User manual

PBS/PBJ-BA-nl-1314
57
16 Toepassingsfuncties
16.1 Optellen
Bij optellen van stuks kan men de in de container toegevoegde elementen bijtellen of
de uit de container gehaalde elementen aftellen. Om het tellen van grotere aantallen
mogelijk te maken dient het gemiddelde gewicht van één element te worden bepaald
met behulp van klein aantal elementen (referentieaantal). Hoe groter het
referentieaantal hoe preciezer het optellen. Ingeval van zeer kleine of verschillende
elementen moet de referentiewaarde bijzonder groot zijn.
De handeling gebeurt in vier stappen:
de weegschaalcontainer tarreren,
aantal referentiestuks bepalen,
aantal referentiestuks wegen,
optellen.
Voorwaarde: De functie PS met menuelement 57 activeren, zolang deze nog niet is
ingesteld. (De functie-eenheid PCS is een fabriekinstelling.)
Controleren dat de weegschaal in de weegmodus is. (de eenheid “g” verschijnt).
De toets
UNIT
zo lang drukken totdat het symbool “PCS”
verschijnt.
De container op het weegschaalplateau leggen en de
weegschaal met de toets
TARE /
tarreren.
Precies 5 (of 10, 20, 50, 100 of 200) elementen van het
gewogen monster tellen en in de container doen.
De toets
MENU
CAL
drukken.
(voorbeeld)
Door de toets
MENU
CAL
te drukken wordt de aanduiding tussen de
symbolen "Ld 5pcs”…”Ld 200pcs”, “Ld 5pcs”…omgeschakeld.
“Ld 10pcs” is de standaardinstelling.
De toets
TARE /
drukken als de aanduiding gelijk is aan het
aantal opgelegde elementen.
Het aantal referentiestuks wordt opgeslagen.