Operation Manual
319
Kennismaken met uw auto
• Zet voor het wegrijden de rug-
leuning altijd rechtop en
plaats de heupgordel strak en
zo laag mogelijk over de heu-
pen. Op deze manier bent u
het best beschermd bij een
eventuele aanrijding.
• Zet de stoel altijd zo ver moge-
lijk naar achteren, om te voor-
komen dat airbags te dicht bij
het lichaam worden geacti-
veerd, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan. Zorg ervoor dat
de afstand tussen het stuur-
wiel en het bovenlichaam ten
minste 250 mm bedraagt.
WAARSCHUWING
• Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuur-
der kunnen de werking van de
pedalen nadelig beïnvloeden
en mogelijk een ongeval ver-
oorzaken. Losliggende voor-
werpen kunnen ook de ver-
stelling in lengterichting van
de stoel hinderen. Plaats niets
onder de voorstoelen.
• Laat kinderen nooit alleen
achter in de auto.
• Zet de stoel altijd zo ver moge-
lijk naar achteren, om te voor-
komen dat airbags te dicht bij
het lichaam worden geacti-
veerd. Hierdoor kan ernstig
letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens
het rijden te verstellen. Hier-
door kunt u de controle verlie-
zen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade
het gevolg kan zijn.
• Zorg ervoor dat de rugleuning
altijd in de normale positie
kan staan. Als de rugleuning
vanwege hinderlijk geplaatste
voorwerpen of andere oorza-
ken niet goed vergrendeld kan
worden, kan dit bij een nood-
stop of aanrijding ernstig let-
sel tot gevolg hebben.