User manual
PBS/PBJ-BA-nl-1314
73
(v) Bevelen van aflezen voor ingestelde waarden
TARGET
Ingestelde doelwaarde aflezen.
LIMIT
Ingestelde grenswaarde aflezen.
G.LO
Ingestelde onder grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 1
aflezen.
G.UP
Ingestelde boven grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 1
aflezen.
L.LO
Ingestelde onder grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 2
aflezen.
L.UP
Ingestelde boven grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 2
aflezen.
UW
Ingestelde waarde voor de gewichtseenheid aflezen.
G/PCS
Gelijk aan de toets “g/PCS”.
CALWIT
Ingestelde waarde van het externe gewicht voor de kalibratie van het
meetbereik aflezen.
ACALT1
Tijd 1 in de modus Clock-CAL aflezen.
ACALT2
Tijd 2 in de modus Clock-CAL aflezen.
ACALT3
Tijd 2 in de modus Clock-CAL aflezen.
P.TARE
Ingestelde waarde van voorlopig tarreren aflezen.
ZRNG
Ingestelde waarde van het nulbereik aflezen.
USER
Omrekeningscoördinanten voor de gebruikerseenheid aflezen.
VOL
Ingestelde waarde voor het referentiegewicht aflezen.
DENSE
Ingestelde waarde voor de dichtheid van het omringende vloeistof
aflezen.
ITIME
Ingestelde waarde voor de intervalklok aflezen.
(vi) Bevelen voor instelling van numerieke waarde
CALWIT=
De waarde van het externe gewicht voor de kalibratie van het
meetbereik instellen.
ACALT1=
Tijd 1 in de modus Clock-CAL instellen.
ACALT2=
Tijd 2 in de modus Clock-CAL instellen.
ACALT3=
Tijd 3 in de modus Clock-CAL instellen.
UW=
Gewichtseenheid instellen
VOL=
Het volume van het referentiegewicht instellen.
SDENSE=
De dichtheid van het omringende vloeistof instellen.
DATE=
Datum instellen.
TIME=
Tijd instellen.
TARGET=
Doelwaarde instellen.
LIMIT
Grenswaarde instellen.
G.LO=
Onder grenswaarde op de aanduiding van het controlewegen 1
instellen.
G.UP=
Boven grenswaarde op de aanduiding van het controlewegen 1
instellen.
L.LO=
Onder grenswaarde op de aanduiding van het controlewegen 2
instellen.
L.UP=
Boven grenswaarde op de aanduiding van het controlewegen 2
instellen.
PCS=
Gewild aantal stuks instellen.
#=
Gelijk aan numerieke toetsen.
ID=
Bepaald het ID.