Operation Manual
431
Rijden met uw auto
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid
aan als de auto vooruitrijdt.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale
afstand aan die met de auto gereden
is.
Dagteller
Door op de functieknop te drukken
kunt u kiezen tussen dagteller A en
dagteller B.
TRIP A: Dagteller A (indien van toe-
passing)
TRIP B: Dagteller B (indien van toe-
passing)
De dagteller geeft de gereden
afstand per afzonderlijke, door de
bestuurder geselecteerde rit aan.
Dagteller A en B kunnen worden
gereset door de terugstelknop gedu-
rende 1 seconde of langer ingedrukt
te houden en vervolgens los te laten.
Toerenteller
De toerenteller geeft het aantal
omwentelingen per minuut (omw/
min) bij benadering weer.
Gebruik de toerenteller om de juiste
schakelmomenten te kiezen en voor-
kom dat de motor zwaar moet trek-
ken of met te hoge motortoerentallen
draait.
De naald van de toerenteller kan
licht bewegen wanneer het contact in
stand ACC of ON staat en de motor
uit is. Deze beweging is normaal en
beïnvloedt de nauwkeurigheid van
de toerenteller niet als de motor een-
maal draait.
✽ AANWIJZING
Zorg ervoor dat het motortoerental
niet toeneemt tot in het rode gebied.
Hierdoor kan ernstige motorschade
ontstaan.
METERS/TELLERS
OMG045014