Operation Manual

NL
4. SETUPFUNCTIES
Extra functies congureren
Het apparaat heeft extra functies die u kunt selecteren en instellen via de SETUP-functie. Om
deze te activeren en te deactiveren, drukt u ten minste 5 seconden lang beide pijltjestoetsen (3)
gelijktijdig in.
In de SETUP-modus toont de display de naam van de te wijzigen parameter en de bijbehorende
numerieke waarde. Selecteer de parameter die u wilt wijzigen met de pijltjestoetsen en verander
de parameterwaarde met de bedieningsknop. De volgende parameters en waarden zijn
beschikbaar:
Weergegeven
naam
Parameter-
waarden
Fabrieks-
instelling
Beschrijving
A 1/0 0 Selectie eindstroomsterkte, 1 = I min. / 0 = 15%
b 1/0 1/0*) Selectie spanning open circuit: 0 = 95 V, 1 = VRD 30 V / AU VRD 12 V
C 1/0 0 Geforceerde stop tijdens downslope door kort indrukken van de knop,
1 = aan / 0 = uit
d 0...4 1 0 = 4T-LOG, 1 = Minilog, 2 = 4T-LOG + Minilog,
3 = Minilog + boog zoeken, 4 = 4T-LOG_4
E 5% ... 40% 20% Selectie stroomsterkte starten (% van de lasstroom)
F 1/0 0 Fabrieksinstellingen herstellen **), 1 = herstellen /
0 = niet herstellen
h 0,0...2,0 s 0 Minimale instelling voor voorgastijd
J 0...10 s 1 s Minimale instelling voor nagastijd
L 5...20 s 10 s Maximale instelling voor voorgastijd
o 15...99 s 30 s Maximale instelling voor nagastijd
S -3...5 0 Boogdynamiek (boog forceren)
t -9...0 0 Elektrode-ontsteekpuls (-9 = geen puls / 0 = max. puls)
U 1/0 0 Uitschakelen automatische herkenning afstandsbediening.
0 = Automatische herkenning aan, 1 = Automatische herkenning uit.
*) Fabrieksinstelling is 1 of 0, afhankelijk van het land waar het product is verkocht. Door de fabrieksinstellingen te herstellen
wordt de waarde van deze parameter niet gewijzigd.
**) Gebeurt bij het verlaten van de SETUP-modus wanneer de waarde 1 is.
13
© Kemppi Oy / 1336