Operation Manual
473
Rijden met uw auto
Luchtreiniger
(indien van toepassing)
De aanvoer van buitenlucht kan
automatisch worden geregeld. Druk
op de toets om de luchtreiniger te
activeren.
Als de luchtreiniger is ingeschakeld,
wordt de buitenlucht automatisch
gecontroleerd op verontreinigingen
en zo veel mogelijk gezuiverd voor-
dat deze in het interieur terechtkomt.
Desondanks is het niet helemaal uit
te sluiten dat er onaangename geur-
tjes het interieur binnendringen.
Uitschakelen van het systeem:
• druk nogmaals op de toets.
• druk op de luchttoevoertoets.
• druk op de toets AUTO.
• kies de stand ( ) of ( ) (als de
ontwasemfunctie is geactiveerd).
• stel de temperatuurregeling in op
17°C/62°F of 32°C/90°F in de
automatische stand (het controle-
lampje in de toets AUTO brandt).
• Druk op de toets OFF.
OPMERKING
• Als gedurende langere tijd
gereden wordt met ingescha-
kelde luchtreiniger, zullen de
ruiten beslaan.
• Druk op de toets of selec-
teer met de luchttoevoertoets
de stand BUITENLUCHT om
de ruiten te ontwasemen.
• De sensor van de luchtreini-
ger is op de radiateur ge-
plaatst. Pas op dat u de sen-
sor niet beschadigt.
OMG045075