Operation Manual

Rijden met uw auto
44
Starten van de benzinemotor
1. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie -
Trap het koppelingspedaal volle-
dig in en zet de versnellingspook
in de vrijstand. Houd het koppe-
lingspedaal ingetrapt en draai de
contactsleutel naar de stand
START.
Automatische transmissie - Zet
de selectiehendel in stand P. Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart
met de selectiehendel in stand N.
3. Draai de contactsleutel naar stand
START en houd de sleutel in deze
stand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
4. Laat bij extreme kou (lager dan -
18°C/0°F) of wanneer de auto een
aantal dagen niet is gebruikt, de
motor warmdraaien zonder het
gaspedaal in te trappen.
Ongeacht of de motor koud of warm
is, hij dient gestart te worden zonder
het gaspedaal in te trappen.
AANWIJZING
Laat de startmotor niet langer dan
10 seconden achter elkaar draaien.
Wacht als de motor afslaat of niet
aanslaat 5 tot 10 seconden alvorens
de startmotor opnieuw in te schake-
len. Als de startmotor niet op de
juiste manier bediend wordt, kan hij
beschadigd raken.
Starten van de dieselmotor
Om de dieselmotor te starten bij
koude motor moet deze voorge-
gloeid worden voordat de motor
wordt gestart en vervolgens opge-
warmd worden voordat u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie -
Trap het koppelingspedaal volle-
dig in en zet de versnellingspook
in de vrijstand. Houd het koppe-
lingspedaal ingetrapt tijdens het
starten van de motor.
Automatische transmissie - Zet
de selectiehendel in stand P. Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook gestart worden
met de selectiehendel in stand N.
3. Zet het contact in stand ON om de
motor voor te gloeien. Het contro-
lelampje voorgloeien gaat bran-
den.
STARTEN VAN DE MOTOR
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet
in stand P te zetten wanneer de
motor tijdens het rijden afslaat.
Als het veilig is met het oog op
het overige verkeer, kunt u de
selectiehendel tijdens het rijden
in stand N zetten en kunt u de
motor opnieuw proberen te star-
ten door het contact in stand
START te zetten.
OPMERKING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken, ski-
schoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal,
het gaspedaal en het koppe-
lingspedaal (indien van toepas-
sing) bemoeilijken.