Operation Manual
X8 MIG WELDER 2.4 Bediening
DPulse is een pulslasproces met twee aparte vermogensniveaus. Het lasvermogen varieert tussen deze
twee niveaus en de parameters van elk niveau worden onafhankelijk van elkaar geregeld. In het scherm
Lassen kunt u wisselen tussen niveau 1 en niveau 2 door op de linkertoets op de Control Pad te drukken. Het
inactieve vermogensniveau wordt weergegeven met een grijze lijn in het draadaanvoersnelheidsdiagram.
Figuur 32: Scherm DPulse-lassen
Om tijdens het lassen het lasvermogen/de draadaanvoersnelheid aan te passen, draait u de linker draaiknop
in het scherm Lassen van de Control Pad.
Om tijdens het lassen de spanning fijn af te stellen, draait u de rechter draaiknop in het scherm Lassen van
de Control Pad.
Wanneer u DPulse gebruikt, kunt u via Instellingen > Parameters de volgende parameters aanpassen:
• Draadaanvoersnelheid: voor aanpassen van de draadaanvoersnelheid voor niveau 1.
• min: de minimale ingestelde waarde voor de draadaanvoersnelheid aanpassen
• max: de maximale ingestelde waarde voor de draadaanvoersnelheid aanpassen
• Fijnafstelling: de spanning (booglengte) aanpassen.
• Dynamiek: Bepaalt het kortsluitgedrag. Aan de minkant is de boog zachter (minder spatten). Aan de
pluskant is de boog harder (de boog is stabieler).
• Pulsstroom %: -10...+15. Voor aanpassen van de pulspiekstroom. Te gebruiken voor het beheersen van de
druppelovergang.
• Startvermogen: -30...+30. Voor afstellen van het vermogensniveau voor boogontsteking.
• Startniveau: -30...+30. Voor fijn afstellen van de booglengte voor boogontsteking.
• Stopvermogen: -30...+30. Voor afstellen van het vermogensniveau voor het stoppen van de boog.
Via Instellingen > DPulse kunt u de volgende parameters aanpassen:
GEBRUIKSAANWIJZING | NL 124
©
KEMPPI | 2018-09-28