KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-Mail: info@kern-sohn.com Tel: +49-[0]7433- 9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Elektronische precisieweegschalen KERN PES/PEJ Version 1.
NL KERN PES/PEJ Versie 1.6 04/2013 Gebruiksaanwijzing Elektronische precisieweegschalen Inhoudsopgave 1. Technische gegevens.................................................................................... 6 2. Verklaring van overeenstemming .............................................................. 11 3. Grondopmerkingen (algemene informatie) ............................................... 12 3.1. Gebruik volgens bestemming ...................................................................
6.9.2. Justeertest met extern gewicht (enkel PES) .......................................... 22 6.9.3. Automatisch justeren (enkel PEJ) .......................................................... 23 6.9.4. Justeren met intern gewicht (enkel PEJ) ............................................... 24 6.9.5. Justeertest met intern gewicht (enkel PEJ) ........................................... 25 6.10. IJking .................................................................................................
12.4.1. 2 grenswaarden door weging invoeren .................................................. 60 12.4.2. 3 of 4 grenswaarden door weging invoeren .......................................... 63 12.4.3. Numerieke invoer van 2 grenswaarden .................................................. 66 12.5. Beoordeling met differentiewaarden ...................................................... 69 12.5.1. 2 grenswaarden door weging invoeren .................................................. 69 12.5.2.
1. Technische gegevens KERN PES 220-3M PES 420-3M PES 620-3M Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,001 g 0,001 g Weegbereik (max.) 220 g 420 g 620 g Minimale last (min.
KERN PES 2200-2M PES 4200-2M PES 6200-2M Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,01 g 0,01 g Weegbereik (max.) 2200 g 4200 g 6200 g Minimale last (min.
KERN PES 8200-1M PES 15000-1M PES 31000-1M Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,1 g 0,1g Weegbereik (max.) 8200 g 15000 g 31000g Minimale last (min.
KERN PEJ 220-3M PEJ 420-3M PEJ 620-3M Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,001 g 0,001 g Weegbereik (max.) 220 g 420 g 620 g Minimale last (min.
KERN PEJ 2200-2M PEJ 4200-2M Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,01 g Weegbereik (max.) 2200 g 4200 g Minimale last (min.
2. Verklaring van overeenstemming KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel.: 0049-[0]7433- 9933-0 Fax: 0049-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.
3. Grondopmerkingen (algemene informatie) 3.1. Gebruik volgens bestemming e door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij is ontworpen voor gebruik als een “niet-zelfstandige weegschaal”, d.w.z. het gewogen materiaal dient met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van de weegplateau De weegwaarde kan na bereiken van een stabiele waarde worden afgelezen. 3.2. Afwijkend gebruik De weegschaal niet voor dynamisch wegen gebruiken.
3.4. Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN ( www.
6. Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1. Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking.
Weegschaalaanzicht: Libel (poziom nica) Deksel onder de uitrusting voor wegen onder de vloer Aanzicht van achteren: Interface RS 232 Printeraansluiting Contact van netadapter PES/PEJ-BA-nl-1316 Diefstalbeveiliging 15
6.3. Leveringsbereik Serietoebehoren: Weegschaal Weegschaalplateau Netadapter Gebruiksaanwijzing Bedrijfsdeksel 6.4. Plaatsing Weegschaalplateau positioneren: Weegschaal waterpas zetten: De weegschaal met schroefvoeten waterpas zetten zodat de luchtbel in libel zich in het juiste bereik bevindt.
6.5. Contactdoos Elektrische voeding gebeurt door een extern netadapter. De zichtbare spanningwaarde moet in overeenstemming zijn met lokale spanning. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma Kern. De functie AUTO-SLEEP kan in menu worden geactiveerde . In modus netwerkvoeding wordt de weegschaal in sleep modus omgeschakeld na 3 minuten zonder lastwijziging of drukken van een toets.
6.8. Eerste ingebruikname Door opwarmingstijd van 10 minuten na inschakelen is stabilisatie van meetwaarden mogelijk. De weegschaalprecisie is afhankelijk van de valversnelling. Men dient absoluut de richtlijnen van het hoofdstuk 6.9 “Justeren” op te volgen. 6.8.1. Aanduiding van de voeding De weegschaal door netadapter voeden. De weegschaal bevindt zich in standby modus (groene LED brandt). Met de toets inschakelen. de weegschaal De weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd.
