` KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel.: +49-[0]7433-9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen voor de analyse- en precisieweegschalen KERN ALT-B, PLT-A, PLT-F, ALS-A / ALJ-A, PLS-A / PLJ-A, PLS-F / PLJ-F, PLE-N KERN ALT-A02 / PLT A01 Versie 1.
KERN ALT-A02 / PLT A01 NL Versie 1.0 01/2013 Gebruiksaanwijzing Set voor dichtheidsbepalingen voor de analyse- en precisieweegschalen KERN ALT-B, PLT-A, PLT-F, ALS-A / ALJ-A, PLS-A / PLJ-A, PLS-F / PLJ-F, PLE-N Inhoudsopgave: 1 INLEIDING ...................................................................................................................................... 3 1.1 2 LEVERINGSOMVANG...............................................................................................................
1 Inleiding Sets voor dichtheidsbepalingen ALT-02 en PLT-01 verschillen van elkaar door bevestiging van weegplateau. Set voor dichtheidsbepalingen dat toepasselijk voor eigen weegschaal is, kan gekozen worden door gebruik maken van onderstaand overzicht.
1.1 Leveringsomvang Direct na uitpakken dient men te controleren of de verpakking en de set voor dichtheidsbepalingen geen eventuele zichtbare uiterlijke beschadigingen vertonen. Men dient zeker te gaan dat alle toegankelijke elementen compleet zijn.
2 De regel van dichtheidsbepaling Drie belangrijke natuurkundige grootheden zijn: het volume en het gewicht van de lichamen als ook de dichtheid van stoffen. Het gewicht en het volume worden met elkaar door de dichtheid gekoppeld. De dichtheid [ρ] is de verhouding van het gewicht [m] ten opzichte van het volumen [V]. ρ= m V De dichtheid wordt in het SI uitgedrukt in kilogram per kubieke meter (kg/m3).
Bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van zinklood waarvan het volumen [V] bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [A] als ook in de gemeten vloeistof [B] gewogen. Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een opwaartse kracht [G]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht) van de verplaatste vloeistof.
3 De weegschaal voorbereiden Bij de geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen is correct justeren niet mogelijk. Het nodige justeren van de weegschaal met standaard weegschaalplateau uit te voeren voordat de set voor dichtheidsbepaling wordt geïnstalleerd. Bij modellen met een intern kalibratiegewicht (ALT / PLT, ALJ-A, PLJ-A, PLJF) intern justeren uitvoeren. Na succesvol justeren in het menu de justeermodus "Extern justeren" activeren.
4 Installatie van de set voor dichtheidsbepalingen • Bij de geïnstalleerde set voor dichtheidsbepalingen is correct justeren niet mogelijk. • Om te justeren dient de set voor dichtheidsbepalingen te worden afgenomen en het standaard weegschaalplateau te worden opgezet. De elektrische voeding van de weegschaal loskoppelen. Het standaard weegschaalplateau afnemen zoals op de afbeelding weergegeven.
De set voor dichtheidsbepaling installeren.
5 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen Bij de dichtheidsbepaling van de vaste stoffen dient de vaste stof eerst in de lucht te worden gewogen en vervolgens in de hulpvloeistof met bekende dichtheid. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend. Als hulpvloeistof worden meestal gedistilleerd water of ethanol gebruikt, dichtheidstabellen, zie hoofdstuk 8.
Om de dichtheid van de vaste stoffen te bepalen de universele indompelkorf gebruiken voor drijvende (d > 1 g/cm3) en dalende (d < 1 g/cm3) vaste stoffen. d > 1 g/cm3 Vloeistof Afb. 1 De indompelkorf voor dalende vaste stoffen ophangen zoals op de afb. 1 weergegeven.
d < 1 g/cm3 Ingeval van vaste stoffen met de dichtheid kleiner dan 1 g/cm3 wordt het mogelijk om de dichtheid met twee verschillende methodes te bepalen. Methode 1: Als meetvloeistof wordt een vloeistof gebruikt met een dichtheid kleiner dan de dichtheid van de vaste stof, bv. ethanol ca. 0,8 g/cm3. Deze methode dient te worden toegepast indien de dichtheid van de vaste stof niet veel van de dichtheid van het gedestilleerde water verschilt.
5.1 Weegschalen met grafische afleeseenheid (KERN ALT-B, PLT-A, PLT-F) In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt “Dichtheid” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de navigatietoetsen "Vaste stof” kiezen. Met de toets bevestigen PRINT, het verschijnt actueel ingestelde dichtheid van de hulpvloeistof (fabriekinstelling 1,0000 g/cm3 voor het gedestilleerde water met de temperatuur van 20°C).
Het monster op de bovenschaal voor monsters leggen. Monster Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken.
Afwachten totdat de bepaling voor monstergewicht in de hulpvloeistof verschijnt. Het monster afnemen en indien nodig de weegschaal met de toets TARE op nul zetten. Het monster op de bovenschaal voor monsters leggen en in de hulpvloeistof indompelen daarbij het ontstaan van luchtbellen mijden Het monster dient tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld Monster Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. De monsterdichtheid verschijnt.
Nadat de optionele printer wordt aangesloten kan met de toets PRINT de waarde van de aanduidingwaarde worden geprint. Uitdraaivoorbeeld (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 d: 8.0700 g/cm3 Ingeval van fouten tijdens dichtheidsbepaling verschijnt de melding “d-----”. Om verdere metingen uit te voeren naar de modus voor dichtheidsbepaling terug te keren door de toets MENU te drukken. Terug naar de weegmodus met de toets ON/OFF.
