Operation Manual

Onderhoud
10
7
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Schema voor door de eigenaar
uit te voeren onderhoudswerk-
zaamheden
De eigenaar of officiële Kia-dealer
dient de onderstaande controles vol-
gens het aangegeven interval uit te
voeren om een veilige en betrouw-
bare werking van de auto te garan-
deren.
Neem bij bijzonderheden zo spoedig
mogelijk contact op met uw dealer.
Eventuele werkzaamheden die uit
deze controles voortvloeien, vallen
doorgaans niet onder de fabrieksga-
rantie en zullen, samen met het
arbeidsloon en eventuele onderde-
len en smeermiddelen, in rekening
gebracht worden.
Bij het tanken:
Controleer het motoroliepeil.
Controleer het koelvloeistofpeil in
het expansievat.
Controleer het niveau van de rui-
tensproeiervloeistof.
Controleer of de bandenspanning
in orde is.
Tijdens het rijden:
Let op veranderingen in het uitlaat-
geluid en let erop dat u in het inte-
rieur geen uitlaatgassen ruikt.
Controleer op trillingen in het
stuurwiel. Controleer of het sturen
niet zwaarder of lichter gaat dan
normaal en of de rechtuitstand niet
is gewijzigd.
Controleer of de auto niet naar één
kant trekt op een vlakke, rechte
weg.
Controleer bij het remmen op
vreemde geluiden, naar één kant
trekken, een grotere slag van het
rempedaal of een moeilijk in te
trappen rempedaal.
Controleer als de transmissie slipt
of niet normaal werkt het niveau
van de automatische-transmissie-
vloeistof.
Controleer de werking van stand P
(Park) van de automatische trans-
missie.
Controleer de werking van de par-
keerrem.
Controleer onder uw auto op lek-
kage (na het gebruik van de air-
conditioning kan er een plasje
water onder uw auto ontstaan; dit
is een normaal verschijnsel en
duidt niet op lekkage).
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het contro-
leren van het koelvloeistofpeil
wanneer de motor warm is. Hete
koelvloeistof en stoom kunnen
onder druk naar buiten spuiten.
Hierdoor kan ernstig letsel ont-
staan.