User manual

7 Bediening
7.1 Wegen
De weegschaal wordt door het indrukken van de toets
ON/OFF/TARE“ ingeschakeld.
De weegschaal geeft „0.0“ aan.
Te wegen goed aanhangen.
Op het display verschijnt de weegwaarde.
Indien het te wegen goed zwaarder dan het weegbereik is,
verschijnt op het display „E“ (=overbelasting).
De weegschaal wordt door de toets „ON/OFF/TARE“ lang in
te drukken uitgeschakeld.
7.2 Omschakeling van de weegeenheid
Met de toets „Unit“ kunt u het display tussen N, lb en kg
omschakelen. „X„ kenmerkt de actieve instelling.
7.3 Tarreren
Weegschaal met toets „ON/OFF/TARE“ inschakelen en
aanduiding „0 afwachten. Tarralast aanhangen en toets
ON/OFF/TARE“ indrukken.
De aanduiding op de weegschaal springt naar „0.0“. Het
gewicht van de tarralast is intern opgeslagen. Te wegen
goed kan nu in het tarravat ingevoerd en de weegwaarde
kan afgelezen worden.
7.4 Functies
Met de toets „Hold“ kunnen de hierna volgende functies
geactiveerd worden:
Instelling Functie
H1 Data-Hold Functie 1
Weegwaarde wordt na het indrukken van
de toets „Hold“ 5 seconden lang
geblokkeerd
H2 Data-Hold Functie 2
Weegwaarde wordt na het indrukken van
de toets „Hold“ geblokkeerd totdat er
een toets ingedrukt wordt
H3 Data-Hold Functie 3
Weegwaarde wordt automatisch 5
seconden lang geblokkeerd
H4 Functie 4 „Data-Hold“ („Blokkering van
gegevens“)
Weegwaarde wordt automatisch na het
bereiken van een stabiele waarde
geblokkeerd totdat er een toets ingedrukt
wordt
H5 Functie „Dier wegen“)
H6 Functie „Piekwaarde“
7.4.1 Data-Hold Functie
Met de functie „Data-Hold“ kunnen er weegwaarden op het
display tijdens ene langere tijdspanne geblokkeerd
aangegeven worden. Afhankelijk van het toepassingsgebied
kunt u tussen 4 instellingen een keuze maken (H1 – H4).
Ö Weegschaal inschakelen, toets „HOLD“ ingedrukt houden
totdat de actuele instelling „Hx“ (H1 – H6) verschijnt.
Ö Toets „ON/OFF/TARE“ zo vaak indrukken totdat de door
u gewenste instelling (H1-H4) verschijnt.
Ö Met de toets „HOLD“ uw instelling bevestigen
Ö Te wegen goed aanhangen
Ö De weegwaarde wordt afhankelijk van uw instelling
(H1 – H4) geblokkeerd aangegeven (zie tabel hoofdstuk
7.4), gesymboliseerd door [S] links bovenaan.
7.4.2 Functie „Dier wegen“)
Deze functie is geschikt voor onstabiele weegprocedures. Het
resultaat is een gemiddelde waarde op basis van 16
weegwaarden, die binnen 3 seconden opgespoord wordt.
Ö Weegschaal inschakelen, toets „HOLD“ ingedrukt
houden totdat de actuele instelling „Hx“ (H1 – H6)
verschijnt.
Ö Toets „ON/OFF/TARE“ zo vaak indrukken totdat „H5“
verschijnt.
Ö Met de toets „HOLD“ uw instelling bevestigen
Ö Te wegen goed aanhangen
Ö Toets „HOLD“ indrukken, het display telt achteruit van
3 -1. De uitgerekende gemiddelde waarde wordt
aangegeven, gesymboliseerd door [S] links bovenaan.
Ö Voor bijkomende metingen voordien de toets
ON/OFF/TARE“ indrukken
7.4.3 Functie „Piekwaarde“
Deze functie geeft de hoogste belastingswaarde (piekwaarde)
van een weging aan.
Meetfrequentie: 200ms
Let op:
De piekwaarde mag de weegschaal nooit met meer
dan de aangegeven, maximale belasting belasten
(!!gevaar voor een breuk!!).
Ö Weegschaal inschakelen, toets „HOLD“ ingedrukt
houden totdat de actuele instelling „Hx“ (H1 – H6)
verschijnt.
Ö Toets „ON/OFF/TARE“ zo vaak indrukken totdat „H6“
verschijnt.
Ö Met de toets „HOLD“ uw instelling bevestigen
Ö Te wegen goed aanhangen
Ö De piekwaarde verschijnt tijdens een korte tijdspanne,
gesymboliseerd door [S] links bovenaan. De weegschaal
gaat automatisch terug naar nul en is klaar voor nog
andere metingen.
4 HCB-BA-nl-0732