KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel.: +49-[0]7433- 9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Analyse- en precisieweegschalen KERN ALJ/ALS/PLJ/PLS Versie 3.
NL KERN ALJ/ALS/PLJ/PLS Versie 3.7 03/2013 Gebruiksaanwijzing Elektronische analyse- en precisieweegschalen Inhoudsopgave 1 Technische gegevens.................................................................................... 4 2 Verklaring van het grafische symbool “ ! “ ............................................... 14 3 Grondopmerkingen (algemene informatie) ............................................... 14 3.1 3.2 3.3 3.4 Gebruik volgens bestemming ..........................................
8 Basismodus ................................................................................................. 35 8.1 Wegen onder de vloer ..............................................................................................36 9 Gebruikersmenu .......................................................................................... 37 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 Weegeenheid ...........................................................................................................
1 Technische gegevens KERN ALJ 160-4A ALJ 250-4A ALJ 310-4A Weegbereik (max.) 160 g 250 g 310 g Afleesbaarheid (d) 0.1 mg 0.1 mg 0.1 mg Reproduceerbaarheid 0.1 mg 0.1 mg 0.1 mg ± 0.3 mg ± 0.3 mg ± 0.3 mg 4 sec. 4 sec. 4 sec.
KERN ALS 160-4A ALS 250-4A Weegbereik (max.) 160 g 250 g Afleesbaarheid (d) 0.1 mg 0.1 mg Reproduceerbaarheid 0.1 mg 0.1 mg ± 0.3 mg ± 0.3 mg 4 sec. 4 sec.
KERN PLJ 310-3F PLJ 420-3F PLJ 720-3A Weegbereik (max.) 310 g 420 g 720 g Afleesbaarheid (d) 0.001 g 0.001 g 0.001 g Reproduceerbaarheid 0.001 g 0.001 g 0.001 g ± 0.003 g ± 0.003 g ± 0.002 g Duur van signaaltoename (typisch) 3 sec. 2 sec. 2 sec.
KERN PLJ 1200-3A PLJ 1200-3DA PLJ 3100-2F Weegbereik (max.) 1200 g 720 g/1200 g 3100 g Afleesbaarheid (d) 0.001 g 0.001 g/0.01 g 0.01 g Reproduceerbaarheid 0.001 g 0.001 g/0,01 g 0.01 g ± 0.003 g ± 0.003 g/0.03 g ± 0.03 g Duur van signaaltoename (typisch) 2 sec. 2 sec. 2 sec.
KERN PLJ 4200-2F PLJ 6200-2A PLJ 6200-2DA Weegbereik (max.) 4200 g 6200 g 4200 g /6200 g Afleesbaarheid (d) 0.01 g 0.01 g 0.01 g /0.1 g Reproduceerbaarheid 0.02 g 0.01 g 0.01 g /0.1 g ± 0.04 g ± 0.03 g ± 0.03 g / 0.3 g 2 sec. 2 sec. 2 sec.
KERN PLJ 720-3AM PLJ 6200-2AM Weegbereik (max.) 720 g 6200 g Afleesbaarheid (d) 0.001 g 0.01 g Reproduceerbaarheid 0.001 g 0.01 g ± 0.002 g ± 0.02 g 10 mg 100 mg II II Minimale last (min.) 20 mg 50 mg Duur van signaaltoename (typisch) 2 sec. 2 sec.
KERN PLS 310-3F PLS 420-3F PLS 510-3A Weegbereik (max.) 310 g 420 g 510 g Afleesbaarheid (d) 0.001 g 0.001 g 0.001 g Reproduceerbaarheid 0.002 g 0.002 g 0.001 g ± 0.003 g ± 0.004 g ± 0.002 g Duur van signaaltoename (typisch) 3 sec. 3 sec. 2 sec.
KERN PLS 720-3A PLS 1200-3A PLS 1200-3DA Weegbereik (max.) 720 g 1200 g 720 g /1,200 g Afleesbaarheid (d) 0.001 g 0.001 g 0.001 g /0.01 g Reproduceerbaarheid 0.001 g 0.001 g 0.001 g /0.01 g ± 0.002 g ± 0.003 g ± 0.002 g / 0.02 g Duur van signaaltoename (typisch) 2 sec. 2 sec. 2 sec.
KERN PLS 3100-2F PLS 4200-2F PLS 4200-2A Weegbereik (max.) 3100 g 4200 g 4200 g Afleesbaarheid (d) 0.01 g 0.01 g 0.01 g Reproduceerbaarheid 0.02 g 0.02 g 0.01 g ± 0.03 g ± 0.04 g ± 0.02 g 3 sec. 3 sec. 2 sec.
