User manual
RPB_D-BA-nl-1324 
15 
6.6  Eerste ingebruikname 
Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, 
dienen ze een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie ―Opwarmingstijd‖, 
hoofdstuk 1). Tijdens opwarming moet de weegschaal elektrisch gevoed worden 
(contact, accu of batterij). 
De nauwkeurigheid van de weegschaal is van lokale valversnelling afhankelijk. 
Men dient de voorschriften van het hoofdstuk "Justeren‖ absoluut te volgen.  
6.7  Justeren 
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke 
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels 
van  natuurkunde  -  aan  de  valversnelling  op  de  plaats  van  installatie  van  de 
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de 
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste 
ingebruikname,  na  elke  wijziging  van  locatie  van  de  weegschaal  als  ook  bij 
temperatuurschommelingen van de  omgeving. Om  nauwkeurige  meetwaarden te 
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in 
de weegmodus.  
Bij geijkte weegschalen is justeren geblokkeerd. Om het uitvoeren  van de 
kalibratie mogelijk te maken dient de zegel te worden vernield en tijdens het 
aanzetten  van  de  weegschaal  de  justeertoets  te  worden  gedrukt  of  naar 
stap  3  te  worden  overgegaan.  De  plaatsing  van  de  justeertoets,  zie 
hoofdstuk 6.8.1. 
Let op: 
Nadat de zegel wordt verbroken en voordat de weegschaal opnieuw wordt 
gebruikt in toepassingen die de ijking vereisen, dient de weegschaal 
opnieuw te worden geijkt door een bevoegde genotificeerde instelling en 
betreffend te worden gemarkeerd met een nieuwe zegel. 










