Operation Manual

Rijden met uw auto
64
Bediening handgeschakelde
transmissie
De handgeschakelde transmissie
heeft vijf/zes (indien van toepassing)
versnellingen vooruit.
Trap het koppelingspedaal tijdens
het schakelen geheel in en laat het
langzaam opkomen.
Alvorens de achteruitversnelling in te
kunnen schakelen, moet de versnel-
lingspook eerst in de vrijstand wor-
den gezet.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat de ach-
teruitversnelling wordt ingeschakeld.
Laat de motor nooit met een toeren-
tal draaien dat in het rode gebied van
de toerenteller ligt.
Een speciale beveiliging voorkomt
dat er per ongeluk van de 5e ver-
snelling naar de achteruitversnelling
wordt geschakeld. Voordat de ach-
teruitversnelling kan worden inge-
schakeld, moet de versnellingspook
eerst in de vrijstand worden gezet.
(Type A)
AANWIJZING
Bij het terugschakelen van de vijfde
naar de vierde versnelling moet erop
worden gelet dat de selectiehendel
niet zo ver opzij wordt gedrukt dat
per ongeluk de tweede versnelling
wordt ingeschakeld. Hierdoor zou
het motortoerental zo hoog kunnen
oplopen dat de naald van de toeren-
teller in het rode gebied terecht zou
kunnen komen. Dergelijke hoge toe-
rentallen kunnen ernstige motor-
schade veroorzaken.
HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING)
De ring (1) moet omhoog worden
getrokken om de selectiehendel te
kunnen verplaatsen.
*: indien van toepassing
De selectiehendel kan worden ver-
plaatst zonder de ring (1) omhoog te
trekken.
OMG045003
• Type A
• Type B
1