PLS 6200-2A PLS 6200-2DA PLS 20000-1F Weegbereik (max.) 6200 g 4200 g/6200 g 20 kg Afleesbaarheid (d) 0.01 g 0.01 g/0.1 g 0.1 g Reproduceerbaarheid 0.01 g 0.01 g/0.1 g 0.1 g ± 0.03 g ± 0.02 g / 0.2 g ± 0.4 g 2 sec. 2 sec. 3 sec.
2 Verklaring van het grafische symbool “ ! “ „Let op, volg de aanwijzingen in het begeleidende document“, evtl. “de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing opvolgen“ 3 Grondopmerkingen (algemene informatie) 3.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij dient te worden beschouwd als een “niet-zelfstandige weegschaal” d.w.z.
3.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.
5.2 Verpakking / retourvervoer Alle delen van de originele verpakking dienen te worden behouden voor het geval van eventueel retourvervoer. Alleen originele verpakking bij retourvervoer gebruiken. Vóór versturen dienen alle aangesloten kabels en losse/bewegende onderdelen te worden afgekoppeld. Indien aanwezig dient de vervoerbescherming opnieuw te worden aangebracht. Alle delen, bv. de glazen windscherm, het weegplateau, de netadapter, e.d.
Modellen ALJ/ALS: 17 ALJ/ALS/PLJ/PLS-BA-nl-1337
6 Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking.
6.2 Uitpakken De weegschaal voorzichtig uit de verpakking halen, plastic zakje uitnemen en de weegschaal in een aangegeven werkplek plaatsen. 6.2.
Modellen PLS/PLJ, d = 100 mg Modellen PLS/PLJ, d = 10 mg De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel in de libel (waterpas) moet zich in het aangetekende bereik bevinden.
Transportbeveiliging verwijderen: Links onderaan de weegschaal goudenachtige schroef drukken in een zilveren oppervlakte (zie sticker) 6.2.2 21 Leveringsomvang / serietoebehoren • Weegschaal (zie hoofdstuk 6.2.
6.3 6.3.
6.3.2 Achter- en onderkant van de weegschaal 1. Weegschaalplateau 2. Interface RS232C 1 3. Schroefvoeten 2 4 4. Contact van de netadapter 3 5 5. Schroeven van de behuizing (bij modellen met 4 voeten eerst de beide achtervoetjes losdraaien) 6.
6.4 Bedienelementen 6.4.1 Aanduidingoverzicht 6.4.
6.5 De voeding aan- en uitzetten Voordat men de netadapter aansluit dient men te controleren of de geprinte spanningswaarde met de locale spanning correspondeert. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma KERN. Het contact van de netadapter in het weegschaalcontact zetten en aan het netwerk aansluiten. De weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd. De weegschaal wordt dan in de stand-by modus omgeschakeld. .
6.7 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan de weegschaal worden aangepast, mogen met de weegschaal worden gebruikt. 6.
7.1 Modellen met extern gewicht (KERN ALS/PLS) Bij geijkte weegschalen is justeren geblokkeerd. 7.1.1 Justeren met aanbevolen kalibratiegewicht (fabriekinstelling) De vereiste waarde van het kalibratiegewicht, zie hoofdstuk 1 “Technische gegevens”. Opletten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. De toets CAL drukken. Afwachten totdat de waarde van het vereiste kalibratiegewicht verschijnt.
7.1.2 Justeren met gewichten met andere nominale waarden Voor wat betreft de meettechniek is justeren met gewichten met andere nominale waarden ook mogelijk maar niet altijd optimaal, voor mogelijke justeerpunten zie tabel 1. Informatie betreffende de kalibratiegewichten kunnen op internet worden gezocht onder: http://www.kern-sohn.com Men dient daarbij op te letten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden.
Aanbevolen kalibratiegewicht (zie hoofdstuk 7.1.1) Andere nominale waarden voor het doorvoeren van het justeren, niet optimaal voor wat betreft de meettechniek (zie hoofdstuk 7.1.
7.2 Modellen met intern gewicht (KERN ALJ/PLJ) Bij niet geijkte weegschalen staan in het menu vier justeermogelijkheden ter beschikking. Instelling in het menu In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De eerste menupunt “units” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken totdat de melding “calib” verschijnt, met de toets PRINT bevestigen. Door de toets MENU is het mogelijk om één van onderstaande instellingen te kiezen.