6.8.2. Grafische balkaanduiding In configuratiemenu (hoofdstuk 7) kan de bulkaanduiding worden geactiveerd/gedeactiveerd. * Balkaanduiding verborgen Balkaanduiding verschijnt Weegbereik van de weegschaal wordt in 40 grafische balken verdeeld. Indien de weegschaal niet belast is, wordt nul (0) op de grafische aanduiding afgelezen. Indien de weegschaal tot de helft van haar weegbereik wordt belast, worden 20 grafische balken afgelezen. 6.8.3.
6.9. Justeren Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plaats op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van instelling van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet in de fabriek op locatie is gejusteerd). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij iedere ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij veranderingen in de omgevingtemperatuur.
Bediening Activering van de functie [ hoofdstuk 7). Aanduiding ] (zie g CAL CAL Nulpunt wordt opgeslagen. CAL Vervolgens het kalibratiegewicht in het midden van het weegschaalplateau plaatsen. CAL Justeerproces wordt gestart. CAL Justeerproces is voltooid. Kalibratiegewicht afnemen, de weegschaal keert automatisch terug naar weegmodus. Bij foutief justeren of foutieve kalibratiemassa wordt het symbool [-Err] afgelezen , justeerproces herhalen.
6.9.2. Justeertest met extern gewicht (enkel PES) Tijdens justeertest wordt de gememoriseerde waarde van het kalibratiegewicht vergeleken met de feitelijke waarde. Het gebeurt enkel als een toetsing, d.w.z. dat geen waarden gewijzigd worden. Handelingen: Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor stabilisatie is een opwarmingstijd nodig van ca. 1 uur. Men dient daarbij op te letten dat zich op het weegschaalplateau geen voorwerpen bevinden.
g Het kalibratiegewicht afnemen. Willekeurige justeerproces weegschaal weegmodus. toets drukken, het wordt voltooid en de keert terug naar CAL g 6.9.3. Automatisch justeren (enkel PEJ) Automatisch justeren met intern kalibratiegewicht gebeurt nadat de weegschaal wordt aangezet. De weegschaal met de toets ON/OFF aanzetten. De weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd, het blinkende symbool "M" verschijnt. Vervolgens wordt automatisch justeren gestart: de blinkende melding “Aut.
6.9.4. Justeren met intern gewicht (enkel PEJ) Met behulp van ingebouwd kalibratiegewicht kan men op elk moment de weegschaalprecisie controleren en opnieuw instellen. Handelingen tijdens justeren: Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor stabilisatie is een opwarmingstijd nodig van ca. 1 uur. Men dient daarbij op te letten dat zich op het weegschaalplateau geen voorwerpen bevinden. Bediening Aanduiding Activering van de functie [ (zie hoofdstuk 7).
CAL CAL Justeerproces is voltooid. De weegschaal keert automatisch terug naar weegmodus. CAL g 6.9.5. Justeertest met intern gewicht (enkel PEJ) Tijdens justeertest wordt de gememoriseerde waarde van het kalibratiegewicht vergeleken met de feitelijke waarde. Het gebeurt enkel als een toetsing, d.w.z. dat geen waarden gewijzigd worden. Handelingen: Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor stabilisatie is een opwarmingstijd nodig van ca. 1 uur.
Justeertest gestart: CAL Automatische test duurt. CAL CAL Het verschil tussen de gememoriseerde en de meetwaarde verschijnt. g Willekeurige justeerproces weegschaal weegmodus.
6.10. IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn EG 90/384/EEG moeten weegschalen officieel worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald, b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria, c) voor officiële doeleinden, d) bij vervaardiging van verpakkingen. Ingeval van twijfels richt u zich a.u.b. aan lokale Instantie voor Maten en Gewichten.
6.10.1. Zegels en blokkeerschakelaar Plaatsing: Blokkeerschakelaar Zegel Zegel Na ijking wordt de weegschaal verzegeld op de getekende plaats. IJking is zonder “zegel” niet geldig. Toegang tot de blokkeerschakelaar na verwijderen van eventuele zegel (ijking wordt ongeldig!) en rubberen dop (zie afbeelding).
