Operation Manual

X8 MIG WELDER 2.5 Problemen verhelpen
Probleem Aanbevolen handelingen
Het laspistool raakt oververhit
Controleer of de zwanenhals van het laspistool correct
op het handvat is bevestigd: druk de zwanenhals diep
genoeg en controleer of de zwanenhalsbevestiging goed is
aangespannen.
Controleer of de draadmondstukadapter goed met de hand
is aangedraaid en of het draadmondstuk er goed op is
bevestigd.
Controleer of de lasparameters binnen het bereik van het
laspistool en de zwanenhals liggen. Het laspistool en de
zwanenhals hebben elk hun eigen maximumstroom; de
laagste van de twee waarden is de maximale stroom die kan
worden gebruikt.
De zwanenhals van het pistool raakt
oververhit
Zorg dat u originele verbruiksartikelen en onderdelen van
Kemppi gebruikt. Verkeerde onderdelen kunnen leiden tot
oververhitting van de zwanenhals.
De laspistoolconnector raakt oververhit
Controleer of de connector goed op de draadaanvoerunit is
aangesloten.
Controleer of de pinconnector van het laspistool schoon en
onbeschadigd is.
Het laspistool trilt te veel tijdens het
lassen
Controleer of de draadmondstukadapter en het
draadmondstuk strak genoeg zitten.
Controleer de motorstroom.
Controleer de draadliner.
Controleer de lasdraad. Deze moet recht zijn en beginnen
om te krullen wanneer hij uit het draadmondstuk komt.
Controleer als dat niet zo is hoe strak de aanvoerrollen zijn
aangespannen.
De afstandsbediening van het laspistool
geeft een waarschuwings-/foutsymbool
weer
Kijk op de Control Pad of op het functiepaneel van de
draadaanvoerunit voor meer informatie over de fout. Zie voor
meer informatie Foutcodes on page 172.
Tabel 9: Watergekoelde laspistolen
Probleem Aanbevolen handelingen
De draad brandt in het draadmondstuk
Controleer of de grootte en het type van het gebruikte
mondstuk en draadliner geschikt zijn voor de lasdraad.
Controleer of de draadliner schoon is.
Controleer of de draadliner geen steile lussen maakt.
Controleer de motorstroom. Als de stroom te sterk is, kunnen
er problemen ontstaan in de draadliner.
Controleer hoe strak de aanvoerrollen zijn aangespannen.
Te strakke aanvoerrollen kunnen zachte lasdraden, zoals
aluminium en gevulde draden, aantasten.
GEBRUIKSAANWIJZING | NL 170
©
KEMPPI | 2018-09-28