KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel.: +49-[0]7433- 9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Edelstalen weegschaal KERN SFB Versie 2.
NL KERN SFB Versie 2.4 12/2013 Gebruiksaanwijzing - Edelstalen weegschaal Inhoudsopgave 1 Technische gegevens ....................................................................................... 4 2 Overzicht van de apparatuur .......................................................................... 10 2.1 Toetsenbordoverzicht ...............................................................................................11 2.1.1 2.2 3 Numerieke invoer met de navigatietoetsen ..................
7 Bedrijf ............................................................................................................... 30 7.1 Aanzetten .................................................................................................................30 7.2 Uitzetten ...................................................................................................................30 7.3 Op nul zetten ....................................................................................................
1 Technische gegevens KERN SFB 10K1HIP SFB 15K5HIPM SFB 20K2HIP Afleesbaarheid (d) 1g 5g 2g Weegbereik (max.) 10 kg 15 kg 20 kg Minimale last (min.
KERN SFB 30K10HIPM SFB 50K5HIP SFB 50K5LHIP SFB 50K-3XL Afleesbaarheid (d) 10 g 5g 5g 5g Weegbereik (max.) 30 kg 50 kg 50 kg 50 kg Minimale last (min.
SFB 60K20HIPM SFB 60K20LHIPM SFB 60K-2XLM Afleesbaarheid (d) 20 g 20 g 20 g Weegbereik (max.) 60 kg 60 kg 60 kg Minimale last (min.
SFB 100K10HIP SFB 100K-2L SFB 100K-2HM SFB 100K-2LM Afleesbaarheid (d) 10 g 10 g 50 g 50 g Weegbereik (max.) 100 kg 100 kg 150 kg 150 kg Minimale last (min.
KERN SFB 100K-2XL SFB 100K-2XLM SFB 120K50HIPM Afleesbaarheid (d) 10 g 50 g 50 g Weegbereik (max.) 100 kg 150 kg 120 kg Minimale last (min.
SFB 200K-2XL SFB 300K-1LM Afleesbaarheid (d) 20 g 100 g Weegbereik (max.) 200 kg 300 kg Minimale last (min.
2 Overzicht van de apparatuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 10 Accu-oplaadstand Toetsenveld Gewichtsaanduiding Tolerantietekens, zie hoofdstuk 7.
2.
2.1.1 Numerieke invoer met de navigatietoetsen De toets drukken, de actuele instelling verschijnt. Het eerste cijfer blinkt en kan nu worden gewijzigd. Indien het eerste cijfer niet gewijzigd dient te worden de toets het tweede cijfer blinkt. drukken — Door de toets elke keer te drukken wordt de aanduiding op het volgende cijfer gewijzigd, na het laatste cijfer wordt weer het eerste cijfer aangeduid.
3 Grondopmerkingen (algemene informatie) 3.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij dient te worden beschouwd als een ―niet-zelfstandige weegschaal‖ d.w.z. de gewogen voorwerpen dienen met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van de weegplateau. De weegwaarde kan na bereiken van een stabiele aanduidingwaarde worden afgelezen. 3.
3.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.
6 Uitpakken en plaatsen 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Op de plaats van installatie dient men volgende regels op te volgen: de weegschaal op stabiele, even oppervlakte plaatsen; extreme temperaturen als ook temperatuurverschillen bij bv.
Transportbeveiliging verwijderen: 1. Modellen met plateauafmetingen 300 x 240 mm De gemarkeerde schroeven losdraaien en verwijderen. 2. Modellen met plateauafmetingen 400 x 300 mm De met de sticker gemarkeerde schroeven losdraaien en verwijderen. Let op: De gelakte schroeven dienen niet te worden losgedraaid. Enkel een precies waterpas gestelde weegbrug garandeert precieze weegresultaten. De weegbrug dient bij eerste installatie en na elke plaatswijziging waterpas te worden gesteld.
6.2.1 Statief Voorbeeld van montage: modellen met plateauafmetingen 300 x 240 mm: Met 4 schroeven [1], veiligheidsschijven en gewone schijven het statief aan het plateau in overeenstemming met de afbeelding bevestigen. Opletten dat de leiding niet gedrukt en beschadigd wordt. De steunschroef [2] vastdraaien voor verzekering van de stabiliteit.
