Operation Manual
Aanwijzingen voor het rijden
185
Sluit de verlichting van de aanhanger
niet rechtstreeks aan op de verlich-
ting van de auto. Gebruik hiervoor
speciale goedgekeurde bedrading.
Raadpleeg uw Kia-dealer voor meer
informatie.
Rijden op hellingen
Verminder snelheid en schakel naar
een lagere versnelling voordat u een
lange of steile helling afrijdt. Als u
niet terugschakelt, moet u de rem-
men vaker intrappen waardoor deze
oververhit raken en niet meer goed
werken.
Schakel bij het oprijden van een
lange helling terug en verminder
snelheid tot ongeveer 70 km/h (45
mph). Hierdoor wordt voorkomen dat
de motor en de transmissie overver-
hit raken.
Rijd in stand D wanneer de auto uit-
gerust is met een automatische
transmissie en u met een aanhanger
rijdt die meer weegt dan het maxi-
maal toegestane ongeremde aan-
hangergewicht.
Wanneer u in stand D rijdt met een
aanhanger wordt de levensduur van
de transmissie door een lagere
bedrijfstemperatuur verlengd.
Rijd in de vierde versnelling (of,
indien nodig, een lagere versnelling)
wanneer uw auto is uitgerust met
een handgeschakelde transmissie.
✽ AANWIJZING
• Houd de motortemperatuur goed
in de gaten als u met een aanhan-
ger een steile helling (meer dan
6%) oprijdt. Hierdoor kan de
motor oververhit raken. Als de
koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhit
dreigt te raken, breng de auto dan
op een veilige plaats tot stilstand
om de motor af te laten koelen.
Zodra de motor voldoende is afge-
koeld, kunt u uw weg vervolgen.
• Pas uw snelheid aan afhankelijk
van het gewicht van de aanhanger
en de hellingshoek van de weg,
zodat de motor en de transmissie
niet oververhit raken.
OPMERKING
Het gebruik van niet goedge-
keurde bedrading kan schade
aan het elektrische systeem van
de auto en/of persoonlijk letsel
veroorzaken.