Operation Manual
Rijden met uw auto
584
Controleer het peil van de ruiten-
sproeiervloeistof als de ruitensproei-
er niet werkt. Vul het reservoir met
een geschikte, niet schurende ruiten-
sproeiervloeistof wanneer het peil te
laag is.
De vulpijp van het reservoir bevindt
zich vooraan in de motorruimte aan
passagierszijde.
✽ AANWIJZING
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg is, om
beschadiging van de ruitensproeier-
pomp te voorkomen.
✽ AANWIJZING
• Gebruik om beschadiging van de
verwarmingsdraden te voorko-
men nooit scherpe voorwerpen of
reinigingsmiddelen met schurende
bestanddelen om de achterruit te
reinigen.
• Om te voorkomen dat de accu ont-
laden raakt, mag de achterruitver-
warming alleen worden ingescha-
keld wanneer de motor draait.
• Zie “Voorruit ontdooien en ontwa-
semen” in dit deel als u condens en
ijs van de voorruit wilt verwijde-
ren.
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit aan de binnen- en buiten-
zijde van rijp, condens en ijs terwijl
de motor draait.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet
bij temperaturen onder het
vriespunt zonder eerst de voor-
ruit met behulp van de voorruit-
ontwaseming te hebben ver-
warmd; de vloeistof kan anders
op de voorruit bevriezen en uw
uitzicht belemmeren.
OMG045033
OMG045034
Type A
Type B
ACHTERRUITVERWARMING