De afleeseenheid van de greep afnemen door de draaiknoppen aan de zijden [3] te verwijderen. Met 4 schroeven met bolcilinderkop [4] en moren het statief bij de greep van de afleeseenheid bevestigen. De afleeseenheid met de draaiknoppen [3] opnieuw bevestigen en positioneren.
Leveringsomvang: Modellen met plateauafmetingen 400 x 300 mm SFB-BA-nl-1324 Statiefbuis Adapter van de afleeseenheid Statiefvoet 19
6.3 Contactdoos Elektrische voeding gebeurt door een externe netadapter. De spanningwaarde zichtbaar op de netadapter moet in overeenstemming zijn met lokale spanning. Enkele originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma KERN. 6.4 Bedrijf met accuvoeding Vóór de eerste ingebruikname dient de accu met de netwerkkabel tenminste 12 uur lang te worden opgeladen.
6.6 Justeren Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient de weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie).
Het menu opvragen: 1. Het apparaat aanzetten en tijdens de zelfdiagnose de toets drukken. 2. De toetsen , en achter elkaar drukken, de eerste menublok ―PO CHK‖ verschijnt. 3. De toets meermals drukken totdat de menupunt ―P2 mode‖ verschijnt. 4. De toets drukken en met de toets weegschaaltype kiezen: het ingestelde = weegschaal met één bereik, = weegschaal met twee bereiken, = weegschaal met drie bereiken. 5. Met de toets 6. De toets verschijnt. bevestigen.
Justeren doorvoeren: De keuze van de menu-instelling ― noLin‖ met de toets bevestigen. Opletten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets drukken. Het actueel ingestelde kalibratiegewicht verschijnt. Om dit te wijzigen de gewenste instelling met de navigatietoetsen kiezen (zie hoofdstuk 2.1.1), elke keer blinkt de actieve positie. Met de toets bevestigen.
6.6.2 Niet voor ijking geschikte weegsystemen Het menu opvragen: 1. Het apparaat aanzetten en tijdens de zelfdiagnose de toets drukken. 2. De toetsen , en achter elkaar drukken, de eerste menublok ―PO CHK‖ verschijnt. 3. De toets verschijnt. meermals drukken totdat het menu ―P3 CAL‖ 4. Met de toets bevestigen. De toets drukken totdat het menu ―CAL‖ verschijnt. 5. Met de toets verschijnt. meermals bevestigen, de actuele instelling Met de toets bevestigen en met de toets gewenste instelling kiezen.
Na succesvol justeren wordt de weegschaal zelfgediagnosticeerd. Tijdens de zelfdiagnose het kalibratiegewicht afnemen, de weegschaal wordt automatisch terug naar de weegmodus omgeschakeld. Ingeval van een justeerfout of een foutief kalibratiegewicht verschijnt een foutmelding - het justeerproces herhalen. 6.
6.7.1 Geijkte weegsystemen De menupunt ―P2 mode‖‖Cal‖‖Liner‖ opvragen, zie hoofdstuk 6.5.1. Met de toets bevestigen, het opvragen van het wachtwoord ―Pn‖ verschijnt. De toetsen , , of , , achter elkaar drukken. Opletten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets drukken. Bij de aanduiding ―Ld 1‖ het eerste kalibratiegewicht (1/3 Max.) voorzichtig in het midden van het weegplateau plaatsen.
6.7.2 Niet geijkte weegsystemen De menupunt ―P3 CAL‖"Cal‖‖Liner‖ opvragen, zie hoofdstuk 6.5.1. Met de toets bevestigen, het opvragen van het wachtwoord ―Pn‖ verschijnt. De toetsen , , of , , achter elkaar drukken. Opletten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets drukken. Bij de aanduiding ―Ld 1‖ het eerste kalibratiegewicht (1/3 Max.) voorzichtig in het midden van het weegplateau plaatsen.
6.8 IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn 90/384/EEG of 2009/23EG moeten de weegschalen officieel worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald; b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria; c) voor officiële doeleinden; d) bij vervaardiging van verpakkingen. Ingeval van twijfels richt u zich a.u.b.