7. Gebruiksmenu en configuratiemenu 1 Menu maakt het mogelijk om de weegschaalinstellingen te wijzigen en de functie te activeren Daardoor is het mogelijk om de weegschaal aan individuele behoeften aan te passen. Menu is verdeeld in: Gebruiksmenu: Configuratiemenu 1: Voor aanpassing van de weegschaal aan gebruikersbehoeften. Voor definiëren van hoofdfuncties. 7.1. Regels voor menubediening Bediening Aanduiding Weegschaal aanzetten: g Menu opvragen: , drukken ca.
Functie wijzigen: of Door opnieuw de toets te drukken is het mogelijk om verschillende menufuncties te scrollen (zie tabel, hoofdstuk 7.2). Parameter wijzigen: of Om parameter op de laatste positie te wijzingen de toets TARE of de pijltoets drukken. Eigen instellingen memoriseren: g Functiemenu verlaten en terug naar weegmodus overgaan. Algemene informatie betreffen invoeren met pijltoetsen: Bediening met pijltoetsen is sneller en meer comfortabel dan met de toetsen TARE en F.
7.2. Menuoverzicht >In fabriek wordt de weegschaal ingesteld conform bepaalde standaardconfiguratie. Deze wordt gemarkeerd met het symbool *.
Justeren * : Fabriekinstelling PEJ * : Fabriekinstelling PES, precisieklasse I * : Fabriekinstelling PES, precisieklasse II Grafische balkaanduiding Automatisch uitzetten bij bedrijf met accuvoeding (functie toegankelijk enkel bij accuvoeding) * * * * * Functie Auto Sleep bij bedrijf met accuvoeding * Eenheden A * Toets CAL niet actief Automatisch intern justeren Justeertest met intern gewicht Extern justeren Justeertest met extern gewicht Balkaanduiding verborgen Balkaanduiding verschijnt Automatis
7.2.1. Parameters van extra functies Verschijnen niet tijdens instelling van menu “ Functie Aanduiding Keuze Beschrijving van keuzemogelijkheid of of Voorwaarden voor aflezen van tolerantieteken ” * Toleratntiebereik * * Aantal grenspunten Tolerantieteken verschijnt altijd, ook indien de stabilisatiecontrole nog niet wordt afgelezen. Tolerantieteken verschijnt enkel in verband met stabilisatiecontrole. Het tolerantieteken verschijnt enkel boven het nulpuntbereik (tenminste + 5).
7.2.2. Parameters van serieel interface Verschijnen niet tijdens instelling van menu “ Functie Aanduiding of ” (interface niet actief). Keuze Beschrijving van keuzemogelijkheid of Geen gegevensuitgave Ononderbroken gegevensuitgave Ononderbroken uitgave van stabiele weegwaarde Uitgave van stabiele en onstabiele weegwaarde na drukken van de toets PRINT Uitgave van stabiele weegwaarde na ontlasten van de weegschaal Uitgave bij stabiele weegwaarde. Geen uitgave bij onstabiele weegwaarde.
Pariteit enkel bij instelling 2 of * Geen pariteitbit Pariteit “oneven” Pariteit “even” Gegevensbit 7 bit enkel bij instelling * Stopbit 8 bit 1 bit enkel bij instelling * 2 bit * Altijd deze instelling toepassen * Altijd deze instelling toepassen Niet gedocumenteerd Niet gedocumenteerd PES/PEJ-BA-nl-1316 35
8. Configuratiemenu 2 8.1. Regels voor menubediening Bediening Aanduiding Weegschaal aanzetten: g Menu opvragen: + Zo lang de toets F drukken bij gedrukte toets TARE, totdat het symbool [ Na vrijlaten verschijnt de eerste functie [ ] verschijnt. ] Functie wijzigen: of Door opnieuw de toets te drukken is het mogelijk om verschillende menufuncties te scrollen.
Parameter wijzigen: of Om parameter op de laatste positie te wijzingen de toets TARE of de pijltoets drukken. Eigen instellingen memoriseren: Menu verlaten en terug naar weegmodus overgaan. g 8.2. Menuoverzicht In fabriek wordt de weegschaal ingesteld conform bepaalde standaardconfiguratie. Deze wordt gemarkeerd met het symbool *. Functie Instelling van ID nr.
9. Bedrijf 9.1.
9.2. Displayaanzicht Aanduiding g, kg Beschrijving Gram, kilogram 0 Aanduiding van nulwaarde - Minus ο Stabilisatieaanduiding Net Tarrasymbool B/G Bruto Pcs Optellen % Percentageweging Weging met tolerantie * Actieve optelfunctie ∑ Totaal L Uitgave van datum/tijd m CAL De weegschaal voert weegfunctie uit, bv. optellen / aflezen van geheugenwaarde Justeeraanduiding. Justeerproces wordt gesignaleerd.