Bij een actieve functie I-CAL wordt het interne justeren enkel gestart nadat de toets CAL wordt gedrukt. Voordat men de toets CAL drukt dient men op te letten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. ICAL Bij modellen met een intern kalibratiegewicht is het niet aanbevolen om met een extern gewicht te justeren. Doorvoeren, zie hoofdstuk 7.1. ECAL 7.2.
7.2.2 Overschrijven van het interne kalibratiegewicht (enkel bij modellen met instelling niet geschikt voor ijking) Men dient de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU zo vaak drukken, totdat het menu„CAlib” verschijnt. De toets PRINT drukken. De toets MENU zo vaak drukken, totdat het gewenste parameters „TECCAL” verschijnt. Men dient de toets PRINT te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
7.3 IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn EG 90/384/EEG moeten de weegschalen worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald; b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria; c) voor officiële doeleinden; d) bij vervaardiging van verpakkingen. Ingeval van twijfels richt u zich a.u.b. aan lokale Instantie voor Maten en Gewichten.
Plaatsing van de zegel (modellen PLJ) De weegschalen die voor ijken geschikt zijn dienen uit gebruik te worden genomen indien: het weegresultaat van de wegschaal buiten de grens van toegelaten fout ligt. Daarom dient men de weegschaal regelmatig met een controlegewicht met bekend gewicht te belasten (ca. 1/3 van de maximale last) en de afgelezen waarde met het controlegewicht te vergelijken. de nieuwe ijkingtermijn is overschrijden.
8 Basismodus Aanzetten In de standby modus (zie hoofdstuk 6.5) de toets ON/OFF drukken. De weegschaal is paraat direct nadat de gewichtsaanduiding verschijnt. . Bij de modellen PLJ-M wordt de aanduiding „Wait 30 afgelezen. De weegschaal heeft 30 minuut voor stabilisatie nodig. De weegschaal wordt daarna automatisch terug naar de weegmodus gezet en is paraat. Uitzetten De toets ON/OFF drukken, de weegschaal keert terug in de standby modus (zie hoofdstuk 6.5).
8.1 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: • De weegschaal aanzetten. • De dop (1) in de onderbouw van de weekgschaal afnemen. • De haak voor wegen onder de vloer voorzichtig en geheel ophangen. • De weegschaal boven de opening plaatsen. • Het gewogen materiaal op de haak openhangen en de weging uitvoeren. 1 Afb.
9 Gebruikersmenu Door het gebruikersmenu is het mogelijk om de weegschaalinstellingen te wijzigen. Daardoor is het mogelijk om de weegschaal aan individuele eisen aan te passen. De fabriekinstelling van het gebruikersmenu veronderstelt dat de wijzigingen in geen modellen worden ingevoerd maar enkel in bijzondere bedrijfsomstandigheden. Navigatie in het menu Ingang tot het menu In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
Menuoverzicht Menupunt Weegeenheid (zie hoofdstuk 9.1) Aanduiding Units Keuze Gram karaat * Ounce ons * Pound pond * PEnn pennyweight * GrAin De transmissiesnelheid (zie hoofdstuk 9.3) PC-Prtr baud rt gram * Carat * OuncEtr Type gegevensuitgang (zie hoofdstuk 9.2) Beschrijving Troy ounce grain * tAEL Hon tael (Hongkong) * tAEL SGP tael (Singapore) * tAEL roc tael (R.O.C.
Aanduiding van de stabilisatiecontrole (zie hoofdstuk 9.6) Contrast van de aanduiding (zie hoofdstuk 9.7) Verlichte achtergrond van de display (zie hoofdstuk 9.8) Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” in de modus standby (zie hoofdstuk 9.
Menuoverzicht van de PLJ-M modellen: Menupunt Weegeenheid (zie hoofdstuk 9.1) Aanduiding Units Keuze Gram karaat * Ounce ons * Pound pond * PEnn pennyweight * GrAin De transmissiesnelheid (zie hoofdstuk 9.3) PC-Prtr baud rt gram * Carat * OuncEtr Type gegevensuitgang (zie hoofdstuk 9.2) Beschrijving Troy ounce grain * tAEL Hon tael (Hongkong) * tAEL SGP tael (Singapore) * tAEL roc tael (R.O.C.
