Operation Manual
Kennismaken met uw auto
483
• Let erop dat het schouderge-
deelte van de gordel altijd
over het midden van de
schouder loopt, en nooit over
de hals of achter de rug.
Wanneer het schoudergedeel-
te niet goed aansluit, kan het
helpen als uw kind iets meer
richting het midden van de
auto gaat zitten. Het heupge-
deelte van de driepuntsgordel
dient altijd zo nauwsluitend
mogelijk en zo laag mogelijk
op de heupen van het kind
geplaatst te worden.
• Als de veiligheidsgordel niet
goed past, raden wij u aan om
een goedgekeurd zitkussen
op de achterbank te plaatsen
om zo de zithoogte van het
kind te verhogen zodat de gor-
del wel past.
• Aangezien een veiligheidsgor-
del of kinderzitje zeer warm
kan worden als ze in een afge-
sloten auto worden achterge-
laten, dient u altijd de bekle-
ding en gordelsluitingen te
controleren voordat u uw kind
in de auto zet.
• Doe het kinderzitje in de baga-
geruimte of maak het vast met
een veiligheidsgordel als het
niet gebruikt wordt, zodat het
niet naar voren geworpen
wordt bij hard remmen of een
ongeval.
• Kinderen die te groot zijn voor
een kinderzitje dienen op de
achterbank plaats te nemen
en gebruik te maken van de
aanwezige driepuntsgordels.
Laat kinderen nooit op de pas-
sagiersstoel meerijden.
1JBH3051
WAARSCHUWING
• Een kinderzitje dient op de
achterbank geplaatst te wor-
den. Plaats een kinderzitje
nooit op de passagiersstoel.
Mocht er zich een ongeval
voordoen waarbij de passa-
giersairbag opgeblazen wordt,
dan kan de airbag een kind in
een kinderzitje ernstig letsel
toebrengen. Gebruik daarom
een kinderzitje alleen op de
achterbank van uw auto.