10. Weegmodus Er staan 4 verschillende weegmodi ter beschikking: 1. 2. 3. 4. Weging [ ] Weging/optellen [ ] Weging/percentbepaling [ Weging/dichtheidsbepaling [ ] ] Bovendien kunnen bij weging/dichtheidsbepaling behalve weegmodus ook volgende functie worden geactiveerd, bv. weging met tolerantie, optellen (zie hoofdstuk 7.2 “Extra functies”). Daardoor is het mogelijk om meetwaarden conform eigen behoeften af te lezen.
10.1.1. Tarreren Eigen gewicht van willekeurige container die voor wegen wordt gebruikt kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor tijdens volgende weegprocessen netto gewicht van het gewogen materiaal wordt getoond. Bediening Aanduiding Lege tarracontainer op het weegschaalplateau leggen. Totaal gewicht van gelegde container verschijnt. g De aanduiding van de waarde “0” terugzetten: Net g Containergewicht wordt intern opgeslagen, aanvullend verschijnt op display het tarrasymbool "Net".
Het tarreerproces kan willekeurige aantal keren worden herhaald, bijvoorbeeld bij het wegen van enkele ingrediënten van een mengsel (bijwegen). De aanduiding van de waarde “0” terugzetten: Net g Totaal gewicht verschijnt. Volgende ingrediënten weegschaalcontainer (bijwegen). van de container aan de toevoegen Net g Vervolgens op display het gewicht van toegevoegd gewogen materiaal aflezen. Opmerking: De weegschaal kan telkens alleen één tarrawaarde opslaan.
10.1.2. Netto/bruto Het eigen gewicht van gewenste container gebruikt voor wegingen kan worden getarreerd door de toets te drukken. Daardoor kan tijdens volgende weegprocessen het nettogewicht van gewogen materiaal als ook bruto gewicht van gewogen materiaal en tarracontainer worden afgelezen. Voorafgaande voorwaarde: actieve functie [ Bediening ] (zie hoofdstuk 7) Aanduiding Lege tarracontainer op het weegschaalplateau leggen. Totaal gewicht van gelegde container verschijnt.
Net g Omschakelen van netto naar bruto gewicht en omgekeerd gebeurt door de toets F. B/G Dit proces kan willekeurige aantal keren worden herhaald (max. weegbereik van de weegschaal). g 10.2. Optellen Bij optellen kan men de in de container toegevoegde elementen bijtellen of de uit de container gehaalde elementen aftellen. Om tellen van grotere aantallen mogelijk te maken dient het gemiddelde gewicht van één element te worden bepaald met behulp van klein aantal elementen (referentieaantal).
Aantal referentiestuks bepalen: Op display verschijnt blinkend, opgeslagen aantal referentiestuks. laatst Pcs , drukken ca. 4 seconden lang totdat M het symbool [U. SEt.] verschijnt en Pcs Bij aanduiding van bv. 10 , wordt als vervolgens vrijlaten referentiewaarde opleggen van 10 elementen vereist.
De referentiewaarde wordt gememoriseerd. Het referentiegewicht afnemen. Pcs Optellen: Nu kan de container met de te tellen elementen worden gevuld. Juist aantal verschijnt op display. Pcs Pcs Door meermals de toets te drukken is het mogelijk om de afgelezen waarde om te schakelen bv.
10.3.1. Referentiegewicht door weging invoeren Bediening Functie [ hoofdstuk 7). Aanduiding ] activeren (zie % Op display verschijnt het symbool %. Het referentiegewicht bepalen: Op display verschijnt blinkend, laatst opgeslagen referentiegewicht. , drukken ca. 4 seconden lang totdat op display het symbool [ verschijnt en vervolgens de toets vrijlaten. Het referentiegewicht opleggen (= 100 %) Akoestisch signaal betekent dat het referentiegewicht is gememoriseerd. % Het referentiegewicht afnemen.