Aanduiding van de stabilisatiecontrole (zie hoofdstuk 9.6) Contrast van de aanduiding (zie hoofdstuk 9.7) Verlichte achtergrond van de display (zie hoofdstuk 9.8) Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” in de modus standby (zie hoofdstuk 9.
9.1 Weegeenheid Afhankelijk van de eisen kan de weegschaal naar verschillende eenheden worden omgeschakeld (bij de geijkte weegschalen zijn niet alle eenheden toegankelijk, zie hoofdstuk 1 “Technische gegevens”). De gekozen weegeenheid blijft ook gememoriseerd nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De eerste menupunt “units” verschijnt.
9.2 Type gegevensuitgang In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
9.3 Transmissiesnelheid In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL. De keuze met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal keert in de weegmodus terug.
9.4 Functie Auto Zero Door deze menupunt is het mogelijk om de automatische correctie van het nulpunt aan of uit te zetten. Bij drift of verontreinigingen bij aangezette functie wordt het nulpunt automatisch gecorrigeerd. Opmerking: Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie en stabilisatie” mechanisme uitlezing van foutieve weegresultaten veroorzaken! (b.v.
Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL. Au0 OFF = de functie Auto Zero is uit Au0 1 = het bereik van de functie AutoZero ±½ cijfer Au0 2 = het bereik van de functie AutoZero ±3 cijfers Au0 3 = het bereik van de functie AutoZero ±7 cijfer Au0 3E = het bereik van de functie AutoZero ±7 cijfers in het gehele weegbereik De keuze met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal keert in de weegmodus terug.
9.5 Filter Door deze menupunt is het mogelijk om de weegschaal aan bepaalde omgevingsomstandigheden en metingdoeleinden aan te passen. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
9.6 Aanduiding van de stabilisatiecontrole In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
9.7 De contrast van de aanduiding instellen Bij de instelling van de contrast van de aanduiding kan vanuit 15 waarden worden gekozen. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
De keuze met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt automatisch terug naar de menu overgeschakeld. Indien nodig de volgende instelling in de menu kiezen of terug naar de weegmodus gaan. Men dient de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De weegschaal wordt automatisch terug naar de weegmodus gezet.
9.8 Verlichte achtergrond van de aanduiding In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
9.9 Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” in de modus standby In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL.
10 Gebruikersmenu Door het gebruikersmenu is het mogelijk om de volgende bedrijfmodi te activeren/deactiveren: Optellen Count Dichtheidsbepaling van vaste stoffen/vloeistoffen Dens Optelfunctie Add Wegen met een tolerantiebereik HoL Percentagebepaling Perc Functie dieren wegen Anim Functie van de topwaarde M Load End Navigatie in de menu: Ingang tot het menu In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt.
10.1 Optellen Voordat samentellen met de weegschaal mogelijk is, dient men het gemiddelde gewicht van een stuk, zogenoemde referentiewaarde, te bepalen. Daarvoor dient men bepaalde aantal getelde elementen op te leggen. Bepaling van totaalgewicht volgt dat door het aantal elementen, zogenoemd aantal referentiestuks, wordt gedeeld. Vervolgens wordt, op grond van berekend gemiddeld gewicht, samentellen uitgevoerd. Daarbij geldt als regel: Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het optellen.
Indien het niet mogelijk is om de referentiewaarde te bepalen omdat het gewogen materiaal niet stabiel is of het referentiegewicht te klein is, verschijnt tijdens de bepaling van de referentiewaarde de volgende aanduiding: ERR04 = het kleinste getelde gewicht overschrijden Add SMP= Indien het opgelegde aantal stuks te klein is om de referentiewaarde correct te bepalen, dienen volgende elementen te worden gelegd, volgens onderstaande procedure.
10.1.1 Omschakelen tussen de aanduiding van het aantal stuks en de gewichtsaanduiding Het gewogen materiaal opleggen en het aantal aflezen. De toets MENU drukken, het totale gewicht van de opgelegde elementen verschijnt. of De toets MENU drukken en zo lang gedrukt houden totdat het akoestische signaal verdwijnt, het gemiddelde stukgewicht als eenheidsgewicht verschijnt. Door de toets MENU te drukken kan men terug naar de aanduiding van het aantal stuks teruggaan. 10.1.
10.1.3 Numerieke invoer van het referentiegewicht Indien het referentiegewicht/aantal stuks bekend is, kan deze met de cijfertoetsen worden ingevoerd. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen, het actuele aantal referentiestuks verschijnt. Met de pijltoetsen de instelling “manual” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen Met de pijltoetsen het bekende referentiegewicht invoeren.
