.
[Auto]/[Scenery]/[Portrait]/[Night Scenery]/
[Night Portrait]/[High Sensitivity]/[Beach]
([Auto]/[Landschap]/[Portret]/[Nachtlandschap]/
[Nachtportret]/[Hoge gevoeligheid]/[Strand])