Vanaf dat moment wordt het gelegde gewicht in % afgelezen. % g Door meermals de toets te drukken is het mogelijk om de afgelezen waarde om te schakelen in “g” of “%”. % Opmerking: De foutmelding “o-Err” betekent dat het referentiegewicht buiten het weegbereik ligt. De referentiewaarde 100% wordt behouden totdat de weegschaal van netwerk is gescheiden. 10.3.2. Numerieke invoer van het referentiegewicht Bediening Functie [ hoofdstuk 7).
g Als de blinkende waarde "0" verschijnt, betekent het dat het referentiegewicht ingevoerd dient te worden. Invoer van de numerieke waarde: of Þ Þ Þ » Þ Þ Þ Na elk drukken van de toets TARE of van een pijltoets verschijnen de cijfers 09, de decimaal en het min-teken. Keuze van het te wijzigen cijfer (actueel actieve positie blinkt): of Akoestisch signaal betekent dat het ingevoerde referentiegewicht is gememoriseerd.
Vanaf dat moment wordt het gelegde gewicht in % afgelezen. % g Door meermals de toets te drukken is het mogelijk om de afgelezen waarde om te schakelen in “g” of “%”. % Opmerking: De foutmelding “o-Err” betekent dat het referentiegewicht buiten het weegbereik ligt. De referentiewaarde 100% wordt behouden totdat de weegschaal van netwerk is gescheiden.
10.4. Dichtheidbepaling van vaste stoffen (hydrostatisch wegen) De densiteit is de relatie van het gewicht [g] tot de capaciteit [cm 3]. Het gewicht wordt verkregen door weging van een monster in de lucht. De capaciteit wordt bepaald op grond van drijfvermogen [g] van een monster gedoken in het water. De dichtheid [g/cm3] van dat vloeistof is bekend (wet van Archimedes). Bediening Aanduiding Dichtheid wordt bepaald met behulp van uitrusting voor wegingen onder de vloer.
Invoer van de temperatuur: of Þ Þ Þ » Þ Þ Þ Na elk drukken van de toets TARE of van een pijltoets verschijnen de cijfers 09, de decimaal en het min-teken. Keuze van het te wijzigen cijfer (actueel actieve positie blinkt): of Opslaan, akoestisch signaal luidt g Na keuze van willekeurig meetvloeistof voeren (invoerbereik van 0,0001 tot 9,9999).
Na invoer van parameters van meetvloeistof wordt de monsterdichtheid bepaald 1. Monstergewicht in de lucht g , weegschaal met monstergreep tarreren Monster opleggen Afwachten totdat de gewichtsaanduiding aan de weegschaal stabiel is g , monstergewicht in de lucht wordt opgeslagen 2.
Monster opleggen en onderdompelen ƒ g u Afwachten totdat de gewichtsaanduiding aan de weegschaal stabiel is. Afgelezen monsterdichtheid wordt bepaald met symbool u rechts.
11. Afgelezen waarden optellen Willekeurig aantal enkelvoudige wegingen wordt automatisch samengeteld tot een totaal, bij voorbeeld van alle enkelvoudige wegingen van één partij. De optelfunctie is mogelijk in alle weegfuncties (behalve dichtheidsbepaling). Bediening Aanduiding 1. De functie [ ] activeren (zie hoofdstuk 7). 2. Eén van onderstaande instellingen kiezen: [ ] : Optellen [ ] : Optellen met functie AUTO- TARA 3.
7. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [] verschijnt: g Afgelezen waarde wordt in optelgeheugen toegevoegd. Het totaal [ het ] verschijnt kort. g g Het gewicht afnemen en volgend opleggen, bij elk gewicht de stappen 4 tot 6 herhalen. 8. Totaal van wegingen: alle g enkelvoudige Door meermals de toets F te drukken is het mogelijk om afgelezen waarde naar volgende geactiveerd functies om te schakelen. g g 9. Somgeheugen wissen: Het totaal aflezen (stap 7), vervolgens de toets TARE drukken.
12. Weging met tolerantiebereik 12.1. Algemene informatie De weegschalen kunnen als doseer- en sorteerweegschalen worden gebruikt, waarbij telkens de boven en onder tolerantiegrens wordt geprogrammeerd. Positioneren, doseren of sorteren wordt met een akoestisch signaal gesteund.
De tolerantiegrenzen kunnen op twee verschillende manieren worden ingesteld: 1. De waarde (voorwerp) op de weegschaal plaatsen > De waarde opslaan 2. Numerieke invoer van de waarde > Grenzen met toetsenbord invoeren. Opmerking: De bepaalde grenswaarde blijft opgeslagen zo lang de weegschaal ingeschakeld is. Voor functies wegen, optellen, percentbepaling kunnen afzonderlijke grenzen worden ingesteld.