10.2 Dichtheidsbepaling (hydrostatische weging) De dichtheid is de verhouding van het gewicht [ g ] ten opzichte van het volumen [cm3]. Het gewicht wordt verkregen door het wegen van een monster in de lucht. Het volumen wordt bepaald op grond van de opwaartse kracht [g] van een monster gedompeld in een vloeistof. De dichtheid [g/cm3] van deze vloeistof is bekend (de wet van Archimedes). De dichtheid wordt met de uitrusting voor het wegen onder de vloer bepaald. 10.2.
De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een monster in de lucht” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien nodig de weegschaal tarreren en het monster opleggen. Afwachten totdat de gewichtsaanduiding in de weegschaal stabiel wordt, vervolgens de toets PRINT drukken. De blinkende melding “WEI AIR” verschijnt. De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een monster in de meetvloeistof” verschijnt.
10.2.2 Dichtheidsbepaling van vloeistoffen De monstervloeistof in een containe, b.v. een glazen meetbeker, gieten. De temperatuur van de vloeistof zo lang afstellen totdat deze vast is. Glazen zinklood met bekende dichtheid voorbereiden. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de toets MENU de optie “d Liquid” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen.
De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een glazen zinklood in de lucht” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien nodig de weegschaal tarreren en de zinklood in het midden ophangen. Afwachten totdat de gewichtsaanduiding in de weegschaal stabiel wordt, vervolgens de toets PRINT drukken. De blinkende melding “WEI AIR” verschijnt. De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een glazen zinklood in de meetvloeistof” verschijnt.
10.3 Optelfunctie Door deze functie is het mogelijk om veel enkelvoudige wegingen bij elkaar te tellen tot een totaal. In de weegmodus de toets MENU meermals drukken totdat de menupunt “add” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt automatisch getarreerd en de nulaanduiding verschijnt. Het gewicht A opleggen. (voorbeeld) Met de toets PRINT bevestigen.
De afgelezen waarde wordt in het optelgeheugen toegevoegd, en vervolgens wordt de weegschaal automatisch getarreerd en de nulaanduiding verschijnt. Dezelfde procedure voor de volgende gewichten hanteren. Om het totaal van de afzonderlijke wegingen te printen, de toets CAL drukken. De toets MENU opnieuw drukken, het totaal van alle afzonderlijke wegingen verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken, het aantal wegingen verschijnt.
10.4 Wegen met een tolerantiebereik Het is mogelijk om de boven en onder grenswaarde te bepalen en daarmee te verzekeren dat het gewogen materiaal zich precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt. Het teken [L], [OK] of [H] op display toont of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt. Het gewogen materiaal onder het onder tolerantiebereik. Het gewogen materiaal in het tolerantiebereik Het gewogen materiaal boven de boven tolerantiegrens.
Met de toets PRINT bevestigen, de aanduiding voor instelling van de signaaltoon verschijnt. Met de toets MENU de gewenste instelling kiezen: Beep off de signaaltoon uit Beep on de signaaltoon aan, indien het gewogen materiaal zicht binnen het tolerantiebereik bevindt Met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal staat nu in de modus controlewegen. Het gewogen materiaal opleggen, de tolerantiecontrole wordt gestart. Terug naar de weegmodus De toets ON/OFF drukken.
10.5 Percentagebepaling Door de percentagebepaling wordt het mogelijk om het gewicht in percenten af te lezen, ten opzichte van het referentiegewicht. 10.5.1 Het referentiegewicht door wegen invoeren In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Ingeval een weegschaalcontainer wordt gebruikt, dient deze te worden gelegd voordat men de toets PRINT drukt.
10.5.2 Numerieke invoer van het referentiegewicht In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de toets MENU de optie “PErc n” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, de aanduiding voor invoer van het referentiegewicht verschijnt. Met de pijltoetsen het referentiegewicht (100%) invoeren. Met de toets PRINT de ingevoerde waarde bevestigen.
10.6 Functie dieren wegen De functie dieren wegen kan bij onrustige wegingen worden gebruikt. Binnen een bepaald tijdsinterval wordt een gemiddelde waarde van de weegresultaten geschapen. Hoe onstabieler het gewogen materiaal, hoe langer tijdsinterval dient te worden gekozen. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt.
Om de verdere metingen door te voeren de toets ON/OFF 1x drukken. Terug naar de weegmodus: de toets ON/OFF 2x drukken.
