Operation Manual

Rijden met uw auto
504
Energiebesparingsfunctie
Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem scha-
kelt automatisch de parkeerlichten
uit wanneer de contactsleutel ver-
wijderd wordt of wanneer het por-
tier aan bestuurderszijde wordt
geopend.
De parkeerlichten worden automa-
tisch uitgeschakeld als de auto in
het donker langs de kant van de
weg geparkeerd wordt.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven bran-
den wanneer de contactsleutel is
verwijderd:
1) Open het portier aan bestuurders-
zijde.
2) Schakel de parkeerlichten uit en
in met de lichtschakelaar op de
stuurkolom.
Bediening verlichting
De lichtschakelaar heeft een stand
voor het dimlicht en het parkeerlicht.
Draai, om de verlichting te bedienen,
de knop op het uiteinde van de com-
bischakelaar naar een van de vol-
gende standen:
(1) Stand UIT
(2) Stand parkeerlicht
(3) Stand dimlicht
(4) Stand automatische verlichting
(indien van toepassing)
Stand parkeerlicht ( )
Als de lichtschakelaar in de stand
parkeerlicht staat (1e stand), bran-
den de achterlichten, het parkeer-
licht, de kentekenplaatverlichting en
de dashboardverlichting.
VERLICHTING
OMG045019OMG045018