Aanwijzingen betreffende de geijkte weegsystemen Toegang tot de printplaat: De zegel verwijderen. De afleeseenheid openen. In de geijkte modellen zijn de contanten van de printplaat met een jumper [K1] kortgesloten. Bij de niet voor ijking geschikte modellen dient de jumper te worden verwijderd. Om met de jumper te justeren dienen de contacten [K2] van de printplaat te worden kortgesloten.
7 Bedrijf 7.1 Aanzetten De toets drukken, het apparaat wordt zelfgediagnosticeerd. Het apparaat is paraat direct nadat de gewichtsaanduiding verschijnt. 7.2 Uitzetten De toets drukken, de aflezing verdwijnt. 7.3 Op nul zetten Door de weegschaal op nul te zetten wordt de invloed van kleine verontreinigingen op het weegschaalplateau gecorrigeerd. Het bereik van het op nul zetten ± 2% Max.
7.5 Weegeenheden omschakelen (enkel voor ijking niet geschikte systemen) Weegeenheden activeren: De menupunt P5 Unt opvragen, zie hoofdstuk 8.1. De toets drukken, de eerste weegeenheid met de actuele instelling verschijnt. Met de toets de afgelezen weegeenheid activeren [on] of deactiveren [off]. Met de toets bevestigen. De volgende eenheid met de actuele instelling verschijnt. Met de toets de afgelezen weegeenheid activeren [on] of deactiveren [off]. Met de toets bevestigen.
7.6 Wegen met tarra De weegschaalcontainer opleggen. Na succesvolle stabilisatiecontrole de toets drukken. De nulaanduiding en het symbool NET verschijnen. Het containergewicht wordt in het weegschaalgeheugen gememoriseerd. Het gewogen materiaal wegen, het netto gewicht verschijnt. Nadat de weegschaalcontainer wordt weggenomen, verschijnt zijn gewicht als een negatieve aanduiding.
7.7 Wegen met een tolerantiebereik Tijdens het wegen is het mogelijk om de bovenste en onderste grenswaarde te bepalen en daarmee te verzekeren dat het gewogen materiaal zich precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt. Tijdens de tolerantiecontrole signaleert het apparaat, zoals bij doseren, portioneren of sorteren, het overschrijden van de bovenste of onderste grenswaarde met een visueel en akoestisch signaal.
7.7.1 Tolerantiecontrole op doelgewicht Instellingen In de weegmodus de toetsen en tegelijk drukken. De toets drukken, de aanduiding voor invoeren van de onderste grenswaarde verschijnt. De toets drukken, de actuele instelling verschijnt. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.1.1) de onderste grenswaarde invoeren, bv. 1.000 kg, elke keer blinkt de actieve positie. Met de toets De toets verschijnt. de ingevoerde gegevens bevestigen.
Met de toets de ingevoerde gegevens bevestigen. De toets drukken, het weegsysteem staat in de modus wegen met tolerantie. Van dit moment af wordt er geclassificeerd of het gewogen materiaal binnen de twee tolerantiegrenzen ligt. Wegen met een tolerantiebereik Met een weegschaalcontainer tarreren. Het gewogen materiaal opleggen, de tolerantiecontrole wordt gestart. De gekleurde signaleerlampjes tonen of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt.
7.7.2 De tolerantiecontrole op het doelaantal stuks Instellingen In de weegmodus de toetsen en tegelijk drukken. De toets meermals drukken totdat de aanduiding voor invoeren van de onderste grenswaarde verschijnt. De toets drukken, de actuele instelling verschijnt. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.1.1) de onderste grenswaarde invoeren, bv. 75 stuk, elke keer blinkt de actieve positie. Met de toets de ingevoerde gegevens bevestigen.
Met de toets de ingevoerde gegevens bevestigen. De toets drukken, het weegsysteem staat in de modus wegen met tolerantie. Van dit moment af wordt er geclassificeerd of het gewogen materiaal binnen de twee tolerantiegrenzen ligt. Wegen met een tolerantiebereik Stukgewicht bepalen, zie hoofdstuk 7.10 Met een weegschaalcontainer tarreren. Het gewogen materiaal opleggen, de tolerantiecontrole wordt gestart.
