Operation Manual

455
Rijden met uw auto
Ruitenwissers voor
Type A
De werking is als volgt als het con-
tact in stand ON staat.
OFF : Ruitenwissers zijn uitgescha-
keld
INT : De ruitenwissers werken met
regelmatige intervallen. Ge-
bruik deze stand bij motregen
of mist. Draai aan de snel-
heidsregelknop om de snel-
heid te wijzigen (
1
). (S: lang-
zaam, F: snel)
LO : Normale wissersnelheid
HI : Hoge wissersnelheid
/MIST: Druk voor een enkele
wisbeweging de bedie-
ningsschakelaar naar vo-
ren en laat hem weer los
in de uitgangsstand. De
ruitenwissers zullen blij-
ven werken zolang de
schakelaar naar boven
wordt gedrukt en wordt
vastgehouden.
AANWIJZING
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebrui-
ken. Anders werken de ruitenwis-
sers mogelijk niet goed en kunnen ze
beschadigd raken.
Type B
De werking is als volgt als het con-
tact in stand ON staat.
OFF/LO/HI/ : Zie de uitleg van de
werking van type A.
AUTO (indien van toepassing)
; De regensensor bovenaan op de
voorruit registreert de hoeveelheid
regen en schakelt de ruitenwissers
automatisch in met de juiste snel-
heid/intervaltijd. Hoe harder het
regent, hoe hoger de wissersnel-
heid. Als het ophoudt met regenen,
worden de ruitenwissers automa-
tisch uitgeschakeld. Draai aan de
snelheidsregelknop om de snel-
heid te wijzigen (1). (S: langzaam,
F: snel.)
RUITENWISSERS EN -SPROEIERS
OMG045028
OMG045029
Sensor