User manual
19        PCD-BA-nl-1211 
7.7  Optellen 
MODE
CAL
SET
M
Bij optellen van stuks kan men de in de container toegevoegde 
elementen bijtellen of de uit de container gehaalde elementen 
aftellen. Om het tellen van grotere aantallen mogelijk te maken 
dient  het  gemiddelde  gewicht  van  één  element  te  worden 
bepaald  met  behulp  van  klein  aantal  elementen 
(referentieaantal). 
Hoe  groter  het  referentieaantal  hoe  preciezer  het  optellen. 
Ingeval  van  zeer  kleine  of  verschillende  elementen  moet  de 
referentiewaarde bijzonder groot zijn. 
Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het optellen. 
De handeling gebeurt in vier stappen: 
de weegschaalcontainer tarreren, 
aantal referentiestuks bepalen, 
het referentiegewicht wegen, 
optellen. 
  In de weegmodus de toets MODE kort drukken. Het 
blinkende actuele aantal referentiestuks “5
PCS
” verschijnt. 
  Door de toets MODE meermals te drukken wordt het 
opvragen van de volgende aantallen referentiestuks 
mogelijk: 5, 10, 20, 25 en 50. Zo veel te tellen elementen 
op de weegschaal opleggen als vereist in 
overeenstemming met het ingestelde aantal 
referentiestuks. 
  Met de toets SET bevestigen. De weegschaal staat vanaf 
nu in de optelmodus en telt alle elementen samen die zich 
op het weegplateau bevinden. 
  Terug naar de weegmodus 
de toets MODE drukken. 
  Foutmelding “Er 1” 
De onderste grens van het minimale elementengewicht 
overschreden, zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens”. De 
toets MODE drukken en de bepaling van de 
referentiewaarde opnieuw starten. 
  Tarreren 
De tarracontainer kunnen ook bij het optellen worden 
gebruikt. Voor het optellen de tarracontainer met de toets 
TARE tarreren. 