5.2 Weegschalen met LCD display (KERN ALS-A / ALJ-A, PLS-A / PLJ-A, PLS-F / PLJ-F, PLE-N) In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de toets MENU de optie “d SoLid” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. Het verschijnt actueel ingestelde dichtheid van de hulpvloeistof (fabriekinstelling 1,0000 g/cm3 voor het gedestilleerde water met de temperatuur van 20°C).
De aanduiding voor de bepaling van het gewicht van een monster in de lucht verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien de weegschaal geen nul aanwijst, de toets TARE drukken. De vaste stof op de bovenschaal voor monsters leggen. Monster Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Afwachten totdat de aanduiding voor monstergewicht in de hulpvloeistof verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen.
Het monster op de bovenschaal voor monsters leggen en in de hulpvloeistof indompelen daarbij het ontstaan van luchtbellen mijden. Het monster dient tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld Monster Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. De monsterdichtheid verschijnt. Nadat de optionele printer wordt aangesloten kan met de toets PRINT de waarde van het referentiegewicht worden geprint. Uitdraaivoorbeeld (KERN YKB-01N): d: 2.
6 Dichtheidsbepaling van vloeistoffen Ingeval van de dichtheidsbepaling van vloeistoffen wordt een glazen zinklood met bekend volumen toegepast. Het glazen zinklood wordt eerst in de lucht gewogen en vervolgens in de vloeistof waarvan de dichtheid bepaald dient te worden. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend.
6.1 Weegschalen met grafische afleeseenheid (KERN ALT-B, PLT-A, PLT-F) In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt “Dichtheid” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de navigatietoetsen de instelling “Vloeistof" kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, het verschijnt actueel ingestelde dichtheid van zinklood (fabriekinstelling 3,0000 g/cm3).
Het zinklood ophangen. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Afwachten totdat de aanduiding voor zinkloodgewicht in de hulpvloeistof verschijnt. Het zinklood afnemen en indien nodig de weegschaal met de toets TARE op nul zetten. De glazen maatbeker met het onderzochte vloeistof vullen.
Het zinklood compleet in de vloeistof indompelen, voor zover mogelijk zonder luchtbellen te laten ontstaan. Het zinklood dient tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Het wordt de dichtheid van de onderzochte vloeistof bij de temperatuur op de thermometer afgelezen.
Ingeval van fouten tijdens dichtheidsbepaling verschijnt de melding “d-----”. Nadat de optionele printer wordt aangesloten kan met de toets PRINT de aanduidingwaarde worden geprint. Uitdraaivoorbeeld (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 d: 0.9748 g/cm3 Om verdere metingen uit te voeren naar de modus voor dichtheidsbepaling terug te keren door de toets MENU te drukken. Terug naar de weegmodus met de toets ON/OFF.
6.2 Weegschalen met LCD display (KERN ALS-A / ALJ-A, PLS-A / PLJ-A, PLS-F / PLJ-F, PLE-N) In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de toets MENU de optie “d Liquid” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, het verschijnt actueel ingestelde dichtheid van zinklood (fabriekinstelling 3,0000 g/cm3).
De ingevoerde waarde met de toets PRINT bevestigen. De aanduiding voor de bepaling van het gewicht van een zinklood in de lucht verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien de weegschaal geen nul aanwijst, de toets TARE drukken. Het zinklood in het midden ophangen. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ]verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Afwachten totdat de aanduiding voor zinkloodgewicht in de hulpvloeistof verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen.
Het zinklood compleet in de vloeistof indompelen, voor zover mogelijk zonder luchtbellen te laten ontstaan. Het zinklood dient tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Het wordt de dichtheid van de onderzochte vloeistof bij de temperatuur op de thermometer afgelezen. Nadat de optionele printer wordt aangesloten kan met de toets PRINT de waarde van de aanduidingwaarde worden geprint.
7 Voorwaarden voor precieze metingen Tijdens de dichtheidsbepaling bestaan er meerdere kansen op een fout. Om precieze resultaten bij toepassing van deze set voor dichtheidsbepalingen met de weegschaal te bereiken, zijn goede kennis en voorzichtigheid noodzakelijk. 7.1 Resultaten berekenen Tijdens de dichtheidsbepaling door de weegschaal verschijnen de resultaten altijd met 4 decimalen. Dat betekent echter niet dat de resultaten tot de laatste decimalen, zoals bij waardeberekening, precies zijn.
7.2.3 Het monster van de vaste stof Indien het volumen van het monster te groot is, hijst het vloeistofpeil in de glazen meetbeker nadat het in de vloeistof is ingedompeld. Daardoor wordt een deel van het ophangelement van de schaal voor monsters ingedompeld en daarmee is de opwaartse kracht groter. Daardoor wordt het monstergewicht in de vloeistof kleiner. Monsters met variabel volumen of die vloeistoffen absorberen, kunnen niet worden gemeten. 7.2.
8 Tabel van vloeistofdichtheid Temperatuur [℃] 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 30 Dichtheid ρ [g/cm3] Water Ethyleen 0.
9 Gebruiksopmerkingen • Om een reproduceerbare gemiddelde waarde te bereiken zijn enkele dichtheidsmetingen nodig. • Oplosmiddelbestendige monster/ glazen zinklood/ glazen maatbeker ontvetten. • Schalen voor monsters/ glazen zinklood/ glazen maatbeker dienen regelmatig te worden gereinigd, aan het onderdompelde deel niet aanraken. • Monster/ glazen zinklood/ pincet na elke meting drogen. • De monstergrootte dient aan de monsterschaal te worden aangepast (ideale monstergrootte > 5 g).