10.7 Functie van de topwaarde Door deze functie is het mogelijk om de hoogste lastwaarde (de topwaarde) van de weging af te lezen. De topwaarde blijft op de display totdat ze gewist wordt. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, het tarreerproces wordt automatisch gestart. De melding “0-t” verschijnt.
11 Gegevensuitgave RS 232C RS232C 11.1 Technische gegevens 8-bit code ASCII 8 gegevensbits, 1 stopbit, geen pariteitsbit Gekozen transmissiesnelheid: 1200 - 9600 baud Een storingvrij interfacebedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN (max. 2 m) 11.
11.3 Interface • Weegschaal - computer, 25-pin contact Weegschaal • PC 2 3 3 2 5 7 Weegschaal - computer, 9-pin contact Weegschaal • PC 2 2 3 3 5 5 Weegschaal – printer Weegschaal 2 Printer Gegevensingang 4 Busy Signal 5 GND 11.4 Gegevenstransmissie Een blok bestaat uit de volgende 14 tekens: 1. teken waardeteken / spatie (weegwaarde) 2-9. teken gewicht of andere gegevens 10-12. teken weegeenheid 13. teken stabilisatieaanduiding 14.
11.5 Formaten van de gegevenstransmissie Weegmodus (continue gegevensuitgave en bevel van afstandsbediening) 1° 2° 3° 4° 5° teken 6° 7° 8° 9° 10° Gewicht 11° 12° Weegeenheid 13° 14° 15°r Stabilit eit CR LF Dichtheidsbepaling (enkel bevel van afstandsbediening) 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° 8° 9° 10° 11° d = Dichtheid Spatie 12° 13° 14° 15° Weegeenheid 16° 17° CR Optellen (enkel bevel van afstandsbediening) Aantal elementen 1°.
Percentagebepaling (enkel een bevel van de afstandsbediening) Percentagewaarde 1° 2° 3° 4° 5° percent 6° . 7° 8° 9° 10° 11° 12° 13° 14° 15° 16° 17° 18° spatie percent spatie % Gewichtswaarde 1°.
11.6 Bevelen voor afstandsbediening Instructie Functie „T” = H54 Tarreren „C” = H43 Justeren „E” = H45 Enter „M” = H4D Menu „O” = H4F ON/OFF 11.7 Printermodus Om de communicatie tussen de weegschaal en de printer te verzekeren moet er aan volgende eisen worden voldaan: • De weegschaal met de printerinterface met een juiste leiding verbinden. Een storingvrij bedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN.
Voorbeelden van afdrukken: Weegmodus / functie topwaarde ………. 22.000 g Dichtheidsbepaling = 2.80066 g/cm3d d Meetwaarde van de “dichtheid” Optellen Pcs Weight: PMU: 100 300.000 g 3.000 g PCS Aantal elementen Gewicht Het gewicht van de opgelegde elementen PMU Gemiddeld elementengewicht Percentagebepaling Perc. Weight: 20 % 30.
Modus dieren wegen Time Ave.: 6 Sec 59.446 g Optelmodus 77 1. 2. 14.156 g 18.226 g S= 32.
12 Foutmeldingen ERR01 Onstabiele gewichtswaarde of onmogelijk op nul zetten. De omgevingsomstandigheden controleren. ERR02 Justeerfout, b.v. onstabiele omgevingsomstandigheden. ERR03 Justeerfout, b.v. foutief kalibratiegewicht. ERR04 Elementengewicht te klein/onstabiel ERR05 ERR06 ERR07 De gegevenstransmissie is niet mogelijk omdat de gewichtswaarde onstabiel is. De omgevingsomstandigheden controleren. De gewichtswaarde in de modus dichtheidsbepaling onstabiel.
13 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen 13.1 Reiniging Voordat men aan reiniging begint dient het apparaat van de voedingsbron te worden gescheiden. Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. Men dient daarbij op te letten dat het vloeistof niet binnen het apparaat doordringt en na reinigen de weegschaal drogen met een zacht doekje.
14 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Hulp: Storing Gewichtsaanduiding brandt niet. Gewichtsaanduiding verandert continu. Weegresultaat is duidelijk foutief Mogelijke oorzaak • De weegschaal staat niet aan. • • • Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/beschadigd). Gebrek aan netwerkspanning.
15 Verklaring van overeenstemming KERN & Sohn GmbH D-72322 Balingen-Frommern Postfach 4052 E-Mail: info@kern-sohn.de Tel: 0049-[0]7433- 9933-0 Fax: 0049-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.