12.2.2. Bij 3 of 4 grenspunten Aanduiding van tolerantieteken: + TOL Grens 5 Grens 4 Grens 3 Grens 2 Grens 1 Grens 5 4. grenspunt gewicht Grens 4 3. grenspunt gewicht < 4. grenspunt y Grens 3 2. grenspunt gewicht < 3. grenspunt Grens 2 1. grenspunt gewicht < 2. grenspunt Grens 1 gewicht < 1. grenspunt 12.3. Basisinstellingen bij wegingen met tolerantiebereik Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2.
12.4. Beoordeling in absolute waarden 12.4.1. 2 grenswaarden door weging invoeren Belangrijke opmerking! De ondergrenswaarde dient altijd als eerste te worden ingevoerd, pas dan de bovengrens . Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2.
4. Invoer van de grenswaarde: , drukken ca. 4 seconden lang totdat het symbool [ verschijnt en vervolgens vrijlaten Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van ondergrenswaarde ( ) 5. Op het weegschaalplateau een monster voor onder (dus kleinere) grenswaarde leggen: 6. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde onder gewichtsgrens verschijnt kort.
7. Op het weegschaalplateau een monster voor boven (dus grotere) grenswaarde leggen: 8. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde boven gewichtsgrens verschijnt kort. De weegschaal keert terug naar weegmodus met tolerantie. Vanaf dat moment wordt beoordeeld of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt. * om weging met tolerantie voor enkel 1 grenspunt in te stellen (parameterkeuze [ ]), dienen stappen 7 en 8 worden genegeerd.
12.4.2. 3 of 4 grenswaarden door weging invoeren Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2. Verplichte keuze van parameters of Parameterkeuze voor 3 grenspunten zo lang drukken totdat het symbool [ ] of [ ] verschijnt; volgende willekeurige instellingen (zie hoofdstuk 12.3) verlopen vergelijkbaar Parameterkeuze voor 4 grenspunten Parameterkeuze voor absolute waarde: 3.
4. Invoer van de grenswaarde: , drukken ca. 4 seconden lang totdat het symbool [ ] verschijnt en vervolgens vrijlaten g Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van eerste ondergrenswaarde ( ) 5. Op het weegschaalplateau een monster voor eerste grenswaarde leggen: 6. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde eerste gewichtsgrens verschijnt kort.
8. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde tweede gewichtsgrens verschijnt kort. g Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van derde grenswaarde ( ) 9. Om de 3de of 4de grenswaarde in te voeren, stappen 7 en 8 herhalen 10. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde 3de of 4de gewichtsgrens verschijnt kort. De weegschaal keert terug naar weegmodus met tolerantie.
12.4.3. Numerieke invoer van 2 grenswaarden Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2. Verplichte keuze van parameters of Parameterkeuze voor 2 grenspunten: zo lang drukken totdat het symbool [ ] of [ ] verschijnt; volgende willekeurige instellingen (zie hoofdstuk 12.3) verlopen vergelijkbaar Parameterkeuze voor absolute waarde: 3.
De aanduiding wordt gewijzigd in een blinkende “nul” waarde 5. Blinkende aanduiding betekend eis van numerieke invoer van onder grenswaarde 6.
7. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde onder gewichtsgrens verschijnt kort. Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van bovengrenswaarde 8. Om de numerieke waarde voor de bovengrenswaarde in te voeren, stappen 5 en 6 herhalen 9. Opslaan: Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde boven gewichtsgrens verschijnt kort. De weegschaal keert terug naar weegmodus met tolerantie.
12.5. Beoordeling met differentiewaarden 12.5.1. 2 grenswaarden door weging invoeren Belangrijke opmerking! De ondergrenswaarde dient altijd als eerste te worden ingevoerd, pas dan de bovengrens . Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2. Verplichte keuze van parameters of Parameterkeuze voor 2 grenspunten: zo lang drukken totdat het symbool [ ] of [ ] verschijnt; volgende willekeurige instellingen (zie hoofdstuk 12.
4. Invoer van het referentiegewicht: , drukken ca. 4 seconden lang totdat het symbool [ ] op display verschijnt en vervolgens vrijlaten Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van het referentiegewicht 5. Referentiegewicht op weegschaalplateau leggen: 6. Opslaan het Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde waarde van referentiegewicht verschijnt kort.
