User manual

5.7 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plaats op aarde gelijk is, dient
elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit
regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van instelling van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet in de fabriek op locatie is gejusteerd).
Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste ingebruikname, na elke
wijziging van locatie als ook bij veranderingen in de omgevingtemperatuur. Om
precieze meetwaarden te bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de
weegschaal te justeren ook in de weegmodus.
5.8 Justeren
Met behulp van ingebouwd kalibratiegewicht kan men op elk moment de
weegschaalprecisie controleren en instellen.
Let op:
Bij geijkte weegschalen is de justeermogelijkheid beperkt.
(zie hoofdstuk 6.8 “IJking”).
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor stabilisatie is een
opwarmingstijd nodig van ca. 5 minuut.
5.8.1 Voor ijking geschikte modellen FOB 1K1M, FOB 2K2M, FOB 5K5M
Ö Met de toets de weegschaal inschakelen.
Ö De justeertoets op de weegschaalbodem twee keer drukken (zie hoofdstuk
6.7.4). Op display verschijnt een numerieke waarde (bv. 9.810).
Ö De toets twee keer drukken, op display verschijnt het symbool “0”.
Ö Het kalibratiegewicht (nominale waarde, zie hoofdstuk 1 “Technische
gegevens”) in het midden van het weegschaalplateau plaatsen, vervolgens de
toets drukken.
Ca. 2 seconden lang verschijnt op display het symbool “CAL” en vervolgens
nominale waarde van het kalibratie gewicht.
Ö Het kalibratiegewicht van het weegschaalplateau afnemen, justeren is
voltooid.
FOB-BA-nl-1118
12