7.8 Manueel optellen Door deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen toe te voegen door de toets van de optionele printer te printen. te drukken en deze na aansluiten Instelling in de menu: ―P1 COM‖ ―MODE‖ ―PR2‖, zie hoofdstuk 8. De optelfunctie is niet actief indien het gewicht minder dan 20 d bedraagt. Optellen: Het gewogen materiaal A opleggen. Afwachten totdat de STABIELE stabilisatieaanduiding verschijnt, vervolgens de toets drukken.
Instelling van de weginggegevens: De toetsen en worden gewist. tegelijk drukken.
7.9 Automatisch optellen Door deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen na ontlasten van de weegschaal toe te voegen zonder de toets te drukken en deze na aansluiten van de optionele printer te printen. Menu-instellingen: ―P1 COM‖ ―MODE‖ ―AUTO‖, zie hoofdstuk 8. De AUTO aanduiding verschijnt. Optellen: Het gewogen materiaal A opleggen. Na succesvolle stabilisatiecontrole luidt een akoestisch signaal.
7.10 Optellen Voordat samentellen met de weegschaal mogelijk is, dient men het gemiddelde gewicht van een stuk, zogenoemde referentiewaarde, te bepalen. Daarvoor dient men bepaald aantal getelde elementen op te leggen. Bepaling van totaalgewicht volgt dat door het aantal elementen, zogenoemd aantal referentiestuks, wordt gedeeld. Vervolgens wordt, op grond van berekend gemiddeld gewicht, samentellen uitgevoerd. Daarbij geldt als regel: Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het optellen.
7.11 Dieren wegen Functie dieren wegen is geschikt voor wegen van onstabiel gewogen materiaal. Het weegsysteem vormt en laat zien één stabiele gemiddelde waarde van enkele weegwaarden. Het programma dieren wegen kan worden geactiveerd door opvragen van de menublok ―P3 OTH‖ ―ANM‖ ―ON‖ (zie hoofdstuk 8), of sneller met een toetsencombinatie Bij actieve functie dieren weken verschijnt de aanduiding HOLD. Het gewogen materiaal op het weegsysteem plaatsen en afwachten totdat deze even kalmeert.
7.12 Toetsenbordblokkade In de menupunt ―P3 OTH‖ ―LOCK‖ (zie hoofdstuk 8) bestaat er de mogelijkheid om de toetsenbordblokkade de activeren/ deactiveren. Bij een actieve functie wordt het toetsenbord na 10 minuten zonder aantasten van een toets geblokkeerd. Na aantasten van een toets verschijnt de melding "K-LCK‖. Om de blokkade te verwijderen dienen de toetsen , en te worden gedrukt en gedrukt gehouden (2 s), totdat de melding ―U LCK‖ verschijnt. 7.
7.14 Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” Indien noch de display noch de weegbrug worden bedient, wordt het apparaat na ingestelde tijd automatisch uitgeschakeld. drukken en gedrukt houden (3 s) totdat de melding ―setbl‖ De toets verschijnt. Met de toets De toets de functie AUTO OFF opvragen. drukken, de actuele instelling verschijnt. Met de toets de gewenste instelling kiezen.
8 Menu Navigatie in de menu: De menu opvragen Het apparaat aanzetten en tijdens de zelfdiagnose de toets drukken. De toetsen , en achter elkaar drukken, de eerste menublok ―PO CHK‖ verschijnt. Menublok kiezen Keuze van de instelling Door de toets is het mogelijk om volgende, afzonderlijke menupunten te kiezen. Met de toets het gekozen menupunt bevestigen. De actuele instelling verschijnt. Wijziging van de instellingen Door de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.
8.1 Overzicht van het niet voor ijking geschikte weegsysteem Blok van het hoofdmenu PO CHK Wegen met tolerantiebereik, zie hoofdstuk 7.7 Punt van het submenu SET H Onderste grenswaarde ―Wegen met tolerantiecontrole‖, invoer, zie hoofdstuk 7.7.1 PCS H Bovenste grenswaarde ―Optellen met tolerantiecontrole‖, invoer, zie hoofdstuk 7.7.2 PCS L Bovenste grenswaarde ―Optellen met tolerantiecontrole‖, invoer, zie hoofdstuk 7.7.
ASK BAUD Pr PTYPE Lab Prt LAnG P3 CAL Configuratiegege vens COUNT DECI DUAL CAL GrA P4 OTH LOCK ANM P5 Unt Weegeenheden omschakelen, zie hoofdstuk 7.5 kg g lb oz tJ HJ SFB-BA-nl-1324 Bevel van afstandsbediening, zie hoofdstuk 10.
