Operation Manual

Aanwijzingen voor het rijden
8
5
Rijden in het donker
Omdat het rijden in het donker meer
gevaren oplevert dan het rijden bij
daglicht, volgen hier een aantal
belangrijke tips om te onthouden:
Rijd langzamer en houd meer
afstand tussen u en uw voorliggers
omdat het zicht in het donker
beperkter is, vooral in gebieden
waar geen straatverlichting is.
Stel uw spiegels bij om schittering
door de koplampen van andere
auto's te beperken.
Houd uw koplampen schoon en,
indien uw auto niet is uitgerust met
automatische koplampverstelling,
op de juiste wijze afgesteld. Vuile
of verkeerd afgestelde koplampen
beperken het zicht in het donker.
Kijk niet rechtstreeks in de koplam-
pen van tegemoetkomende auto's.
U kunt daardoor tijdelijk verblind
raken en het duurt enkele secon-
den voordat uw ogen weer aan de
duisternis gewend zijn.
Rijden in de regen
Regen en natte wegen kunnen het
rijden gevaarlijk maken, vooral wan-
neer u er niet op bedacht bent. Hier
volgen een aantal aandachtspunten
voor het rijden in de regen:
Door hevige regenval zal het zicht
beperkt worden en de remafstand
groter worden. Matig daarom uw
snelheid.
Zorg ervoor dat uw ruitenwissers in
goede staat verkeren. Vervang de
ruitenwisserbladen als ze strepen
achterlaten of bepaalde stukken
overslaan.
Wanneer de banden niet in een
goede staat verkeren, kunnen de
wielen bij een noodstop op een nat
wegdek gaan slippen, waardoor
een ongeluk kan ontstaan. Zorg
ervoor dat de banden in goede
staat verkeren.
Schakel uw verlichting in zodat
anderen u beter kunnen zien.
WAARSCHUWING
- Slippende wielen
Laat de wielen niet doorslippen,
vooral niet met hoge snelheid.
Het met hoge snelheid door
laten slippen van de wielen wan-
neer de auto stilstaat kan over-
verhitting van de banden ver-
oorzaken waardoor deze kun-
nen exploderen en voorbijgan-
gers kunnen verwonden.