7. Op het weegschaalplateau een monster voor eerste grenswaarde leggen: 8. Opslaan Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde onder differentiewaarde verschijnt kort. Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van bovengrenswaarde 9. Op het weegschaalplateau een monster voor boven (dus grotere) grenswaarde leggen: 10. Opslaan Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde boven differentiewaarde verschijnt kort. Monster van het weegschaalplateau afnemen.
12.5.2. 3 of 4 grenswaarden door weging invoeren Om de 3de of 4de grenswaarde in te voeren [ ]-[ ] of [ keer de stappen van 7 tot 8 herhalen (zie ook hoofdstuk 12.4.2). ], elke Aanduiding van tolerantieteken: + TOL [ [ [ [ [ ] ] ] ] ] 4. grenspunt 3. grenspunt Referentiegewicht 2. grenspunt 1. grenspunt 12.5.3. Numerieke invoer van 2 grenswaarden Bediening Aanduiding 1. Functie wegen met tolerantie activeren [ ] of [ ] (zie hoofdstuk 7). 2.
4. Invoer van het referentiegewicht: , drukken ca. 4 seconden lang totdat het symbool [ ] op display verschijnt en vervolgens vrijlaten Blinkende waarde gememoriseerde verschijnt van het laatst referentiegewicht De aanduiding wordt gewijzigd in een blinkende “nul” waarde 5. Blinkende aanduiding betekend eis van numerieke invoer van het referentiegewicht 6.
7. Bevestigen Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde waarde van referentiegewicht verschijnt kort. de het Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van onder differentiewaarde 8. Invoer van ondergrens stappen 5 en 6 herhalen 9. Bevestigen Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde onder differentiewaarde verschijnt kort. Blinkende aanduiding (van laatst gememoriseerde waarde) betekend eis van invoer van boven differentiewaarde 10.
11. Opslaan Akoestisch signaal luidt, gememoriseerde boven differentiewaarde verschijnt kort. De weegschaal keert terug naar weegmodus met tolerantie. Vanaf dat moment wordt beoordeeld of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt. Om de 3de of 4de grenswaarde numeriek in te voeren [ ]-[ ] of [ ], elke keer de stappen van 8 tot 9 herhalen (zie ook hoofdstuk 12.4.2). 13. Datum en tijd instellen Displaysymbolen [ L ] 13.1. Tijd Bediening Aanduiding 1.
, opnieuw drukken L : De laatst verschijnt.* : gememoriseerde tijd 2. Tijd wijzigen L : : Het gewijzigde cijfer blinkt Keuze van het te wijzigen cijfer (actueel actieve positie blinkt): L : : of Numerieke waarde wijzigen L of : : Na opslaan van instellingen verschijnt de datumaanduiding 3. Opslaan L 4. Terug naar weegmodus g * Let op: 76 Met de toets TARE kan de aanduiding naar boven (vanaf 30 seconden) of naar beneden (tot 29 seconden) worden afgerond.
13.2. Datum De wijze van datumaflezing kan in menupunt “Menuoverzicht”, hoofdstuk 7.2.). worden bepaald. Bediening (zie Aanduiding 1. Menu opvragen , gedrukt houden totdat het symbool [ ] verschijnt. , opnieuw drukken L : : De laatst gememoriseerde tijd verschijnt. , opnieuw drukken L De laatst verschijnt.
2. Datum wijzigen L Het gewijzigde cijfer blinkt Keuze van het te wijzigen cijfer (actueel actieve positie blinkt): L of Numerieke waarde wijzigen L of 3. Opslaan Na opslaan van instellingen keert de weegschaal automatisch terug naar weegmodus.
13.3. Functie interval van gegevensuitgave In deze menupunt kan men bepalen in welke tijdsintervallen de gegevens worden uitgegeven. Daarvoor dient men de functie in menu te activeren [ [ ] of ] (zie hoofdstuk 7.2.1) 13.3.1. Intervalinstellingen Bediening Aanduiding 1. Menu opvragen , gedrukt houden totdat het symbool [ ] verschijnt. : : Het gewijzigde cijfer blinkt 2.
13.3.2. Start/Stop van intervaluitgave Bediening Aanduiding , uitgavestart L g , uitgavestop g De weegschaal keert automatisch terug naar weegmodus.