P6 xcl Niet gedocumenteerd P7 rSt De weegschaalinstellingen naar fabriekinstellingen herstellen met de toets . Niet gedocumenteerd P8 uwb De fabriekinstellingen worden met * gemarkeerd 8.2 Overzicht van het geijkte weegsysteem Bij geijkte weegsystemen is de toegang tot de menupunten ―P2 mode‖ en ―P4 tAr‖ geblokkeerd. Om de toegangsblokkade te verwijderen dient de zegel te worden vernield en met de jumper dienen beide contacten [K2] van de printplaat te worden kortgesloten (zie hoofdstuk 6.7).
PR2 Handmatig optellen, zie hoofdstuk 7.8 Nadat de toets wordt gedrukt, wordt de weegwaarde aan het optelgeheugen toegevoegd en uitgegeven. AUTO ASK wirel kit 1 baud Pr PtYPE P2 mode Lab Prt SiGr Niet gedocumenteerd Lab x Details, zie volgend tabel 1 Prt x Weegschaal met één bereik CAL GrA dUAL 1 Bevel van afstandsbediening, zie hoofdstuk 10.
dUAL 2 P3 OTH Weegschaal met meerdere verdelingen Weegschaal met één weegbereik verdeeld in deelbereiken, waarvan elk bereik een andere waarde van de schaalverdeling heeft. Waarbij de waarde van de schaalverdeling automatisch wordt omgeschakeld afhankelijk van de geplaatste last, zowel bij belasting als ook ontlasting van de weegschaal.
9 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen 9.1 Reinigen Voordat men aan reiniging begint dient het apparaat van voeding te worden gescheiden. Het is mogelijk om met een waterstraal of door kort indompelen te reinigen. Geen agressieve reinigingsmiddelen (oplosmiddelen e.d.) gebruiken. 9.2 Onderhoud, behouden van werkprestatie Het apparaat mag enkel door geschoolde en door de firma KERN gekeurde medewerkers worden bediend en onderhouden.
Err 10 Communicatiefout Geen gegevens Err 15 Fout van de zwaartekracht Bereik 0.9 ~ 1.0 Err 17 Het tarrabereik overschreden De last verminderen Fai l h / Fai l l Justeerfout Het justeren herhalen Printerfout De communicatieparameters controleren Het accuvolumen wordt binnenkort verbruikt De accu opladen Err P Ba lo / Lo ba Ingeval andere foutmeldingen voorkomen, de weegschaal uit- en opnieuw aanzetten. Indien de foutmelding nog steeds voorkomt, bij de producent melden.
10 Gegevensuitgave RS 232C (optie) Afhankelijk van de instelling in de menu kunnen de weeggegevens door de interface RS 232C automatisch of door drukken van de toets worden uitgegeven. De gegevens worden asynchroon in de ASCII code getransmitteerd. Om de communicatie tussen de weegschaal en de printer te verzekeren moet er aan volgende eisen worden voldaan: De weegschaal met de printerinterface met een juiste leiding verbinden.
Symbolen: ST stabiele waarde US onstabiele waarde GS / GW bruto gewicht NT netto gewicht TW tarragewicht NO aantal wegingen TOTAL totaal van alle afzonderlijke wegingen lege regel lege regel Optellen **************************** PCS 100 **************************** 10.3 Uitgaveprotocol (ononderbroken gegevensuitdraai) Weegmodus HEADER1: ST=STABIEL, US=ONSTABIEL HEADER2: NT=NETTO, GS=BRUTO 10.
10.5 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Hulp: Storing Gewichtsaanduiding brandt niet. Mogelijke oorzaak De weegschaal staat niet aan. Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel beschadigd). Gebrek aan netwerkspanning. Onjuist geplaatste of lege batterijen/ accu’s Geen batterijen/ accu’s. Gewichtsaanduiding verandert continu. Tocht/luchtbeweging.
11 Conformiteitverklaring/ typetoelating/ attest KERN & Sohn GmbH D-72322 Balingen-Frommern Postfach 4052 E-mail: info@kern-sohn.de Tel.: 0049-[0]7433- 9933-0 Fax: 0049-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.