Operation Manual
331
Kennismaken met uw auto
WAARSCHUWING
Voor een optimale werking van
de gordelspanner:
• Moet de veiligheidsgordel op
de juiste manier gedragen
worden.
• Moet de veiligheidsgordel op
de juiste positie worden afge-
steld.
OPMERKING
Wanneer de gordelspanners
geactiveerd worden, kan een
luide knal hoorbaar zijn en kan
er rook zichtbaar worden in het
passagierscompartiment. Deze
rook is ongevaarlijk.
De fijne stof is normaal gespro-
ken onschadelijk, maar kan bij
personen met een gevoelige
huid irritatie veroorzaken. Te-
vens dient langdurig inademen
van de stof vermeden te wor-
den. Was uw handen en gezicht
zorgvuldig na een ongeval
waarbij de airbags en/of gordel-
spanners zijn geactiveerd.
OPMERKING
• Omdat de sensor die de air-
bag activeert in verbinding
staat met de gordelspanner,
zal het waarschuwingslampje
AIRBAG in het dashboard
gedurende ongeveer 6 secon-
den gaan branden nadat het
contact in stand ON wordt
gezet. Daarna zou het lampje
uit moeten gaan.
• Als de gordelspanner niet
goed werkt, zal dit waarschu-
wingslampje gaan branden,
ook al is er geen defect aan
het airbagsysteem. Als het
waarschuwingslampje AIR-
BAG niet gaat branden als het
contact in stand ON wordt
gezet, als het niet dooft nadat
het gedurende ongeveer 6
seconden heeft gebrand, of
als het gaat branden tijdens
het rijden, laat dan het gordel-
spanner- en/of het airbagsys-
teem zo spoedig mogelijk con-
troleren door een officiële Kia-
dealer.
WAARSCHUWING
• Gordelspanners zijn ontwor-
pen voor eenmalig gebruik.
Nadat een gordelspanner is
geactiveerd, moet deze wor-
den vervangen. Alle veilig-
heidsgordels die tijdens een
aanrijding zijn gebruikt, moe-
ten compleet vervangen wor-
den.
• Probeer nooit zelf de gordel-
spanners te controleren of te
vervangen. Laat dit over aan
een officiële Kia-dealer.
OPMERKING
Het mechanisme van de gordel-
spanners wordt tijdens het acti-
veren heet. Raak de onderdelen
van het gordelspannersysteem
niet aan nadat ze geactiveerd
zijn.