Operation Manual
Rijden met uw auto
364
Waarschuwingslampjes/
-signalen
Controle werking
De waarschuwingslampjes kunnen
worden gecontroleerd door het con-
tact in stand ON te zetten (start de
motor niet). Ieder lampje dat niet
gaat branden, moet worden gecon-
troleerd door een officiële Kia-dealer.
Controleer nadat de motor aanslaat
of alle waarschuwingslampjes uit
zijn. Eventuele lampjes die nog bran-
den, kunnen op een storing duiden.
Het waarschuwingslampje van het
remsysteem moet uitgaan zodra de
parkeerrem vrij is. Het waarschu-
wingslampje laag brandstofniveau
blijft branden als er nog maar weinig
brandstof in de tank zit.
Waarschuwings-
lampje ABS (indien
van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het con-
tact in stand ON wordt gezet en dooft
na ongeveer 3 seconden als het sys-
teem in orde is.
Wanneer het lampje blijft branden,
zit er mogelijk een storing in het
ABS. Laat de auto zo snel mogelijk
controleren door een officiële Kia-
dealer.
Waarschuwings-
lampje EBD (indien
van toepassing)
Als tijdens het rijden
gelijktijdig twee waar-
schuwingslampjes gaan
branden, zit er een storing
in het ABS of EBD-sys-
teem.
In dat geval kan het zijn dat het ABS
en remsysteem niet goed werken.
Laat de auto zo snel mogelijk contro-
leren door een officiële Kia-dealer.
WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPJES
WAARSCHUWING
Als zowel het waarschuwings-
lampje ABS als het waar-
schuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal het
remsysteem niet normaal wer-
ken. Er kan dus een onverwach-
te en gevaarlijke situatie ont-
staan bij plotseling remmen.
Vermijd in dit geval hard rijden
en plotseling remmen. Laat uw
auto zo snel mogelijk controle-
ren door een officiële Kia-
dealer.