13.4. Invoer van ID nummer van de weegschaal Displaysymbolen [ ] en [ ] Door de tekens [0-9]. [A-F] - [-] te gebruiken kan men een 6-positie nummer invoeren. De spatie verschijnt als [ _ ]. Bediening Aanduiding 1. Menu opvragen + Na vrijlaten verschijnt de eerste functie [ ] Zo lang de toets F drukken bij gedrukte toets TARE, totdat het symbool [ ] verschijnt, zie hoofdstuk 8. 2. Functie activeren of 3. ID nummer van aanduiding Het laatst gememoriseerde nummer verschijnt 4.
Keuze van het te wijzigen cijfer (actueel actieve positie blinkt): of Numerieke waarde wijzigen of 5. Opslaan: Instelling wordt opgeslagen en volgende menupunt verschijnt. 6.
14. Gegevensuitgave De weegschaal is in serie-uitvoering voorzien van interface RS 232C en printeraansluiting. 14.1. Interface RS 232C Met interface RS 232C kunnen gegevens in beide richtingen worden gewisseld tussen de weegschaal en randapparatuur. Gegevenstransmissie gebeurt asynchroon in de ASCII code. Pinvaststelling van de weegschaaluitgang: Pin nr.
14.2. Printeraansluiting (gegevenstransmissie in één richting) Pinvaststelling van de weegschaaluitgang: Pin nr. Signaal Ingang/Uitgang Functie 1 EXT.TARE Ingang externe tarreerfunctie 2 - 3 - 4 TXD Uitgang gegevenstransmissie (Transmit data) 5 GND - gewicht (Signal ground) 6 - - 7 - - 8 - - 7 8 6 1 3 4 5 2 14.3.
14.4. Gegevensuitgave 14.4.1. Formaat van gegevenstransmissie Dank de juiste keuze van weegschaalfunctie kan men een van twee volgende gegevensformaten kiezen, zie “Menuoverzicht“ hoofdstuk 7.
14.4.4. Eenheden U 1, U 2 = 2 woorden in code ASCII U1 (SP) K {0><}1 00{>C <0} P (SP) U2 G G T Code 20H 47H 4BH 47H 43H 54H C % 50H 20H 43H 25H Betekenis Gram Kilogram Karaat Stuk Percent Symbool g kg Pcs % 14.4.5. Resultatenbeoordeling bij wegingen met tolerantiebereik S 1 = 1 woord 86 S1 Code Betekenis L 4CH Het gewogen materiaal beneden het onder tolerantiebereik. G 47H Het gewogen materiaal in het tolerantiebereik. H 48H Het gewogen materiaal boven de boven tolerantiegrens.
14.4.6. Gegevensstatus S 2 = 1 woord S2 Code Betekenis S 53 H Gestabiliseerde gegevens * U 55 H Niet gestabiliseerde gegevens (schommelingen) * E 45 H Gegevensfout, alle gegevens behalve S 2 zijn noet betrouwbaar. De weegschaal toont een fout (o-Err, u-Err) sp 20 H Geen speciale status 14.4.7. Interval van gegevensuitgave Bij activeren of stoppen van gegevensuitgave met interval worden opschriftregel en voetnootregel uitgegeven.
14.5. Bevel van afstandbediening 88 C1 C2 Code Betekenis 0 0 4FH 30H Geen gegevensuitgave 0 1 4FH 31H Ononderbroken gegevensuitgave 0 2 4FH 32H Ononderbroken uitgave van stabiele weegwaarde 0 3 4FH 33H Uitgave van stabiele en onstabiele weegwaarde na drukken van de toets PRINT 0 4 4FH 34H Uitgave van stabiele weegwaarde na ontlasten van de weegschaal 0 5 4FH 35H Uitgave bij stabiele weegwaarde. Geen uitgave bij onstabiele weegwaarde.
15. Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijdering 15.1. Reinigen Voordat men met reiniging begint dient met het apparaat van voedingbron scheiden. Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met zeeploog. De weegschaalterminal is voorzien van uitrusting voor drukcorrectie. Deze is geplaatst onderaan de terminaal en bestaat uit een gekleefde membraan.
Storing Mogelijke oorzaak Gewichtsaanduiding brandt niet. Gewichtsaanduiding verandert continu Weegresultaat is duidelijk foutief De weegschaal is niet aangezet. Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/beschadigd). Gebrek aan netwerkspanning. Tocht/luchtbeweging Tafel-/grondvibratie Het weegschaalplateau is in contact met vreemde lichamen.